Onderzoeksvraag 1 en 2: Booster- en herhaalprik

Beschrijvende statistieken

Booster

In ronde 30 van het trendonderzoek hebben 5.158 respondenten deelgenomen. Van die 5.158 respondenten zijn er 461 (8,9%) die de basisserie niet hebben afgerond, deze respondenten worden niet meegenomen in dit stuk. In de tabel hieronder is weergegeven hoe de verdeling is over de verschillende groepen wat betreft de booster. 

Tabel B1. Percentage mensen dat geen booster wil, twijfelt over een booster of een booster heeft gehad, van de respondenten die een basisvaccinatie hebben gehad.

Groep

N

%

Opmerkingen

Booster gehad

3.899

83,0

 

Twijfel over de booster

409

8,7

Inclusief antwoordoptie: nog niet, maar wil wel (omdat er ruime gelegenheid is geweest om de booster te halen deze groep niet onder de ‘ja’ categorie gevoegd)

Wil geen booster

389

8,3

 

Herhaalprik

Er is alleen gevraagd of respondenten een herhaalprik hebben gehad als ze een booster hebben gehaald. Voor de herhaalprik komt alleen een selecte groep respondenten onder de 60+ in aanmerking (bij een medische kwetsbaarheid). Er zijn echter veel respondenten in de jongere leeftijdsgroepen die aangeven wel de herhaalprik te hebben gehad (meer zelfs dan respondenten die aangeven een medische kwetsbaarheid te hebben). Dit wijst mogelijk op verwarring met de booster. Daarom kijken we voor de herhaalprik analyses alleen naar de groep 55-69 jarigen en de groep 70+ die een booster hebben gehaald. Van deze groep zijn er een aantal respondenten die aangeven niet in aanmerking te komen voor de prik (dat komt bij 33 mensen voor in de groep 70+ terwijl dat eigenlijk niet kan). Deze respondenten zijn buiten beschouwing gelaten omdat we voor die respondenten niet weten of ze wel of niet een prik hebben gehad. In de groep 55-69 jarigen zijn er 250 die aangeven niet in aanmerking te komen, dat kunnen 55 tot 59 jarigen zijn. In totaal zijn er 1.799 mensen die meegenomen kunnen worden in de analyses voor de herhaalprik.

Tabel B2. Percentage mensen dat herhaalprik heeft gehad, nog twijfelt over de herhaalprik, of deze niet wil, van de respondenten die ouder zijn dan 55*  en in aanmerking komen voor de herhaalprik 

De leeftijdsgrens voor de herhaalprik is 60, maar die uitsplitsing is in deze data niet te maken. Vandaar dat we kijken naar de groep vanaf 55 jaar die aangeeft in aanmerking te komen voor de herhaalprik.

Groep

N

%

Opmerkingen

Herhaalprik gehad

1.434

79,7

Inclusief antwoordoptie: nog niet, maar ga nog wel een herhaalprik halen (N = 319). Omdat er bijvoorbeeld sprake kan zijn van een late booster of recente besmetting waardoor de prik nog niet gehaald kon worden.

Twijfel over de herhaalprik

222

12,3

 

Wil geen herhaalprik

143

7,9

 

Regressie boostervaccinatie

Voor wel of geen boostervaccinatie wordt een multinomiale logistische regressie gedaan met drie uitkomst categorieën: booster gehad, twijfel over de booster en wil geen booster. De booster gehad is de referentie categorie. De regressie gaat in drie stappen: eerst de demografische kenmerken, vervolgens worden gezondheidskenmerken toegevoegd en tenslotte de risicoperceptie en het vertrouwen in de corona-aanpak van de overheid. 

Voorspeller

Stap 1: demografie, R2 = .15

Stap 2: gezondheid, R2 = .15

Stap 3: zorgen en vertrouwen, R2 = .23

Twijfel over booster

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

16-24 jaar1

11.5

<.001

8.8

<.001

8.7

<.001

25-39 jaar1

6.2

<.001

4.9

<.001

4.8

<.001

40-54 jaar1

4.0

<.001

3.1

<.001

3.1

<.001

55-69 jaar1

2.0

.002

1.8

.006

1.8

.006

Laagopgeleid2

2.2

<.001

2.2

<.001

2.2

<.001

Middelbaar opgeleid2

.2

.10

1.2

.12

1.2

.12

Mannen3

1.3

.03

1.2

.04

1.2

.04

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

.9

.67

.9

.65

Geen griepprik

 

 

1.4

.01

1.4

.02

Recente besmetting

 

 

2.5

.05

2.4

.06

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

1.0

.53

Vertrouwen in het coronabeleid5

 

 

 

 

