Gegevens over de voedselconsumptie en inname van energie en voedingsstoffen van jongvolwassenen van 19-30 jaar. De voedselconsumptie is gemeten tussen oktober en december 2003. In het bijzonder werd gekeken naar de consumptie van groenten en fruit en naar de hoeveelheid energie en het vetzuurprofiel van de voeding. VCP Voedselconsumptiepeiling (Voedselconsumptiepeiling)-Jongvolwassenen is tevens uitgevoerd als pilot voor de toepassing van een andere onderzoekstechniek dan voorheen gebruikelijk was bij de voedselconsumptiepeilingen.


Onderzoekspopulatie

Doelpopulatie

De doelpopulatie bestond uit mannen en vrouwen in de leeftijd van 19-30 jaar. De inperking tot één leeftijdsgroep was ingegeven door een beperkt onderzoeksbudget. De keuze voor 19- tot en met 30-jarigen hing samen met verschillende aspecten. Enkele daarvan zijn het optreden van zowel veranderingen als stabilisatie in de voeding tijdens deze levensfase (groep is uit de experimentele fase) en de mogelijkheid om nog veel gezondheidswinst te behalen als de voeding wordt bijgestuurd. Bovendien zijn de gekozen leeftijdsgrenzen dezelfde als die in de voedingsnormen van de Gezondheidsraad en de aansluiting daarop bij diverse campagnes voor deze leeftijdsgroep.

Representativiteit

De representativiteit van de steekproef is gestuurd op de volgende kenmerken: leeftijd (19-24 en 25-30 jaar), opleiding, regio en mate van verstedelijking. Het is bekend dat deze sociodemografische kenmerken samenhangen met voedselconsumptie.

Consumentenpanel

Respondenten in de VCP Voedselconsumptiepeiling (Voedselconsumptiepeiling)-Jongvolwassenen zijn afkomstig uit representatieve consumentenpanels van het marktonderzoeksbureau GfK. Personen uit genoemde panels nemen deel aan allerlei typen onderzoek en zijn niet geselecteerd op basis van voedingskenmerken. Uitgesloten van deelname zijn zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven, geïnstitutionaliseerde individuen en personen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheersen. 

Methodiek

Schriftelijke vragenlijst

Aan personen die door het marktonderzoeksbureau geselecteerd zijn, is een algemene vragenlijst toegestuurd en een uitnodiging voor deelname aan het vervolgonderzoek. De vragen hadden betrekking op een aantal achtergrond- en leefstijlfactoren, waaronder het lichamelijk activiteitenpatroon, roken, alcoholgebruik, opleidingsniveau, gezinssituatie en ooit/nooit-gebruik van een aantal (groepen) voedingsmiddelen.

Telefonisch interview

Twee keer per respondent, op een voor de respondent onbekende dag is door speciaal daartoe getrainde medewerkers een telefonisch interview afgenomen over de voeding van de voorgaande dag (24-uursvoedingsnavraag).

Twee onafhankelijke dagen

De periode tussen het eerste en tweede interview bedroeg 8-13 dagen. De navraag betrof twee verschillende dagen van de week. Het streven was om alle dagen van de week in gelijke mate te laten voorkomen.

24-uursnavraagmethode

De 24-uursnavraag betrof de periode van het opstaan op de dag waarover de voedselconsumptie werd nagevraagd, tot het opstaan op de volgende dag (de dag waarop het interviewgehouden is). De consumptie op zaterdag is op de maandag erna nagevraagd. Het streven was om alle onderzoeksdagen in gelijke mate in het onderzoek te laten voorkomen.

Computergestuurd

De diëtisten maakten gebruik van een computergestuurd interviewprogramma voor 24-uursvoedingsnavraag (EPIC-Soft®, IARC International Agency for Research on Cancer (International Agency for Research on Cancer)) waarbij de antwoorden direct in de computer werden ingevoerd.

Ten opzichte van de gebruikte methodiek bij de voedselconsumptiepeilingen van vóór 2003 blijkt het met de gecomputeriseerde 24-uursnavraag beter dan in het verleden mogelijk om gedetailleerde informatie over voedingsmiddelen te verkrijgen. Dit is nodig om beleidsvragen over de blootstelling aan potentieel schadelijke stoffen te beantwoorden. Door de telefonische benadering kunnen onafhankelijke herhaalde metingen redelijk efficiënt worden uitgevoerd. Hierdoor kan het aantal mensen dat gewoonlijk aan de aanbevelingen voldoet of een veiligheidsnorm overschrijdt worden geschat. Het gebruik van een 24-uursvoedingsnavraag sluit tevens aan bij internationale ontwikkelingen op het gebied van voedingsmonitoring. Het overgaan van een steekproef op huishoudbasis naar een steekproef op persoonsbasis sluit aan bij de individualisering van de maatschappij. Echter, deze aanpak heeft wellicht mede geleid tot een lage respons.

