Het CROCUS consequenties en risicofactoren van aangeboren cytomegalovirus infectie (consequenties en risicofactoren van aangeboren cytomegalovirus infectie)-onderzoek is een onderzoek naar de gevolgen van aangeboren cytomegalovirus (CMV) infectie in Nederland. Het CROCUS-onderzoek is een landelijke studie die wordt uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC Leids Universitair Medisch Centrum (Leids Universitair Medisch Centrum)).

Op deze website vindt u meer informatie over het CROCUS consequenties en risicofactoren van aangeboren cytomegalovirus infectie (consequenties en risicofactoren van aangeboren cytomegalovirus infectie)-onderzoek en over aangeboren cytomegalovirus (CMV)-infectie.

Doel van het onderzoek

Met dit onderzoek wordt gekeken naar de gevolgen van aangeboren CMV-infectie in Nederland. Hiervoor worden twee groepen kinderen die ongeveer even oud zijn met elkaar vergeleken. De ene groep kinderen heeft wel een aangeboren CMV-infectie, de andere groep heeft dit niet. Op deze manier wordt gekeken welke problemen door aangeboren CMV-infectie worden veroorzaakt en hoe vaak deze problemen in Nederland voorkomen.

Uitvoering van het onderzoek

Het CROCUS-onderzoek bestaat uit twee delen:

Deel 1 

In het eerste deel van het onderzoek worden de hielprikkaarten van 25.000 kinderen getest op aangeboren CMV-infectie. Hiervoor wordt aan een groep ouders, van kinderen tussen de 4 en 5 jaar oud, gevraagd of de hielprikkaart van hun kind getest mag worden.

Deel 2

In het tweede deel van het onderzoek wordt gekeken naar de gevolgen van aangeboren CMV-infectie voor de gezondheid van kinderen. Hiervoor wordt een groep van ongeveer 100 kinderen met een aangeboren CMV-infectie vergeleken met een groep van ongeveer 200 kinderen zonder een aangeboren CMV-infectie.

Het onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC Leids Universitair Medisch Centrum (Leids Universitair Medisch Centrum)


Informatie over aangeboren CMV-infectie

Veel mensen hebben een infectie met CMV gehad, maar dit geeft meestal geen klachten. Als een ongeboren kind tijdens de zwangerschap dit virus krijgt via de moeder dan kan dit soms wel klachten geven. Deze infectie van een ongeboren kind met CMV wordt “aangeboren CMV-infectie” genoemd. De kans op deze infectie is erg klein. Als er in Nederland 1000 kinderen geboren worden, dan hebben slechts vijf van deze kinderen een aangeboren CMV-infectie. Negen van de tien kinderen met deze infectie hebben géén klachten vlak na de geboorte. Er is wel een kleine kans dat deze kinderen tijdens de kinderleeftijd alsnog klachten krijgen zoals slechthorendheid, slechtziendheid of een achterstand in de ontwikkeling. Omdat deze kinderen bij de geboorte gezond waren, wordt er tijdens de kinderleeftijd meestal niet meer gedacht aan een infectie met CMV tijdens de zwangerschap.