Epidemiological impact and effectiveness of COVID-19 measures in the Netherlands

Epidemiological impact and effectiveness of COVID-19 measures in the Netherlands

Go to abstract

Abstract

De Nederlandse maatregelen tijdens de coronacrisis werkten goed om het aantal besmettingen met het virus SARS severe acute respiratory syndrome (severe acute respiratory syndrome)-Cov-2 te verminderen. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Dit waren maatregelen die ervoor zorgden dat mensen het virus zo min mogelijk aan elkaar doorgaven. Bijvoorbeeld door anderhalve meter afstand van elkaar te houden en de sluiting van scholen. De resultaten van dit onderzoek helpen het RIVM om bij een volgende grote ziekte-uitbraak snel te adviseren over maatregelen en beleid. 

Hoe goed de contactmaatregelen werkten, is niet per losse maatregel te onderzoeken. Dat komt omdat er vaak meerdere tegelijk golden. Wel kun je kijken naar de effecten van verschillende pakketten van maatregelen. Voor Nederland bleek: hoe zwaarder het pakket aan maatregelen als geheel, hoe effectiever. Ook is het moment waarop de maatregelen ingingen heel belangrijk. Hoe sneller ze na het begin van de eerste coronagolf werden ingevoerd, hoe meer sterfgevallen zijn voorkomen.  

Uit het onderzoek komen een aantal adviezen over maatregelpakketten. Een daarvan is om bepaalde gegevens van besmette personen te verzamelen. Zoals wie de meest waarschijnlijke besmetter is, wat het meest waarschijnlijke moment van de besmetting is en de eerste ziektedag. Met deze informatie kan worden bepaald hoeveel tijd er zit tussen besmet raken en ziek worden. En hoe lang het duurt voordat een besmet persoon iemand anders besmet.

Een ander advies is om zo snel mogelijk goed inzicht te krijgen hoe vaak mensen contact hebben met anderen in een samenleving en hoe mensen zich verplaatsen. Dit is nodig om beter te kunnen bepalen welke maatregelen het beste de verspreiding van een virus kunnen tegengaan.  

Vanaf januari 2021 is in Nederland gestart met vaccinatie tegen COVID19. In binnen- en buitenland is onderzocht in hoeverre de vaccins mensen hebben beschermd tegen COVID-19, de ziekte die het virus veroorzaakt. Daaruit blijkt dat gevaccineerde mensen minder vaak besmet raken dan ongevaccineerde mensen. Daarnaast worden gevaccineerde mensen minder vaak ziek na een besmetting met het coronavirus dan ongevaccineerde mensen. Ze geven het virus ook minder vaak door. Verder hebben gevaccineerden een veel kleinere kans om door COVID-19 in het ziekenhuis terecht te komen of te overlijden.

Abstract

The measures implemented in the Netherlands during the COVID-19 crisis were effective in reducing infections with the SARS-CoV-2 virus. This is the outcome of a study conducted by RIVM. The measures were intended to minimise the risk of people transmitting the virus to others, for example by means of social distancing and by closing schools. The results of this study will help RIVM in providing rapid advice on measures and policy in the event of a new major outbreak of disease. 

The effectiveness of contact measures cannot be determined at the level of individual measures. This is because often several measures were in force at the same time. However, it is possible to look at the effects of different packages of measures. In the Netherlands it was found that the more severe the package of measures as a whole, the greater the effect. The timing of the measures was also very important. The faster the measures were introduced after the start of the first wave of infections, the more deaths they were able to prevent.  

The study has also yielded a number of recommendations on such packages of measures. One of these recommendations is to collect specific data on people who are infected, such as data on the most likely source of infection, the most likely time of exposure, and the first day of illness. This information can be used to calculate the amount of time between the moment of exposure and the onset of illness, and the time it takes before an infected person can infect another person.

Another recommendation is to obtain a clear picture, as soon as possible, of the frequency of contacts between individuals in society and of the ways in which people move about. This information will improve our ability to identify the measures that are most effective in curbing the spread of a virus.  

In the Netherlands, vaccinations against COVID-19 started in January 2021. Researchers in the Netherlands and abroad have studied the extent to which the vaccines helped to protect people against COVID-19, the disease caused by the virus. They found that vaccinated people were less likely to be infected than non-vaccinated people. In addition, vaccinated people were less likely to fall ill after infection with coronavirus than unvaccinated people, and were also less likely to transmit the virus to others. Moreover, vaccinated people were much less likely to end up in hospital or die as a result of COVID-19. 

Publisher

Institute
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Remaining

Size
1525 kb