EPIC-Soft

Het voedingsinterview met EPIC-Soft omvat de volgende onderdelen:

  • vastleggen van algemene gegevens van de deelnemer (waaronder geboortedatum, lengte en gewicht) en van de dag van navraag (eventuele dieetrichtlijn of voedingsvoorschrift; bijzondere dag zoals feestdag, vakantie en dergelijke);
  • per consumptiemoment vastleggen van tijdstip, consumptieplaats en geconsumeerde voedingsmiddelen op hoofdlijnen;
  • beschrijven en kwantificeren van de onder 2 gerapporteerde voedingsmiddelen; per voedingsmiddel worden waar mogelijk nadere specificaties gevraagd en vastgelegd, zoals de bereidingswijze of het vetgehalte;
  • controleren van de gegevens op hoeveelheden (waarschuwing bij overschrijden van de grenswaarde) en ontbrekende informatie en controleren op basis van een globale berekening van de inname van energie en macrovoedingsstoffen;
  • vastleggen van het gebruik van vitamine- en mineralenpreparaten.

Voedingsstoffen

De berekening van de voedingsstoffen is uitgevoerd met behulp van de NEVO-tabel 2001. Voor berekening van de hoeveelheid nutriënten uit voedingssupplementen is gebruikgemaakt van NES 2003.

Verschil in berekening

 Voor de VCP-Jongvolwasenen (2003) is een andere berekeningsmethode gehanteerd voor de bijdrage van consumptiefactoren (eetmoment, plaats) aan de voedselconsumptie en inname van macro- en micronutriënten dan voor de VCP-Zelfstandig wonende ouderen (2010-2012), VCP-Basis 7-69 jaar (2007-2010) en VCP-Kinderen (2005-2006). De berekening bij de VCP-Jongvolwassenen is gebaseerd op de totale inname van de studiepopulatie (waargenomen inname). Bij VCP-Ouderen, VCP-Basis 7-69 jaar en VCP-Kinderen is de bijdrage gebaseerd op het gemiddelde van de individuele bijdragen van de studiepopulatie (gebruikelijke inname). Deze laatste methode doet meer ter zake voor de volksgezondheid. 

Gebruikelijke inname

 Voor een correcte evaluatie van de inname ten opzichte van de voedingsnormen is niet de gemiddelde inname over twee dagen van belang, maar de inname over een langere periode (gebruikelijke inname). Deze wordt geschat uit de waargenomen inname.

naar boven

Resultaten

Respons

Een steekproef uit de panels (n=1794) ontving een schriftelijke vragenlijst, informatie over het onderzoek en het verzoek mee te doen aan een vervolgonderzoek. 50% van de respondenten stemde hierin toe. Uitval in de verdere fase van het onderzoek was heel gering, waardoor het niet nodig was al deze circa 900 respondenten in te zetten voor het vervolgonderzoek (2 x 24-uursvoedingsnavraag). Van 750 respondenten is een complete set gegevens beschikbaar. Van de 1794 uitnodigingen die hiervoor zijn verstuurd betekent dit een netto respons van 42%.

Representativiteit

De 750 respondenten van de VCP-Jongvolwassenen vormen een goede afspiegeling van 19-30-jarige Nederlanders wat betreft leeftijd, regio en opleiding. Deelnemers uit gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid waren enigszins ondervertegenwoordigd. Hiervoor is gecorrigeerd in de resultaten.

Inname van groenten, fruit en vet

Percentage van jongvolwassenen dat voldoet aan de richtlijn voor groenten, fruit en vet

Grafiek inname groenten, fruit en vet

Groenten en fruit

  • Slechts 2% van de jongvolwassenen gebruikte 150 g groente per dag (150-200 g wordt aanbevolen).
  • Minder dan 10% van de groep at de aanbevolen 200 g fruit per dag.

