Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten verbiedt expliciet het gebruik van bepaalde planten/kruiden in kruidenpreparaten vanwege hun toxische effecten. Op de lijst met ‘verboden kruiden’ staat op dit moment per plantengeslacht doorgaans slechts één (meestal Europese) soort genoemd. Het is echter aannemelijk dat ook soorten die verwant zijn aan deze ‘verboden kruiden’ bij gebruik in kruidenpreparaten tot schadelijke effecten voor de gezondheid kunnen leiden. Hetzelfde kan gelden voor niet-verwante kruiden die dezelfde schadelijke stoffen bevatten als kruiden die zijn opgenomen in de lijst. Het RIVM heeft risicobeoordelingen opgesteld voor een aantal specifieke stoffen in kruidenpreparaten om te beoordelen of een maximaal toelaatbaar gehalte in kruidenpreparaten vast te stellen is of dat een algemeen verbod op deze stoffen in kruidenpreparaten te prefereren is.