Rioolwateronderzoek

De gevolgen van besmettingen met het coronavirus nemen af. Dat komt doordat bijna alle mensen in Nederland afweer hebben opgebouwd tegen het coronavirus door vaccinatie en/of een doorgemaakte besmetting èn door de huidige omikronvarianten die minder ziekmakend zijn. Door data uit verschillende bronnen zoals Nationale Rioolwater Surveillance, NICE en de kiemsurveillance over de tijd met elkaar te verbinden, wordt dit inzichtelijk gemaakt.

Sinds het begin van de pandemie in 2020 hebben verschillende varianten van het coronavirus elkaar opgevolgd. Vanaf 2022 zien we vooral varianten die bij de omikronfamilie horen. In vergelijking met de alpha- en deltavariant  zijn de omikronvarianten minder ziekmakend.

Verband virusdeeltjes in rioolwater met ziekenhuis- en IC intensive care (intensive care)-opnames

Mensen die besmet zijn met het coronavirus scheiden dat uit in hun ontlasting en daardoor zijn virusdeeltjes vindbaar in het rioolwater. Sinds eind 2020 meet het RIVM in de Nationale Rioolwater Surveillance in het rioolwater het aantal virusdeeltjes om te zien in welke mate het coronavirus rondgaat in Nederland. In figuur 1 zijn de verschillende besmettingsgolven te zien met het aantal ziekenhuisopnames (paarse lijn), IC-opnames (groene lijn), en virusdeeltjes in het rioolwater (blauwe lijn, vanaf 2021). De gekleurde vakken in de achtergrond geven aan welke virusvarianten en in welke mate deze in Nederland werden aangetroffen.

Virusvrachten in het riool en landelijk aantal IC- en ziekenhuisopnames

Figuur 1: Gemiddelde virusvracht (x100 miljard) in rioolwater (RIVM) en gemiddeld aantal ziekenhuis- en IC-opnames met en door COVID-19 (NICE) per dag vanaf 27 februari 2020 tot en met 13 februari 2023. De gekleurde vakken in de achtergrond geven aan welke varianten en in welke maten deze in Nederland aangetroffen werden in de kiemsurveillance 

Het aantal ziekenhuis- en IC-opnames is een maat voor hoeveel infecties tot ernstig verloop van COVID-19 leiden. De pieken in het aantal ziekenhuisopnames door het coronavirus zijn over de tijd minder hoog geworden, ook al is er sinds de komst van de omikronvariant meer verspreiding van het virus. Het aandeel ziekenhuisopnames waarbij opname op de IC noodzakelijk is neemt ook af over de tijd. Het aantal IC-opnames is vanaf 2022 dan ook relatief laag.

De verhouding tussen de hoeveelheid coronavirus dat rondgaat en het aantal COVID-19 ziekenhuisopnames is veranderd over de tijd. Dit is te zien in figuur 2, waar het aantal ziekenhuisopnames (inclusief rechtstreekse IC-opnames) is weergegeven bij een bepaalde hoeveelheid virusdeeltjes. De dalende trend geeft aan dat er over de tijd bij een bepaalde mate van viruscirculatie in de samenleving minder ernstige ziekte voorkomt. Dit betekent niet dat het virus voor iedereen ongevaarlijk is. Want er zijn groepen kwetsbare mensen die een verhoogd risico hebben om ernstig ziek te worden. In de periode dat de alpha- en deltavariant circuleerden was het aantal ziekenhuisopnames in vergelijking met de hoeveelheid virusdeeltjes veel hoger dan met de nu circulerende omikronvariant.

Verhouding virusvracht in het riool en ziekenhuisopnames door de tijd

Figuur 2. De verhouding tussen de gemiddelde virusvracht en het aantal ziekenhuisopnames (zwart) per dag van 1 januari 2021 tot en met 13 februari 2023. De gekleurde vakken in de achtergrond geven aan welke varianten en in welke mate deze in Nederland aangetroffen werden in de kiemsurveillance

Zicht houden op het coronavirus

Voor de omikronvarianten van het coronavirus heeft Nederland een endemische fase bereikt. Om oplevingen van het virus, nieuwe varianten en veranderingen in de mate van bescherming tegen ernstige ziekte vroegtijdig te signaleren blijft goede surveillance belangrijk. Het RIVM blijft de ontwikkeling van het virus goed in de gaten houden op basis van verschillende bronnen waaronder rioolwatersurveillance, Infectieradar, kiemsurveillance en ziekenhuisregistraties.