B.S. den Hollander, A. Dalhuijsen
Op 31 augustus 2010 werden 4 aspirant-leden van een Leidse studentenvereniging ziek. Zij hadden voornamelijk last van braken, maar ook van diarree. Al snel werd gediagnosticeerd dat het een uitbraak van het norovirus was. Uiteindelijk bleek dat 75 van de 315 aspirant-leden ziek waren geweest. Deze uitbraak toont aan dat het cruciaal is dat studentenverenigingen en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en voorafgaand aan studentenintroductieperioden contact hebben om in geval van een uitbraak snel maatregelen te kunnen nemen.
Aan de 15 dagen durende kennismakingstijd (KMT) van een Leidse studentenvereniging deden 180 vrouwelijke en 135 mannelijke studenten van 17-19 jaar mee. Zij hadden intensief contact met een 50 man tellende organisatiecommissie, leeftijd 20-25 jaar. In de tweede week kwamen de 315 aspirant-leden bijna dagelijks in contact met ongeveer 1300 leden van de genoemde studentenvereniging. Het is onbekend hoeveel mensen in totaal blootgesteld zijn geweest.
Verloop
Op 31 augustus 2010, dag 10 van de KMT, lagen aan het eind van de middag binnen 2 uur 4 aspirant-leden brakend op bed. Later kregen zij ook last van diarree. Over koorts is helaas niets bekend omdat hun thermometers stuk waren. In eerste instantie werd gedacht aan een voedselvergiftiging. Anamnestisch leek voedsel echter geen rol te spelen. Het aantal aspirant-leden met klachten nam gedurende de nacht toe. Het exacte aantal was op dat moment onbekend. Op 1 september 2010 werd contact opgenomen met de GGD. In overleg werden van 3 patiënten fecesmonsters verzameld en op 2 september bij het klinisch microbiologisch laboratorium van het Leids Universitair Medisch Centrum ingeleverd. Dankzij het snelle handelen van het laboratorium werd binnen 24 uur, op 3 september 2010, duidelijk dat alle 3 monsters positief waren voor norovirus.
In de ochtend van 3 september werden 18 zieken door de organisatiecommissie van de KMT naar huis gestuurd. In de middag nogmaals 34 en ’s avonds tenslotte 17. De volgende dag werden nog 6 zieken naar huis gestuurd. Voor zover bekend zijn er vanaf zondag 5 september geen nieuwe gevallen gemeld. In totaal waren er uiteindelijk 75 ziektegevallen bekend. Een aantal daarvan is door Leidse huisartsen gezien. Vier studenten uit de organisatiecommissie hadden niet-typische klachten.
Waarschijnlijk heeft secundaire verspreiding plaatsgevonden onder de studenten van de vereniging. Uit een steekproefonderzoek onder de bewoners van de studenthuizen van de vereniging bleek dat ook zij klachten van braken en diarree hadden gehad tijdens de KMT. Tot en met een week na de KMT was er sprake van nieuwe besmettingen. De omvang van deze secundaire verspreiding is onduidelijk.
Maatregelen
Na de uitslag van het laboratorium nam de studentenvereniging, in overleg met de GGD, de volgende maatregelen:
- Zieken werden geïsoleerd van de niet-zieken verzorgd
- Ouders/verzorgers werden verzocht hun zieke kinderen op te halen.
