Surveillance van COVID-19, griep en andere luchtweginfecties: winter 2021/2022

Surveillance van COVID-19, griep en andere luchtweginfecties: winter 2021/2022

Go to abstract

Abstract

Het RIVM brengt elk jaar in kaart hoeveel mensen in Nederland griep en andere luchtweginfecties hebben gehad. Sinds 2020 doen we dat ook voor het aantal mensen in Nederland dat het coronavirus hadden.

Coronavirus Tijdens de zomer van 2021, van juli tot en met september, hadden heel weinig mensen een positieve coronatest. In het najaar en de winter nam het aantal weer toe, door de opkomst van de delta- en omikronvariant. Tussen mei 2021 en mei 2022 zijn 6.448.170 mensen positief getest op corona. Van hen zijn 44.990 mensen opgenomen in het ziekenhuis, en 5756 op de intensive care. Van 3482 mensen is bekend dat ze zijn overleden aan COVID-19.

Griepepidemie De griepepidemie in het griepseizoen 2021/2022 begon later dan eerdere seizoenen en duurde 13 weken. Ongeveer 127.378 mensen gingen naar de huisarts met griepachtige klachten. Dit waren er minder dan normaal: veel mensen met deze klachten lieten zich testen op het coronavirus en gingen niet naar de huisarts. Naar schatting hebben tussen oktober 2021 en mei 2022 ongeveer 795.000 mensen griep gehad. Mensen zijn vooral ziek geworden van het type A(H3N2) griepvirus.

RS-virus Sinds het voorjaar van 2021 melden ziekenhuizen hoge aantallen infecties met het RS-virus, vooral in de zomer van dat jaar. Deze infecties komen vooral bij kinderen onder de vier jaar voor. De meesten hebben milde klachten, maar de infectie kan soms zo ernstig verlopen dat ze in het ziekenhuis moeten worden opgenomen. Na de zomer van 2021 daalde het aantal infecties, maar bleef het nog wel zo hoog dat het de omvang van een epidemie heeft. Deze epidemie duurt al meer dan een jaar. In totaal meldden de ziekenhuizen 4504 infecties met het RS-virus tussen mei 2021 en mei 2022.

Meldingsplichtige luchtweginfecties Sommige luchtweginfecties moeten bij de GGD worden gemeld. De GGD kan dan zo nodig actie nemen om te voorkomen dat ze zich verder verspreiden. Het aantal meldingen van legionella (658) is in 2021 sterk gestegen. Het aantal meldingen van tuberculose was in 2021 hoger (680) dan in 2020, maar nog wel lager dan de jaren daarvoor. Het aantal meldingen van psittacose (papegaaienziekte, 55) was in 2021 aanzienlijk lager dan vorige jaren. Het aantal meldingen van Q-koorts (6) was vergelijkbaar met 2020, maar lager dan de jaren daarvoor. Deze ziekten, met uitzondering van tuberculose, uiten zich meestal in de vorm van longontstekingen. Omdat de oorzaak daarvan vaak niet wordt onderzocht, zullen meer mensen deze ziekten hebben gehad dan is gemeld.

Abstract

Each year, RIVM presents an overview of how many persons in the Netherlands got the flu and other respiratory infections. Since 2020, this report has also included an overview of how many people contracted the coronavirus.

Coronavirus
During the summer of 2021, from July through September, very few people tested positive for SARS-CoV-2. These numbers increased during the autumn and winter with the rise of the Delta and Omicron variants. Between May 2021 and May 2022, 6,448,170 persons tested positive for SARS-CoV-2, of whom 44,990 were admitted to the hospital and 5756 were admitted to intensive care. 3482 persons are known to have died as a result of COVID-19.

Flu epidemic
The flu epidemic during the 2021/2022 flu season started later than in previous seasons and lasted 13 weeks. During this season, about 127,378 people went to their general practitioner with flu-like illness. This was less than in previous seasons, as most people with flu-like illness were tested for coronavirus and did not go to their general practitioner. An estimated 795,000 persons have had the flu between October 2021 and May 2022. They mainly became ill with type A(H3N2) influenza virus.

RS-virus
Since the spring of 2021, hospitals have been reporting high numbers of infections with RS-virus, particularly in the summer of that year. These infections mainly occur in children under four years of age. Most have mild symptoms, but the infection can sometimes be so severe that hospitalization is necessary. After the summer of 2021, the number of infections decreased, though it remained high enough to speak of an epidemic. This epidemic has been going on for more than a year. In total, hospitals reported 4504 RS-virus infections between May 2021 and May 2022.

Notifiable respiratory infections
Some respiratory infections have to be reported to the Public Health Services. When necessary, they can then quickly take action to prevent their further spread. The number of reported legionella cases (658) has increased sharply in 2021. The number of tuberculosis cases was higher in 2021 (680) compared to 2020, but still lower than in previous years. The number of psittacosis (parrot fever, 55) cases was significantly lower in 2021 than in previous years and the number of Q fever cases (6) was comparable to 2020, but also lower than in previous years. Q fever, psittacosis and legionella generally manifest themselves in the form of pneumonia. Persons with pneumonia are often not tested, so the causative pathogen remains unknown. The actual numbers are therefore higher than the reported numbers.

Publisher

Institute
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Remaining

Size
2240 kb