Op deze pagina staan de antwoorden op veelgestelde vragen

Over het stookalert

Stookalert

Het RIVM kan een stookalert versturen in drie situaties: ongunstige weersomstandigheden, een slechte luchtkwaliteit (smog) door fijnstof of een combinatie van deze twee. Het RIVM geeft een stookalert af op basis van verwachtingen van het weer en de luchtkwaliteit. Bij de weersverwachting kijkt het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) naar de windsnelheid en de dikte van de onderste luchtlaag. Bij weinig wind en een dunne onderste luchtlaag kan rook blijven hangen. Het stookalert gaat uit als de helft van een provincie minimaal 6 uur lang een verwachting heeft voor deze ongunstige weersomstandigheden. Daarnaast kijkt het RIVM naar smog door fijnstof.

De rook die vrijkomt bij het stoken van hout is ongezond. De rook bevat schadelijk stoffen zoals fijnstof, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen)’s), benzeen en koolmonoxide. De rook is voor iedereen ongezond. Maar vooral kwetsbare groepen kunnen last hebben van fijnstof in de rook: mensen met een long-, hart- of vaatziekte, ouderen en kleine kinderen. Bij ongunstige weersomstandigheden of een slechte luchtkwaliteit door fijnstof kan de rook zorgen voor extra luchtvervuiling die blijft hangen. Hoe meer luchtverontreiniging, hoe groter de kans dat mensen gezondheidsklachten krijgen. Met het afgeven van een stookalert geven we het advies het vuur uit te laten. Daarmee wordt overlast voor de omgeving  voorkomen of verminderd.

Het stookalert geldt voor de middag en de avond van de dag waarop we het advies afgegeven. Als de weersomstandigheden en /of de luchtkwaliteit niet verbeteren tijdens de nacht, kan het zijn dat het alert langer van  kracht blijft. Kijk hiervoor op de webpagina van het stookalert.

Ja, dat kan. Ook in de nacht en vroege ochtend kan de verspreiding van luchtverontreiniging slecht zijn. De nacht en ochtend worden momenteel niet meegenomen in de weersverwachting waarop het stookalert is gebaseerd.

Het stookalert komt voort uit een advies van het Platform Houtrook en Gezondheid aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in 2018. Dit platform adviseerde meerdere oplossingsrichtingen over houtrook en gezondheid, specifiek gericht op particuliere houtstook. Een ‘stookalarm’ was één van de oplossingsrichtingen. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) en RIVM opdracht gegeven om een stookalert op te zetten.

Het stookalert geldt voor particuliere houtstook die gericht is op sfeerverwarming: kachels, open haarden, vuurkorven, pelletkachels. Het stookalert is niet gericht op bedrijven. Het stookalert geldt ook niet voor mensen die een kachel als hoofdverwarming gebruiken.

Het is niet waarschijnlijk dat in de zomermaanden een stookalert wordt afgegeven. In de zomerperiode is de verspreiding in de atmosfeer vrij goed (warme lucht stijgt op en zorgt voor meer menging). Hierdoor is de kans heel klein dat het leidt tot ongunstige weersomstandigheden.

Daarnaast wordt bij smog door ozon (zomersmog) niet automatische een stookalert afgegeven waar dat bij smog door fijnstof (wintersmog) wel het geval is. In de winter dragen lokale bronnen als houtstook bij aan de grootschaligere verontreiniging die tijdens een smogperiode heerst. Bij zomersmog (veroorzaakt door hoge concentraties ozon) is dat niet het geval. Houtstook leidt niet tot hogere concentraties ozon en daarmee tot een verergering van de smogsituatie. Daarom wordt bij zomersmog geen stookalert afgegeven.

Bekijk onze webppagina over smog voor meer informatie.
 

Dat kan, maar hoeft niet. Het stookalert wordt  per provincie afgegeven.

