Het voedseladditief E 171 is een witte kleurstof. Het heet ook wel titaandioxide of titaniumdioxide. E 171 zit in verschillende voedingsmiddelen, zoals kauwgom, drop of chocola met een gekleurd laagje, roomijs en decoraties. Titaniumdioxide lost niet op en bestaat voor een deel uit nanodeeltjes. De Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)) trok in mei 2021 de conclusie dat niet zeker is dat het gebruik van E 171 in voedsel veilig is. Het gebruik van E 171 in voedsel werd begin 2022 in de Europese Unie verboden. Na een overgangsperiode mogen er vanaf 7 augustus 2022 geen voedselproducten met E 171 meer op de markt worden gebracht.

Nanodeeltjes in E 171

Titaniumdioxide is een poeder en bestaat dus uit deeltjes titaniumdioxide. Als een groot deel van de deeltjes tussen de 200 en 300 nanometer groot is, heeft titaniumdioxide een witte kleur. De grootte van de deeltjes kan per product verschillen. Bij het maken van E 171 ontstaan ook deeltjes kleiner dan 100 nanometer. Dit noemen we nanodeeltjes. E 171 bevat tussen de 10 en 50% nanodeeltjes.

Verschillende eigenschappen van de titaniumdioxidedeeltjes

Titaniumdioxide is al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw in voedsel gebruikt. De laatste 10 jaar werd bekend dat er nanodeeltjes in titaniumdioxide zitten. Daar is de laatste jaren veel onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat titaniumdioxidedeeltjes in E 171 verschillende eigenschappen kunnen hebben. Naast een verschil in grootte zijn er nog verschillende kristalvormen. Ook kunnen de titaniumdioxidedeeltjes een coating hebben.

Al deze verschillen zorgen ervoor dat de nanodeeltjes in het lichaam andere effecten kunnen veroorzaken dan grotere deeltjes. Dit maakt het lastig de risico’s van titaniumdioxide te beoordelen.

Europese Voedselveiligheidsautoriteit beschouwt E 171 niet meer als veilig

De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA Europese Voedselveiligheidsautoriteit (Europese Voedselveiligheidsautoriteit)) kijkt of er nieuwe informatie over de veiligheid van toegelaten voedseladditieven is. De EFSA heeft dit ook gedaan voor E 171. Nieuwe wetenschappelijke informatie over titaniumdioxide leidde tot een nieuwe kijk op de veiligheid. De EFSA trekt de conclusie dat niet is uit te sluiten dat E 171 genotoxisch is. Een genotoxische stof kan schade aan het genetisch materiaal (het DNA deoxyribonucleic acid (deoxyribonucleic acid)) toebrengen. Daarom kan de EFSA het voedseladditief E 171 niet meer als veilig beschouwen. Als E 171 is gebruikt in een voedingsmiddel dan staat dat op het etiket. Bij de ingrediëntenlijst staat dan voedseladditief E 171, titaandioxide of titaniumdioxide.

Onzeker of E 171 schade aan DNA veroorzaakt

Er zijn aanwijzingen dat E 171 het DNA in levende cellen kan beschadigen. Het lichaam kan deze schade repareren, maar soms lukt dat niet. De DNA-schade kan dan in de loop van tijd leiden tot kanker. Of dat gebeurt, hangt af van meerdere factoren zoals:

  • de eigenschappen van een stof.
  • hoeveel je ervan binnen hebt gekregen.
  • je levensstijl (bijvoorbeeld roken, alcohol drinken en bewegen) en je eigen aanleg.

Voor titaniumdioxide weten we niet zeker of het schade aan DNA veroorzaakt, ondanks dat hier onderzoeken naar zijn gedaan. Sommige onderzoeken laten zien dat het wel genotoxisch is en andere onderzoeken niet.  Het is daarom ook niet zeker of titaniumdioxide kanker kan veroorzaken.

En nu? Gevolgen voor het gebruik van voedseladditief E 171

In oktober 2021 stemden de Europese Commissie en de lidstaten voor een verbod van het gebruik van E 171 in voedsel. Voor Nederland heeft VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) deelgenomen aan de discussies om tot een beslissing te komen. De Commissie maakt de aanpassing van de wetgeving voor voedseladditieven bekend op 14 januari 2022.