1.0

.98

Wil geen booster

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

16-24 jaar1

27.3

<.001

18.9

<.001

12.1

<.001

25-39 jaar1

20.4

<.001

14.8

<.001

9.1

<.001

40-54 jaar1

9.9

<.001

7.3

<.001

5.2

<.001

55-69 jaar1

4.4

<.001

4.0

<.001

3.4

<.001

Laagopgeleid2

2.6

<.001

2.6

<.001

2.2

<.001

Middelbaar opgeleid2

1.8

<.001

1.8

<.001

1.5

.003

Mannen3

1.1

.28

1.1

.36

1.0

.98

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

1.2

.35

1.1

.61

Geen griepprik

 

 

1.5

.01

1.4

.04

Recente besmetting

 

 

1.1

.85

.8

.60

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

1.9

<.001

Vertrouwen in het coronabeleid5

 

 

 

 

.5

<.001

1 ten opzichte van 70+; 2 t.o.v. hoogopgeleid; 3 t.o.v. vrouwen; 4 hoe hoger hoe minder zorgen over het virus; 5 hoe hoger hoe groter het vertrouwen in de corona-aanpak van de overheid

Regressie herhaalprik

Voor wel of geen herhaalprik wordt een multinomiale logistische regressie gedaan met drie uitkomst categorieën: herhaalprik gehad, twijfel over de herhaalprik en wil geen herhaalprik. De herhaalprik gehad is de referentie categorie. De regressie gaat in drie stappen: eerst de demografische kenmerken, vervolgens worden gezondheidskenmerken toegevoegd en tenslotte de risicoperceptie en het vertrouwen in het coronabeleid van de overheid. 

Voorspeller

Stap 1: demografie, R2 = .05

Stap 2: gezondheid, R2 = .09

Stap 3: zorgen en vertrouwen, R2 = .19

Twijfel over herhaalprik

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

55-69 jaar1

2.4

<.001

2.2

<.001

2.2

<.001

Laagopgeleid2

1.7

.006

1.7

.006

1.5

.037

Middelbaar opgeleid2

1.3

.16

1.3

.18

1.2

.43

Mannen3

.9

.54

.9

.67

.9

.38

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

.9

.46

.9

.58

Geen griepprik

 

 

2.5

<.001

2.4

<.001

Recente besmetting

 

 

.6

.24

.6

.27

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

1.5

<.001

Vertrouwen in het coronabeleid5

 

 

 

 

.6

<.001

Wil geen herhaalprik

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

55-69 jaar1

2.1

<.001

1.8

.002

1.7

.007

Laagopgeleid2

1.7

.023

1.8

.023

1.4

.16

Middelbaar opgeleid2

1.7

.017

1.7

.022

1.4

.15

Mannen3

.7

.021

.7

.035

.6

.006

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

1.6

.023

1.6

.019

Geen griepprik

 

 

3.8

<.001

3.4

<.001

Recente besmetting

 

 

1.6

.51

1.6

.54

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

1.9

<.001

Vertrouwen in het coronabeleid5

 

 

 

 

.4

<.001

1 ten opzichte van 70+; 2 t.o.v. hoogopgeleid; 3 t.o.v. vrouwen; 4 hoe hoger hoe minder zorgen over het virus; 5 hoe hoger hoe groter het vertrouwen in de corona-aanpak van de overheid

Interviews

Toelichting interviews: 28 interviews zijn gehouden van 28 juni tot en met 1 juli 2022. Respondenten zijn uit de vragenlijst geselecteerd op basis van leeftijd (60+), wel of geen booster gehad en geen vierde prik willen/ twijfelen over vierde prik. Er werden 90 mensen geselecteerd, waarvan 30 niet geboosterd en 60 wel geboosterd. Van de 60 die geboosterd zijn, twijfelen 30 over de herhaalprik, en 30 willen de herhaalprik niet. De groep geïnterviewden bestaat uit 14 vrouwen en 14 mannen. Leeftijd is als volgt verdeeld: 60-64 jaar 7 geinterviewden; 65-69 jaar 8 geinterviewden, 70-74 jaar 10 geinterviewden, 75-79 jaar 2 geinterviewden en 80-84 jaar 1 persoon. 24 geïnterviewden hadden een booster gehad, 4 hadden geen booster gehad. 

Boosterprik

  • 4 geinterviewden hebben geen boosterprik genomen. Drie vanwege gezondheidsklachten na eerdere vaccinaties (ziek geworden na vaccinatie, bijwerkingen gehad, toch corona gehad na vaccinatie); één nam geen booster vanwege het type vaccin.

“In december 2021 kreeg ik weer corona, toen dacht ik ik neem geen booster meer want het werkt niet. Mijn vrouw had wel een booster en vierde prik genomen en zij kreeg voorjaar 2022 toch corona. Ik geloof er niet meer in. Het beschermt me niet. Ik heb drie keer corona gehad.” 