- Aspirant-leden mochten pas weer deelnemen aan de KMT als zij 48 uur klachtenvrij zijn geweest. Om het slotfeest te kunnen bijwonen is vanaf zaterdag 4 september 12.00 uur de periode van 48 uur teruggebracht naar 30 uur
- Ouders/verzorgers en alle leden van de vereniging werden per e-mail geïnformeerd over de maatregelen en werden verzocht zich daaraan strikt te houden om verdere verspreiding te voorkomen. Ook werd een bijlage meegestuurd van het RIVM over de ziekte, het verloop en de preventie
Voor de overgebleven niet zieke aspirant-leden golden strikte hygiënemaatregelen (1)
- Meerdere malen per dag handen wassen
- Hoesten in elleboogholte (hoewel dit niet van invloed is op de transmissie van norovirus, is het wel nuttig voor de algemene hygiëne)
- Dranken per persoon uitreiken en niet delen
- Tenten en zalen goed ventileren
- Sanitaire voorzieningen extra schoonmaken
- Kleding wassen op 90°C
- Geen toegang tot de keuken (eten bereiden, uitdelen, afwassen)
- Geen contact met gehandicapten en andere kwetsbare groepen tijdens de geplande goededoelendag tijdens de KMT
De niet zieke aspirant-leden werden geïnformeerd over de uitbraak van het norovirus, de symptomen en de genomen maatregelen. Zij werden verzocht zich zich te melden als zij last kregen van misselijkheid, braken, hoofdpijn, buikpijn, diarree en milde koorts. Dit om verdere verspreiding te voorkomen. Verder werd aan alle aspirant-leden medegedeeld dat als zij door ziekte niet kunnen deelnemen aan de KMT, dit niet zal betekenen dat zij geen lid kunnen worden.
Discussie en conclusie
Tijdens deze uitbraak zijn zeker 75 aspirant-leden ziek geworden, een attack rate van 23.8 %. (Tabel 1) Hoogstwaarschijnlijk is dit een onderschatting. De aspirant-leden verzwegen in eerste instantie hun klachten omdat ze niet naar huis gestuurd wilden worden. Het verschil in attack rate tussen mannen en vrouwen, respectievelijk 23.0 % en 24.4% was statistisch niet significant.
Waarschijnlijk heeft secundaire verspreiding plaats gevonden. De omvang is onduidelijk, ondanks de oproep aan de leden van de studentenvereniging om zich in geval van klachten te melden bij het bestuur. Een verklaring is hiervoor dat ook de leden niet uitgesloten wilden worden van deelname aan de activiteiten tijdens de KMT. Ook zullen zij eventuele klachten in verband gebracht hebben met met vermoeidheid en overmatig alcoholgebruik.
Het is niet bekend hoe de eerste 4 aspirant-leden besmet zijn geraakt noch of er een gezamenlijke bron van infectie is geweest. Gezien de incubatietijd (1-3 dagen) hebben zij mogelijk de zieken van vrijdag 3 september 2010 besmet.
Omdat direct na de KMT het nieuwe collegejaar begon, werd gevreesd voor een uitbraak onder alle studenten in Leiden. Dat is voor zover bekend niet gebeurd.
De studentenvereniging heeft overwogen de KMT vervroegd te beëindigen om verdere verspreiding te voorkomen. In overleg met GGD Hollands Midden en de LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) en gezien de geringe ernst van de ziekte versus de te verwachten ophef onder studenten, ouders en media, is besloten dit niet te doen.
Door de deels primitieve omstandigheden waaronder de KMT plaats vond, bleek het niet mogelijk om grote groepen mensen de handen met zeep te laten wassen onder stromend water. Daarom werd gekozen voor desinfecterende handgel/alcohol. Dit heeft veel voordelen, maar de maatregel draagt weinig tot niets bij aan de bestrijding van norovirus. Het advies is dan ook om in deze situaties te zorgen voor voor optimale handhygiëne door het gebruik van water en zeep.
Dankzij het contact tussen de studentenvereniging, GGD Hollands Midden en enkele huisartsen in Leiden kon snel ingegrepen worden. Dit is mede mogelijk gemaakt door het snelle handelen, binnen 24 uur, van het klinisch microbiologisch laboratorium van het Leids Universitair Medisch Centrum. Tenslotte blijkt uit deze uitbraak het belang van de 24-uurs bereikbaarheid van de GGD.
Auteurs
B.S. den Hollander, A. Dalhuijsen, infectieziektebestrijding, GGD Hollands Midden, Leiden.
Correspondentie
B.S. den Hollander | barbaradenhollander@hotmail.com
Literatuur
- Calicivirus-(infectie) Voorlichtingsmateriaal ISI Informatie Standaard Infectieziekten (Informatie Standaard Infectieziekten) oktober 2007. RIVM.
- Calicivirus-(infectie) LCI-richtlijn, RIVM.
- T.J. Daha Handreiniging of desinfectie, Tijdschrift voor Hygiëne en Infectiepreventie 2007-3, november 2010.