De goedkeuring van kleurstoffen in geneesmiddelen is momenteel gekoppeld aan de goedkeuring als voedseladditief. Het verbod op E 171 in voedsel kan daarom directe gevolgen hebben voor goedgekeurde geneesmiddelen. Voor geneesmiddelen maakt de wetgeving daarom nu een uitzondering. De situatie voor geneesmiddelen moet over 3 jaar opnieuw worden bekeken.

Producenten moeten nu hun voedingsmiddelen aan passen en E 171 eruit halen. Zij krijgen hiervoor tot 7 augustus 2022 de tijd. Na die overgangsperiode mogen ze geen voedingsmiddelen met E 171 meer op de markt brengen. Winkels mogen producten met E 171 nog verkopen als deze al in de schappen liggen. Dat mag nog tot hun uiterste gebruiks- of houdbaarheidsdatum. Lidstaten kunnen controleren of bedrijven in hun land zich aan het verbod houden. In Nederland ligt die taak bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)).

Geen E 171 in Frankrijk

De Franse regering stelde per 1 januari 2020 de toelating van het voedseladditief E 171 (titaniumdioxide) al uit. Het voedseladditief mocht vanaf die datum niet meer worden gebruikt in Frankrijk. Frankrijk gebruikte een mogelijkheid in de Europese wetgeving. Die staat een lidstaat toe om af te wijken van de geharmoniseerde toelating van voedseladditieven in de EU Europese Unie (Europese Unie).

Reden voor de Franse beslissing was een onderzoek van ANSES French agency for Food, Environmental and Occupational Health Safety (French agency for Food, Environmental and Occupational Health Safety). Dat is de Franse organisatie voor voedsel, milieu, gezondheid en veiligheid op het werk. EFSA heeft deze ANSES-studie ook bekeken. Maar EFSA oordeelde dat er nog te veel onzekerheden in de resultaten waren om een conclusie te trekken. En dat er meer informatie nodig was. Frankrijk zag ook die onzekerheden, maar heeft het toestaan van E 171 in 2020 uit voorzorg uitgesteld. De andere Europese landen – ook Nederland – volgden de conclusie van EFSA.

Onderzoek door de jaren heen

Vroeger dacht men dat het lichaam titaniumdioxide niet opnam. De laatste 10 jaar is er meer bekend geworden over de risico’s van kleine deeltjes. Nu weten we dat het lichaam een klein deel – minder dan 1% – van het ingeslikte titaniumdioxide toch opneemt. Ook weten we nu dat de effecten van heel kleine deeltjes anders kunnen zijn dan van grotere deeltjes. Dit is wereldwijd reden geweest voor nieuw onderzoek naar mogelijke risico’s van materialen die bestaan uit kleine deeltjes. Daarom is er nu wel veel meer bekend dan een paar jaar geleden. We weten nu beter wat dit betekent voor mogelijke effecten op de gezondheid.

Omdat wetenschappers meer informatie over titaniumdioxide kregen, heeft de EFSA afgelopen jaren al meerdere keren naar de veiligheid ervan gekeken. Ook vroeg de EFSA aan bedrijven om nieuw onderzoek te doen. De bedrijven hebben de resultaten van dit langdurige onderzoek in het najaar van 2020 aan de EFSA gegeven. In 2021 is de EFSA tot de conclusie gekomen dat het voedseladditief E 171 niet meer als veilig kan worden beschouwd.

Onderzoek naar veiligheid E 171 in Nederland

Nederland zet zich al langere tijd in om beter begrip te krijgen over de veiligheid van E 171. Nederland heeft ook veel onderzoek naar de veiligheid van E 171 gedaan, en de resultaten hiervan bij de EFSA onder de aandacht gebracht. Ook speelt Nederland een actieve rol in de internationale wetenschappelijke discussie over het voedseladditief.