Vetinname en energie

  • Meer dan de helft van de jongvolwassenen consumeerde een voeding met minder dan 35 energie% vet.
  • 11% van de mannen en 6% van de vrouwen voldeed aan de aanbeveling van een voeding met minder dan 10 energie% verzadigd vet.
  • Bijna 60% van de mannen en 28% van de vrouwen gebruikte een voeding die minder dan 1 energie% transvetzuren bevatte.
Gebruikelijke inname van groenten, fruit en vet door jongvolwassenen
Gebruikelijke inname Gem gemiddelde (gemiddelde). P5 P95
Totaal (n=750)      
Groenten (g) 102 70 139
Fruit (g) 97 18 220
Energie (KJ) 9914 6170 14537
Vet, totaal (energie%) 34,4 26,9 41,7
Verzadigde vetzuren (energie%) 12,9 9,5 16,5
Transvetzuren (energie%) 1,06 0,70 1,49
Mannen (n=352)      
Groenten (g) 114 80 151
Fruit (g) 96 16 226
Energie (KJ) 11747 8478 15734
Vet, totaal (energie%) 34,1 27,9 40,6
Verzadigde vetzuren (energie%) 12,5 9,2 16,2
Transvetzuren (energie%) 0,98 0,62 1,44
Vrouwen (n=398)      
Groenten (g) 91 64 123
Fruit (g) 97 20 215
Energie (KJ) 8141 5736 10830
Vet, totaal (energie%) 34,6 26,2 42,6
Verzadigde vetzuren (energie%) 13,3 9,8 16,9
Transvetzuren (energie%) 1,13 0,81 1,50

P5 = 5e percentiel
P95 = 95e percentiel

naar boven

Conclusie en aanbevelingen

Conclusies

Schrikbarend weinig jongvolwassenen gebruiken een voeding die voldoet aan de aanbevelingen voor groenten, fruit en verzadigde vetzuren. Voor de inname van totaal vet en transvetzuren is het beeld iets gunstiger. De lagere gehaltes aan transvetzuren in met name smeersels en bereidingsvetten ten opzichte van 10 jaar geleden, hebben geleid tot een inname van transvetzuren die gemiddeld de aanbeveling benadert. Of er voor de andere voedingsfactoren sprake is van een tijdtrend valt door de methodologische verschillen ten opzichte van eerdere VCP’s niet te zeggen.

Met de gecomputeriseerde 24-uursnavraag blijkt het beter dan in het verleden mogelijk om gedetailleerde informatie over voedingsmiddelen te verkrijgen. Dit is nodig om beleidsvragen over de blootstelling aan potentieel schadelijke stoffen te beantwoorden. Door de telefonische benadering kunnen onafhankelijke herhaalde metingen redelijk efficiënt worden uitgevoerd. Hierdoor kan het aantal mensen dat gewoonlijk aan de aanbevelingen voldoet of een veiligheidsnorm overschrijdt worden geschat. Het gebruik van een 24-uursvoedingsnavraag sluit tevens aan bij internationale ontwikkelingen op het gebied van voedingsmonitoring. Het overgaan van een steekproef op huishoudbasis naar een steekproef op persoonsbasis sluit aan bij de individualisering van de maatschappij. Echter, deze aanpak heeft wellicht mede geleid tot een lage respons.

Aanbevelingen

Voor de toekomst is het gewenst om na te gaan of de gecomputeriseerde 24-uursnavraagmethode geschikt is voor alle bevolkingsgroepen en andere beleidsvragen en om te zoeken naar een verdere efficiëntieverbetering. Tevens wordt aanbevolen om een ijking uit te voeren met de tweedaagse opschrijfmethode, zoals vóór 2003 is gebruikt, ten bate van trendonderzoek en om te zoeken naar responsverhogende strategieën.

Vanwege veranderde beleidsbehoeften, sociodemografische ontwikkelingen, trends in voedingsgewoonten en ontwikkelingen met betrekking tot onderzoeksmethodieken was er behoefte aan een nieuw voedingspeilingssysteem. Het is de bedoeling dat met de nieuwe opzet zowel vragen op het gebied van gezonde voeding als van voedselveiligheid kunnen worden beantwoord.  

naar boven

Organisatie en uitvoering

Opdrachtgever

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 

Coördinatie

RIVM-Centrum voor Voeding en Gezondheid en TNO-Kwaliteit van Leven.

Dataverzameling

Marktonderzoeksbureau GfK

Periode

Najaar 2003

Meer informatie

Meer informatie over de methodiek en resultaten van VCP-Jongvolwassenen kunt u vinden in het rapport, in de aanvullende tabellen en bij de publicaties

Naar boven