In 2022 is de Nationale Aanpak Productverbetering (NAPV Nationale Aanpak Productverbetering (Nationale Aanpak Productverbetering)) gestart. Hiermee moedigt het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) fabrikanten extra aan om de samenstelling van hun voedingsmiddelen te verbeteren. Het RIVM ontwikkelde samen met het Voedingscentrum en de HAS Hogeschool criteria om die verbeteringen stap voor stap te realiseren. De komende jaren volgen we de veranderingen in de samenstelling.

Doel NAPV Nationale Aanpak Productverbetering (Nationale Aanpak Productverbetering)

De NAPV is onderdeel van het Nationaal Preventieakkoord. Daarin is afgesproken dat het voor mensen makkelijker moet worden om te kiezen voor gezonde voeding. Dit omdat de helft van de Nederlanders kampt met overgewicht. Naast het verbeteren van voedingsmiddelen is en blijft het belangrijk dat mensen zelf ook bewust gezonde keuzes maken. De Schijf van Vijf en een voedselkeuzelogo als de Nutri-Score kunnen daarbij helpen.

Doel van het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) is dat in 2030 per productgroep de helft van de producten tot de beste categorie behoort en maximaal 10 procent tot de slechtste qua hoeveelheid voedingsstoffen. Om dit te bereiken, is het de bedoeling om verbeteringen die eerder zijn afgesproken, te versnellen en uit te breiden naar alle bewerkte voedingsmiddelen.

Stap voor stap verbeteren samenstelling voedingsmiddelen

Fabrikanten worden aangemoedigd om de samenstelling van bewerkte voedingsmiddelen stap voor stap te verbeteren. Dit kan door minder zout en/of suiker toe te voegen en/of de hoeveelheid verzadigd vet te verlagen. Ook kan de hoeveelheid vezel in producten zoals bruinbrood verhoogd worden door meer volkorenmeel te gebruiken. Fabrikanten kunnen stappen maken met zowel producten waarvan de samenstelling nog flink te verbeteren is als producten waarbij deze al gunstiger is. Hier is een methode met criteria voor bedacht.

Hoe werkt deze methode?

Producten zijn ingedeeld in productgroepen op basis van onder andere  samenstelling/receptuur, productiewijze, houdbaarheid en textuur. Zie het overzicht van de definities en voorbeelden van deze groepen. Voor elk product binnen een productgroep (zoals soep of koek) is gekeken naar de hoeveelheid van de voedingsstoffen. Deze gegevens zijn verzameld via de etiketten zoals te vinden in de Levensmiddelendatabank. Deze huidige waarden bepalen per productgroep de 3 grenswaarden voor zout, suiker,  en/of verzadigd vet: laag, midden, hoog. Voor vezel zijn alleen grenswaarden opgesteld voor brood (hoog, midden, laag).

Elke productgroep krijgt zo verschillende trappen voor verbetering: voor zout, suiker, verzadigd vet en/of vezel. Behalve als de productgroep bijvoorbeeld maar een kleine bijdrage levert aan de totale hoeveelheid van de voedingsstof die mensen dagelijks binnenkrijgen. Hiermee kunnen fabrikanten de komende jaren stap voor stap werken aan verbetering op meerdere voedingsstoffen. Fabrikanten van producten die nu bijvoorbeeld boven de hoogste grenswaarde zitten voor zout, werken eerst toe naar de trede onder de hoogste grenswaarde, en kunnen vervolgens richting de middelste grenswaarde bewegen. Voor suiker kan de laagste grenswaarde al meteen het eerste richtpunt zijn. Dat ziet er als volgt uit voor krokante muesli (ontbijtgranen):

Trapsgewijze grenswaarden

Productgroep - ontbijtgranen
Voorbeeldproduct - krokante muesli

Elke fabrikant weet dus voor zijn product naar welke grenswaarden hij toewerkt. Het resultaat van de verbeteringen van elk ‘los’ product draagt bij aan het resultaat van de totale productgroep.

Aanpassing grenswaarden juli 2023 

Naar aanleiding van de invoering van Nutri-Score en behoeften van fabrikanten en koepelorganisaties is in juli 2023 een aantal aanpassingen doorgevoerd op de grenswaarden. Ook zijn er nu criteria opgesteld voor het zoutgehalte van kant-en-klaarmaaltijden. 

Groothandel

De criteria zijn nu opgesteld met gegevens van producten die in de supermarkten te koop zijn. Een groot deel van de producten in de groothandels is qua type vergelijkbaar met die in de supermarkten. Daarom zijn de criteria ook van toepassing op groothandelproducten. 

Hoe verder

Het is de bedoeling dat steeds meer bedrijven met de NAPV aan de slag gaan. In 2025, 2028 en 2031 geeft het RIVM een update over de voortgang. Hierbij kijken we of de samenstelling van voedingsmiddelen daadwerkelijk verbetert en producten verschuiven naar andere treden. Er wordt nu onderzoek gedaan naar de  mogelijkheden om deze gegevens te combineren met verkoopgegevens van supermarkten. Dit geeft meer zicht op de impact van productverbetering. 

Samenwerking

Het RIVM stelde de methode en criteria op samen met het Voedingscentrum en de HAS Hogeschool, in opdracht van het ministerie van VWS. Daarnaast vroegen we advies over productverbetering aan experts van Wageningen Food & Biobased Research. Het RIVM blijft als onderdeel van de werkgroep Criteria en monitoring betrokken bij bijeenkomsten met de fabrikanten. Zo blijven we op de hoogte van wat de aanpak in de praktijk oplevert.

Ook in Europa werkt het RIVM aan productverbetering. Dat gebeurt in het  Joint Action Best-ReMap project.

Geschiedenis van monitoring bij het RIVM

Het RIVM volgde van 2012 tot 2020 tweejaarlijks het gehalte aan zout, verzadigd vet en suiker in bewerkte voedingsmiddelen in supermarkten (voorheen bekend als de Herformuleringsmonitor). Tussen 2014 en 2020 volgde het RIVM ook de samenstelling van groepen levensmiddelen waarvoor afspraken zijn gemaakt in het Nationaal Afspraak Verbetering Productsamenstelling (AVP Akkoord Verbetering Productsamenstelling (Akkoord Verbetering Productsamenstelling)). 

Meer informatie

Akkoord Verbetering Productsamenstelling (voorloper NAPV):

Nationaal Preventieakkoord (NPA):