Go to abstract

Samenvatting

In Nederland wordt een vastgestelde methode gebruikt om het risico op een ongeval door het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor te bepalen. Hiermee kan de omvang van een gebied worden bepaald waarbinnen mensen kunnen overlijden als ontvlambare en giftige stoffen door een treinongeval vrijkomen. De 'faalfrequenties', die in de huidige rekenmethodiek zijn gebaseerd op ongevallen van vóór 1995, zijn door het RIVM geactualiseerd. De actualisatie leidt tot aandachtspunten die in een nieuw te ontwikkelen rekenmethodiek moeten worden meegenomen. In het onderzoek is specifiek in kaart gebracht wat de kans is op een ongeval waarbij gevaarlijke gassen en vloeistoffen uit goederenwagens vrijkomen. Omdat er in Nederland in de beschouwde periode geen ongevallen hebben plaatsgevonden waarbij deze stoffen zijn vrijgekomen, zijn voor de herziene kansen op botsingen en ontsporingen de Nederlandse ongevalsgegevens aangevuld met Europese ongevallen. Indertijd is, wegens afwezigheid van Nederlandse ongevallen met gassen, aangenomen dat de kans dat gassen uitstromen na een botsing of ontsporing kleiner is dan bij vloeistoffen. Uit het RIVM-onderzoek blijkt echter dat de uitstroomkansen voor gassen en vloeistoffen weinig van elkaar te verschillen. Ook blijkt dat de beschikbare vervoersgegevens onvoldoende gedetailleerd zijn om rekening te houden met verschillende risicofactoren, zoals de snelheid waarmee gereden wordt of het aantal keren dat een trein een wissel passeert.

Abstract

Dutch law stipulates that dangerous goods may only be transported by rail following a determination of the risk of fatal accidents. A standard method is applied in the Netherlands to calculate the risk of such accidents occurring. Using this method, it is possible to calculate the size of the area within which fatalities may occur if flammable or toxic substances are released as a result of a train accident. As the current risk-calculation method is based on failure frequency data dating back to the period before 1995, the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) has updated the relevant information. This update has resulted in a number of points for attention that must be considered in developing a new risk calculation method.

In this study, RIVM has determined the risk of an accident resulting in the release of dangerous gases or liquids from freight wagons. The damage frequencies were based on collision and derailment cases in the Netherlands. Because no accidents resulting in the release of dangerous gases or liquids occurred in the Netherlands during the surveyed period, RIVM factored in accidents occurring in other European countries to calculate the outflow factors following a collision or derailment.

Because in the past no accidents involving the release of gases occurred in the Netherlands, it was assumed at the time that the outflow factor for gases following a collision or derailment was smaller than the outflow factor for liquids. According to this RIVM study, however, the outflow factors for gases and liquids do not differ greatly. Additionally, the available transport data are not sufficiently detailed to take into account several risk factors, such as the train speed or the number of passages at railroad switches.

Resterend

Grootte
3.01MB