Als onderdeel van het beleid voor pandemische paraatheid heeft het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) het RIVM verzocht om in kaart te brengen welke informatie uit medisch microbiologische laboratoria noodzakelijk is voor het RIVM samen met de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en haar publieke gezondheidstaak goed uit te kunnen voeren, in nationaal en internationaal verband. Ook buiten pandemieën is deze data-uitwisseling belangrijk.

Al voor de coronapandemie hebben het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en het RIVM stappen gezet naar een toekomstbestendige inrichting van de microbiologische diagnostiek voor de publieke gezondheid. Nieuwe technologieën, focus op kostenbesparing en efficiency, en introductie van nieuwe partijen in de microbiële diagnostiek waren hiervoor toen de aanleiding.

Microbiologische diagnostiek dient in eerste instantie de individuele patiënt maar de data die hieruit voortkomen zijn vaak ook bruikbaar en nodig voor de bevordering en bescherming van de publieke gezondheid. Het RIVM heeft als taak om landelijke surveillance van infectieziekten uit te voeren mede in het kader van (pandemische) paraatheid. Hiervoor zijn deze gegevens uit laboratoria essentieel.  Het delen van relevante data en monsters met het RIVM gebeurt op dit moment veelal op vrijwillige basis. Via landelijke gegevensverzameling ondersteunt het RIVM ook de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-en bij regionale bestrijdingsvraagstukken. De inventarisatie van het RIVM is erop gericht om mogelijke knelpunten en kwetsbaarheden in het delen van data en monsters door de diverse laboratoria te identificeren, en om over mogelijke oplossingen te adviseren.

De Versterking van de microbiologische diagnostiek t.b.v. publieke gezondheid wordt o.a. ook mede vormgegeven door opvolging van het advies van de commissie Verbrugh over referentielaboratoria (Advies; Een netwerk van medisch-microbiologische referentielaboratoria in Nederland, september 2017). Om expertise van partners in het microbiologische veld nadrukkelijk in te zetten voor publieke gezondheid is het RIVM in 2022 gestart met de implementatie van de nieuwe inrichting van referentietaken. Samen met het veld zijn hiervoor de pathogene micro-organismen geïdentificeerd waarvoor dergelijke referentietaken belangrijk zijn. Netwerk referentielaboratoria | RIVM

Uiteindelijk doel van deze gecombineerde activiteiten is om te komen tot een duurzame inrichting van de microbiologische diagnostiek t.b.v. de actuele publieke gezondheid in Nederland en daarmee ook voor toekomstige pandemische paraatheid.

Belangrijkste onderdelen van het plan van aanpak

 

1. Inventarisatie van de huidige microbiologische diagnostiek t.b.v. de publieke gezondheid en blik op de toekomst

  • Wat is de huidige situatie en hoe zou de toekomstige situatie moeten zijn?
  • Dynamiek in de microbiologische diagnostiek en toekomstige ontwikkelingen worden verkend.

Voor de identificatie van knelpunten, kennishiaten en verbeteringen zullen stakeholders zoals de NVMM Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie) betrokken worden.

2. Opschalingsplan voor de microbiële diagnostiek en bestrijding tijdens een pandemie

Het bestaande opschalingsnetwerk van laboratoria (van Asten et al 2009. J. Clin. Virol.) is functioneel maar moet geformaliseerd worden.

  • Het netwerk wordt geëvalueerd en verbeteringen worden geformuleerd samen met de laboratoria en andere stakeholders. Hiervoor zullen de betrokken laboratoria binnenkort bevraagd worden via een enquête.
  • Er wordt een plan van aanpak gemaakt voor het formaliseren van in ieder geval de 1e ring van de opschalingsstructuur. Hierbij wordt de verbinding gemaakt tussen technische opschaling bij bijv. uitbraken of bij het begin van een pandemie, en grootschalige opschaling die belegd is bij de landelijk functionaliteit infectieziekten (LFI)

3. Voorbereiden implementatie van het platform voor data-uitwisseling voor laboratoriumsurveillance

Het RIVM is eind 2022 gestart met het maken van een plan voor een platform waarin data van surveillance (uit MMLs) kunnen worden gecentraliseerd (pathogene micro-organismen, typeringen, etc). Dit IT-platform wordt in eerste instantie ingericht voor het verzamelen en delen van genetische data (sequentiedata tbv typeringen). Hiervoor wordt onder meer ervaring en inzichten vanuit bestaande typeringsnetwerken zoals bijvoorbeeld TypeNed en SeqNeth betrokken. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheid om andere soorten data en data uit andere domeinen zoals dierreservoirs en uit het milieu te verzamelen en te delen. De VMML en de NVMM en haar leden zijn in een aantal bijeenkomsten i.h.k.v. het HERA human exposure and risk assessment (human exposure and risk assessment)-project in dit traject meegenomen en zullen hier ook in de toekomst over geïnformeerd worden.

  • Voor de implementatie van het laboratoriumsurveillanceplatform zal een plan van aanpak worden opgesteld dat de verschillende fasen van inrichting en implementatie van het platform beschrijft.
  • Initiatieven vanuit bestaande typeringsnetwerken die met datadeling te maken hebben worden meegenomen in plan van aanpak om doublures te voorkomen en goed af te stemmen.

Uitwerking

Deze opdracht (Toekomstbestendige microbiële diagnostiek voor publieke gezondheid) van het ministerie van VWS gaat over het maken van een plan van aanpak als basis voor de implementatie van de genoemde acties. Het plan wordt opgesteld op basis van bestaande evaluaties, reviews en adviesrapporten. Het plan wordt gemaakt in lijn met relevante initiatieven zoals de Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI) en de versterking van de informatievoorziening binnen de infectieziektebestrijding.

Bij de afstemming zullen de volgende partijen betrokken worden: medisch microbiologische laboratoria, NVMM, VMML en de GGD’en alsmede de centra binnen het CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control) die in het kader van pandemische paraatheid taken hebben op het gebied van zoönosen, diagnostiek en regionale en landelijke infectieziektebestrijding en het ministerie van VWS.

Versie 13 maart 2023