In de Europese Farmacopee wordt de naamgeving van werkzame bestanddelen, hulpstoffen en reagentia eenduidig vastgelegd. Waar mogelijk wordt de nomenclatuur in overeenstemming gebracht met de International Nonproprietary Names (INN) zoals deze door de WHO (World Health Organization ) zijn gedefinieerd.
Deze nomenclatuur voorkomt misverstanden over de identiteit van
de stoffen waar registratiemedewerkers bij overheid en industrie
mee te maken hebben.
De monografieën voor plantenmateriaal zijn weliswaar nog niet groot
in aantal, maar ook voor die producten heeft de Europese Farmacopee
een rol bij de definiëring van herkomst, samenstelling en daaraan
gekoppelde nomenclatuur. Vanwege de voorkeurstalen Frans en Engels
is hierbij het voor de hand liggende gebruik van Latijnse
benamingen echter naar de achtergrond verdwenen. Dit leidt soms tot
verwarring. Botanische herkenning wordt met tekeningen mogelijk
gemaakt.
Naast de Europese Farmacopee geeft het EDQM (European Directorate for the Quality of Medicines and Health Care) (European
Directorate for the Quality of Medicines) ook een lijst met
standaardtermen uit voor farmaceutische toedieningsvormen,
toedieningswegen en verpakkingsmaterialen. Deze lijst is ontwikkeld
op verzoek van de EMA (European Medicines Agency) (EuropeanMedicines Agency),
vanwege de verwarring veroorzakende uiteenlopende naamgeving van
producten. In Europa is de industrie nu verplicht zich aan deze
vastgelegde nomenclatuur te houden. Dit bevordert de eenduidigheid
van de gebruikte termen in Summary of Product Characteristics
(SPC (Summary of Product Characteristics)),
bijsluiters en op de verpakking.