Aanleiding voor een OMT

Vaak is er een OMT Outbreak Management Team (Outbreak Management Team) na een signaal uit een eerdere afstemmingsoverleg of responsteam. Bijvoorbeeld als een uitbraak steeds groter wordt. Of naar aanleiding van een internationaal signaal van het ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control) of de WHO World Health Organization (World Health Organization). Hierbij spelen verschillende zaken een rol: 

  • Een lokaal probleem kan landelijke gevolgen hebben.
  • Er is veel maatschappelijke onrust.
  • Er is een internationale dreiging.
  • Er spelen bestuurlijke en maatschappelijke vragen.
  • Er is samenwerking met andere, niet-medische, sectoren nodig.

Eerste OMT in 1995 

Het idee achter een OMT ontstond na de evaluatie van de polio uitbraak in 1992. Het eerste OMT vond in 1995 plaats als onderdeel van LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) die in 1994 werd opgericht. Sindsdien kwamen OMT’s bij elkaar over infectieziekten zoals polio, vogelgriep (H5N1), Q-koorts, Nieuwe influenza A (H1N1), mazelen en het coronavirus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-CoV coronavirus (coronavirus)-2. 

Recente OMT's

2014; OMT over ebola (nr. 53)
2018; OMT over meningokokken (nr. 54)
2018; OMT over influenza (nr. 55)
2019-2023; OMT over COVID-19 (nr. 56 t/m 146)
2024; OMT over mazelen (nr. 147)

Samenstelling van het OMT 

De samenstelling van een OMT hangt af van de infectieziekte waar het om gaat.  De vaste deelnemers zijn de directeur van het CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control) (voorzitter) en het hoofd van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM (secretaris). Ook is er altijd een arts infectieziekten van een GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) aanwezig. Meestal van de regio waar het probleem (vooral) speelt, soms vanuit het landelijk overleg infectieziekten. Bij een OMT-Zoönosen (OMT-Z) neemt de decaan van de Faculteit Diergeneeskunde (UU Universiteit Utrecht (Universiteit Utrecht)) deel en is vice-voorzitter.

Het onderwerp van een OMT bepaalt de deelnemers. De voorzitter nodigt experts uit die hij nodig vindt, op basis van de infectieziekte en actuele stand van zaken. Bijvoorbeeld:

  • Experts, vaak voorgedragen door hun wetenschappelijke beroepsvereniging. Bijvoorbeeld virologen, internisten, gynaecologen, kinderartsen, longartsen, specialist ouderengeneeskunde, epidemiologen en andere specialisten.
  • Een deskundige van een organisatie met een specifieke expertise of rol. Bijvoorbeeld een expert van Sanquin bij bloedoverdraagbare ziekten of iemand van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen)) bij prionziekten. Het gaat om vertegenwoordiging van wetenschappelijke expertise (academisch onderzoek) én praktische expertise (huisarts, specialist gehandicaptenzorg).
  • Een vertegenwoordiger van een bepaalde regio bij een lokaal probleem. Bijvoorbeeld een arts-microbioloog van een regionaal laboratorium.
  • Alle deskundigen in een OMT nemen op persoonlijke titel deel. De LCI zorgt voor het verslag en het opstellen van het advies. Ook voert de LCI het secretariaat van het OMT. 

Werkwijze bij een OMT

  • Het CIb brengt de situatie en omgeving van een crisis in kaart en maakt een inschatting van de mogelijke gevolgen van een crisis. Deze informatie dient als basis voor het OMT-overleg.
  • De deelnemers aan de OMT-vergadering kunnen vrijuit inhoudelijk discussiëren. Wat zij bespreken is vertrouwelijk.
  • Het OMT stelt het ‘best mogelijke professionele advies’ op. Op basis van de stand van de wetenschap en de praktijkervaring (expert opinion) van de deelnemers. Dit advies is zoveel mogelijk eenduidig, concreet en volledig. 

Onderdelen van een OMT-advies:

  • Inschatting van het risico: Welk risico is er, hoe groot is het risico en welke mogelijkheden zijn er om het risico te verkleinen?
  • Inschatting van de effecten van de voorgestelde maatregelen.
  • Een inschatting van de (on)zekerheid over het risico en het mogelijk effect van de voorgestelde maatregelen. 
  • De verschillende analyses en standpunten als een advies niet unaniem is.

Aanbieden en openbaar maken van een advies

  • Uit elk OMT volgt een schriftelijk advies aan het Bestuurlijk Afstemmings Overleg (BAO). Een beleidsmedewerker van de LCI maakt ook een vertrouwelijk OMT-verslag. Hierin staan vooral de overwegingen en discussiepunten die tijdens de bespreking naar voren kwamen. 
  • Het OMT-verslag en -advies gaan naar de OMT-leden. Zij kunnen hun aanvullingen, feitelijke onjuistheden en/of onoverkomelijke bezwaren aangeven.  
  • De voorzitter van het OMT biedt het OMT-advies aan de voorzitter van het BAO aan. Dat is de Directeur-Generaal Volksgezondheid (DGV) van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Bij een OMT-Z krijgt ook de Directeur-Generaal Agro en Natuur van het ministerie van LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) het advies. 

Het advies van het OMT wordt openbaar gemaakt.

Afspraken en uitgangspunten OMT in reglement

De kwaliteit van een OMT-advies staat of valt met de bereidheid van deskundigen om hun kennis en ervaring in te zetten voor de bescherming van de volksgezondheid. Hun vrijwillige inzet is onmisbaar om tot het best mogelijke medisch-epidemiologische advies te komen.

Het RIVM heeft een reglement voor het OMT opgesteld. Hierin staan afspraken, uitgangspunten, rechten en plichten van deelnemers. 

Belangenverklaringen

Het OMT geeft onafhankelijk advies. Om transparant te zijn en belangenverstrengeling te voorkomen, vult elk lid voor een OMT een belangenverklaring in. Deze ‘Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling’ vraagt informatie over (neven)functies, persoonlijke financiële belangen en onderzoeksgelden. Na toetsing en ondertekening publiceert het RIVM de verklaring op de website.

Vergoeding voor deelnemers

De leden van een OMT ontvangen een vergoeding voor hun deelname: vacatiegeld. De hoogte van deze vergoeding wordt ieder jaar bepaald volgens een besluit van de Rijksoverheid. De vergoeding is niet voor ambtenaren.