Het RIVM geeft een stookalert af op basis van de weersverwachtingen van het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut). In die verwachting wordt aangegeven hoe goed of slecht rook zich zal verspreiden. Dat heet de ventilatiefactor. Die factor houdt rekening met de windsnelheid en de dikte van de onderste luchtlaag boven het aardoppervlak (de zogenoemde menglaag) waarin rook zich kan verspreiden. Als er bijvoorbeeld sprake is van een geringe windsnelheid en een dunne luchtlaag, dan zal de rook zich slecht kunnen verspreiden en is de ventilatiefactor laag.

Daarvoor maken de meteorologen van het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) gebruik van een speciale computer. Deze computer maakt gebruik van alle weerwaarnemingen in Europa, zowel op land als in de lucht. De verwachte ventilatiefactor wordt door het model voor heel Nederland uitgerekend op een raster van 2,5 bij 2,5 kilometer. Het stookalert wordt per provincie uitgegeven als er een lage ventilatiefactor wordt verwacht in minimaal de helft van alle punten in het raster in een provincie. Die verwachte, lage ventilatiefactor moet bovendien minimaal zes aangesloten uren aanhouden bij afgifte van een stookalert.

Dat kan. Mist betekent vaak dat de lucht slecht ververst wordt. Eventuele luchtverontreiniging kan dan langer blijven hangen.

Het stookalert wordt gebaseerd op modelberekeningen van een meteorologisch model. Om 12.00 uur is het bekend of er wel of geen stookalert afgegeven gaat worden. Het stookalert is gericht op de meteorologische condities aan het einde van de middag en in de avond. Dit is de periode dat de meeste mensen stoken.

Het RIVM verstuurt rond het middaguur een bericht via e-mail aan iedereen die zich daarvoor heeft aangemeld. De provincie en gemeenten die zich hebben aangemeld, krijgen dit bericht ook. Het is aan de provincie en gemeenten zelf om dit aan hun burgers te communiceren. Daarnaast plaatst het RIVM altijd een bericht op Twitter. Diverse media kanalen ontvangen op deze manier de aankondiging van een stookalert. Het is aan de media zelf of zij het bericht verder oppakken en verspreiden of niet.

U kunt zich inschrijven via de webpagina van het stookalert. Op die pagina staat een veld ‘Aanmelden stookalert’. Daar kunt u uw e-mailadres invullen en op de knop aanmelden klikken. Na aanmelding ontvangt u een e-mail bevestiging met de titel ‘Aanmelding Nieuwsbrief’. Dit is de nieuwsbrief waarmee het RIVM het stookalert verstuurt. Het RIVM gebruikt uw emailadres alleen voor het versturen van de stookalert nieuwsbrief.

Over Stookwijzer

Stookwijzer

De Stookwijzer is een pagina binnen de Atlas Leefomgeving die per postcode laat zien of het stoken van hout wordt afgeraden. Dit gebeurt op basis van de luchtkwaliteit en de windsnelheid. Het stookalert heeft betrekking op een hele provincie. Een stookalert is gebaseerd op  verwachtingen van het weer en de luchtkwaliteit tussen 18:00 en 24:00 uur. Bij een stookalert adviseert het RIVM geen hout te stoken omdat de verspreiding van houtrook beperkt is.

 

De Stookwijzer kijkt naar de luchtkwaliteit en de windsnelheid voor een bepaald uur. Op basis van een postcode kan de bezoeker zien of het stoken van hout op dat moment wordt afgeraden op die locatie.  Het stookalert van het RIVM is gebaseerd op de weersverwachting van het KNMI Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut) en de luchtkwaliteitsverwachting van het RIVM. Daarbij kijken het KNMI en RIVM naar elke provincie afzonderlijk. Het kan dus zijn dat de Stookwijzer op lokaal niveau voor een bepaald uur de melding ‘Stook geen hout’ geeft, terwijl de verwachte omstandigheden op provinciaal niveau voor de periode 18:00-24:00 uur niet leiden tot een stookalert.

Als u ook wil weten hoe de lokale situatie is, kunt u de Stookwijzer raadplegen.  Als er een stookalert is voor de provincie waarin u woont, geeft de Stookwijzer dat ook aan en geldt voor de hele provincie de melding ‘Stook geen hout’.