Large-scale concentration and deposition maps of the Netherlands 2022 report

Large-scale concentration and deposition maps of the Netherlands 2022 report

Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM maakt elk jaar kaarten van de luchtverontreiniging in Nederland. Dit gebeurt voor diverse stoffen, waaronder stikstofdioxide, ammoniak en fijnstof. Ook wordt in kaart gebracht hoeveel stikstof er op de bodem neerslaat (depositie). Het RIVM gebruikt zowel modelberekeningen als metingen om de kaarten te maken. Zo komen de concentraties en deposities het best overeen met de werkelijke situatie in het afgelopen jaar. Naast de jaarlijkse berekeningen maakt het RIVM verwachtingen voor de concentraties en deposities voor de jaren 2025 en 2030. De verwachtingen worden vergeleken met het ‘basisjaar’ 2018.

De kaarten worden gebruikt om de ontwikkeling van de luchtkwaliteit en de stikstofdepositie in Nederland te volgen. Overheden gebruiken de verwachtingen om beleid te maken voor een betere luchtkwaliteit en minder stikstofdepositie. Luchtverontreiniging is schadelijk voor de volksgezondheid. Te veel stikstofdepositie op natuurgebieden is schadelijk voor het aantal plant- en diersoorten.

Over het algemeen dalen de concentraties van luchtvervuilende stoffen al tientallen jaren. Deze daling is in 2020 en 2021 sterker geworden door de gevolgen van maatregelen die zijn genomen tegen de verspreiding van het coronavirus.

Stikstofdioxide- en fijnstofconcentraties
De gemiddelde concentraties stikstofdioxide in de lucht waren in 2021 iets lager dan in 2020, en gemiddeld ongeveer 20 procent lager dan in 2019. Dat komt vooral doordat er in 2020 en 2021 minder wegverkeer was, en doordat elk jaar oudere auto’s worden vervangen door nieuwere die minder stikstofoxiden uitstoten. Naar verwachting zullen de concentraties stikstofdioxiden in 2030 ongeveer 40 procent lager zijn dan in 2018.

De gemiddelde concentraties fijnstof waren in 2021 ongeveer even hoog als in 2020, maar veel lager dan in 2019; de concentratie van de deeltjesgrootte PM10 fijnstof (fijnstof) daalde ten opzichte van 2019 met ongeveer 10 procent en die van PM2,5 fijnstof (fijnstof) ongeveer 15 procent. Ook de lagere concentraties fijnstof in 2020 en 2021 worden verklaard door minder wegverkeer en schonere auto’s. De verwachting is dat de concentraties in 2030 ongeveer 17 respectievelijk 30 procent lager zullen zijn dan in 2018.

Stikstofdepositie
De gemiddelde stikstofdepositie op het Nederlandse landoppervlak was in 2021 circa 3 procent hoger dan in 2020. De verwachting is dat de stikstofdepositie in 2030 ongeveer 15 procent lager zal zijn dan in 2018. Lokaal kan de daling anders zijn dan dit landelijke gemiddelde. De lokale verschillen worden in het najaar gepubliceerd via de AERIUS-monitor.

Gegevens voor de berekening van de verwachtingen
Net als vorig jaar zijn voor de berekening van de verwachte concentraties en depositie zijn gegevens gebruikt over beleidsmaatregelen die op 1 mei 2020 beschikbaar waren. Maatregelen voor klimaat, luchtkwaliteit en stikstof die sindsdien zijn uitgewerkt, zijn dus nog niet meegenomen. Door een actualisatie van de ondersteunende kaarten, zoals die van het landgebruik, zijn de verwachtingen voor 2030 lokaal wel veranderd.

Abstract

Each year, RIVM publishes maps of air pollution in the Netherlands on a 1x1 km scale. This includes nitrogen dioxide, ammonia and particulate matter. Maps also show the amount of nitrogen deposited on the soil (deposition). The maps are based on model calculations and measurements. This ensures that the concentration and deposition maps are as close as possible to the actual measurements in the past year. In addition to the 2021 maps, RIVM also explores the concentrations and depositions in the years 2025 and 2030, assuming full implementation of current legislation.

The maps are used to track the development of air pollution and nitrogen deposition in the Netherlands. Governments use the maps to draw up policy plans aimed at improving air quality and reducing nitrogen deposition. Air pollution is a public health hazard. Excess nitrogen deposition on nature areas is detrimental to the number of plant and animal species.

Concentrations of air pollutants have been on the decline during the past decades. This decline was greater in 2020 and 2021 as a result of the measures taken to limit the spread of COVID-19. The extent to which these effects will persist in future is unclear.

Concentrations of nitrogen dioxide and particulate matter
The concentrations of nitrogen dioxide in the air in 2021 were slightly lower than those in 2020 and, on average, 20 per cent lower than those in 2019. This is primarily because there was less traffic on the roads in 2020 and 2021 and because, each year, older cars are being replaced by newer ones that generate fewer nitrogen-oxides emissions. The concentrations of nitrogen dioxide in 2030 are expected to be approximately 40% lower than in 2018.

The concentrations of particulate matter in 2021 were more or less the same as in 2020, but much lower than in 2019. The concentration of particles with a diameter of 10 micrometer (PM10) declined by about 10 per cent as compared to 2019. The smaller particles (PM2.5) dropped by around 15 per cent. These concentrations, respectively, are expected to be 17 and 30 per cent lower in 2030 than in 2018.

Nitrogen deposition
In 2021, the average nitrogen deposition on soil in the Netherlands was around 3 per cent higher than in 2020. The nitrogen deposition in 2030 is expected to be approximately 15 per cent lower than in 2018. Some areas may experience local differences from this national average. These local differences will be reported in the AERIUS monitor, to be published in autumn.

Data used
The calculations for 2025 and 2030 are based on legislation that was published before 1 May 2020. Policy measures on climate, air quality and nitrogen that have been formulated after that date have therefore not yet been taken into account. Compared to last year’s report, supporting maps, such as that for land use, have been updated.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
4860 kb