  • Vanaf 2012 doet het RIVM, in samenwerking met anderen, onderzoek naar de mogelijke risico’s van titaniumdioxide in voedsel. Het RIVM kijkt goed naar wetenschappelijke informatie en schrijft over mogelijke risico’s van nanodeeltjes. RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het Bureau Risicobeoordeling & onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA-BuRO Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering (Bureau Risicobeoordeling & Onderzoeksprogrammering)). Het RIVM heeft hiervoor samengewerkt met andere onderzoekers. Bijvoorbeeld die van Wageningen Food Safety Research (WFSR Wageningen Food Safety Research (Wageningen Food Safety Research)) en Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU Universitair Medisch Centrum Utrecht (Universitair Medisch Centrum Utrecht)).
  • Het RIVM, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de NVWA hebben de resultaten van dit onderzoek altijd in een vroege fase met de EFSA gedeeld. De EFSA heeft in hun nieuwe beoordeling deze gegevens ook gebruikt.
  • NVWA-BuRO heeft in 2018 een internationale bijeenkomst georganiseerd over de veiligheid van titaniumdioxide. Hierna heeft NVWA-BuRO in 2019 advies gegeven voor vervolgstappen aan de minister van VWS.
  • De Europese Commissie besluit of een voedseladditief gebruikt mag worden of niet. De verschillende landen nemen samen het besluit. Het ministerie van VWS doet dit voor Nederland.

Welk onderzoek heeft het RIVM naar E 171 gedaan?

In 2020 heeft het RIVM de verschillende effecten van titaniumdioxide op de darmwand en de lever geordend en beoordeeld. Daarbij gebruikte het RIVM nieuwe informatie over hoe titaniumdioxide tot schadelijke effecten in de darm of lever zou kunnen leiden.

Een flink aantal dierstudies laat effecten van titaniumdioxide op cellen in die organen zien. Die effecten kunnen mogelijk leiden tot darmtumoren of leverontsteking. Die eerste effecten gebeuren bij hoge doseringen. Ongeveer 10 keer hoger dan de geschatte hoeveelheid van titaniumdioxide die mensen binnen krijgen.

Het RIVM vindt dit verschil (te) klein. Daarom sloot het RIVM negatieve effecten op de gezondheid van de mens door inslikken van titaniumdioxide niet uit. Dieren verschillen van mensen. Het blijft daarom onduidelijk of die effecten op de cellen in darm en lever van de dieren ook gebeuren bij de mens. En of deze reacties echt zullen leiden tot darmtumoren of leverontsteking.

Ophoping in het lichaam

Onderzoek door het RIVM in samenwerking met anderen laat zien dat titaniumdioxidedeeltjes lang in het lichaam blijven zitten. Daardoor kunnen titaniumdioxidedeeltjes in organen ophopen. Deze ophoping betekent niet automatisch dat er een risico voor de gezondheid is. Het geeft wel aan dat hier goed naar gekeken moet worden. Daarom is onderzoek naar langdurige blootstelling belangrijk.

Het RIVM heeft in 2016 met computermodellen een schatting gemaakt van het aantal titaniumdioxidedeeltjes in verschillende organen van de mens. Deze schatting gaat uit van inslikken door voedsel, voedingssupplementen en tandpasta. Dat laatste is vooral belangrijk bij kleine kinderen. Het RIVM vergeleek het geschatte aantal deeltjes in de lever met het aantal dat bij proefdieren problemen in de lever veroorzaakt. Uit dit onderzoek blijkt dat effecten op de lever niet kunnen worden uitgesloten.

Deeltjes in organen van de mens

In 2018 hebben het RIVM en het onderzoeksinstituut WFSR voor het eerst titaniumdioxide laten zien in de lever en milt van mensen. Minstens een kwart van de gevonden titaniumdioxidedeeltjes bleken nanodeeltjes te zijn. De gemeten hoeveelheden in de milt komen overeen met de schatting met de computermodellen. In de lever maten de onderzoekers iets meer dan geschat met de computermodellen.

De gevonden aantallen van titaniumdioxidedeeltjes in de lever van de mens leidde in proefdieren niet tot gezondheidseffecten. Maar het is wel hoger dan wat het RIVM veilig vindt voor mensen. Dat komt doordat er bij het bepalen van een veilige waarde altijd uitgegaan wordt van mogelijke verschillen in gevoeligheid tussen mens en dier en tussen verschillende mensen.

In 2020 hebben het RIVM en WFSR deze metingen opnieuw gedaan. Zij hebben toen ook titaniumdeeltjes gemeten in weefsels van darmen en nieren van mensen.

 

Publicaties

Zie ook