“Ik doe er niet meer aan mee, tenzij er een hele andere uitbraak zou komen. Maar dan hoop ik dat er een ander vaccin wordt ontwikkeld en ze niet weer hetzelfde spul blijven gebruiken want ik denk dat het mij niet beschermt tot nu toe. Ik ben drie keer ziek geweest terwijl ik twee maal ben gevaccineerd.”

“Omdat ik langdurig ziek ben geweest na de eerste vaccinatie komt vaccineren niet meer in mijn gedachte voor. Het is nu zo dat zelfs mijn eventuele bezoek naar China, waar mijn zoon woont, daar vanaf kan hangen en dat is een heel vervelende beslissing, maar dat staat voor mij nu vast, want het welzijn van mijn leven vind ik belangrijker".

  • 24 geïnterviewden hebben wel de boosterprik genomen. Redenen die meerdere keren genoemd zijn om die boosterprik te halen.
    • Ter (extra/ langduriger) bescherming voor jezelf (vanwege kwetsbaarheid door leeftijd of gezondheidsproblemen en eventuele andere varianten van het virus).
    • Ter (extra/ langduriger) bescherming voor je (naaste) omgeving.
    • Toen was de situatie nog heel heftig/urgent: aantal besmettingen was hoog, effect van Omikron was nog niet goed bekend.
    •  Meer bewegingsvrijheid willen na alle beperkende maatregelen.
  • Praktische belemmeringen (moeite, tijd of bereikbaarheid) speelden bij geen van de geïnterviewden een rol in hun overweging.  

Herhaalprik 

(= de prik na de booster, waarvoor 60+ voorjaar 2022 een uitnodigingsbrief kregen)

  • Van de 24 geïnterviewden die wel een booster hebben genomen/ nog van plan zijn deze te nemen zegt ongeveer de helft de herhaalprik al te hebben gehaald, dit nog van plan te zijn of waarschijnlijk wel te doen. 
  • Belangrijkste reden hiervoor is dat dit nodig is om goed beschermd te blijven ook tegen nieuwe varianten. 
  • Veel geïnterviewden zeggen zelf te bepalen of en wanneer ze de herhaalprik willen halen. Hierbij zeggen ze een afweging te maken tussen:  
    • De besmettingskans, de werking en de werkingsduur van het vaccin en hoe gezond ze zelf zijn. De meesten willen, ook al lopen volgens sommige de besmettingen inmiddels weer op, de herhaalprik uitstellen tot na de zomer. Zodat ze dan goed beschermd zijn als het kouder en natter wordt en de besmettingskans weer toe neemt en omdat het vaccin anders al weer is uitgewerkt. 
  • Degenen die (op dit moment) geen herhaalprik nemen, geven verschillende argumenten: 
    • De meesten vinden dat de urgentie voor vaccinatie op dit moment ontbreekt (minder besmettingen en huidige variant die minder ziekmakend is).
    • o    Een deel beschrijft zichzelf als gezond, als niet vatbaar of verwacht geen ernstige gevolgen voor zich zelf bij een besmetting. 
    • Anderen hebben geen of minder vertrouwen in de effectiviteit van vaccinatie, met name omdat ze na de vorige prik toch (ernstige) corona hebben gekregen.
    • Sommigen hebben na de laatste prik veel en/of langdurig klachten ervaren (of kennen mensen in hun omgeving die dit hebben meegemaakt).
    • Enkelen vinden het aantal prikken te veel worden en de tijd tussen de prikken te kort. 
       

“Twee keer vaccineren, OK. Ik heb ook de booster gehaald. Maar de vierde keer denk ik, ik ben al gevaccineerd, hoe lang blijft het werken? Dus die vierde heb ik nog even opzij geschoven. Dan wordt het hetzelfde als de griepprik halen, wat ik ook niet doe. Ik voel me goed, ben gezond, als ik corona krijg kom ik er wel goed doorheen.” 

“Ik denk wel dat vaccinatie effectief is, maar hoever moet je gaan vraag ik me af. Vaccinaties zijn niet heilig. In het begin dacht ik we vaccineren ons er wel uit maar dat is niet zo. Er zijn mensen die zelfs corona krijgen na een vierde prik. Het is niet de oplossing. Als morgen de situatie heel erg verergert dan ben ik de eerste in de rij. Maar de Omikron is nu niet zo ernstig.” 

“Ik wil in elk geval wachten tot september, want als ik nu een vaccinatie neem, dan is het tegen de tijd dat de situatie urgent is weer uitgewerkt. Als het aantal besmettingen oploopt, dan is dat weer een nieuw afwegingsmoment. Als er niet veel aan de hand is, dan ben ik te vroeg.”  

“Ik denk nu aan september of oktober om de herhaalprik te nemen, afhankelijk van hoe het loopt. Als de besmettingen al eerder oplopen dan ga ik mogelijk eerder. Ik beredeneer voor mezelf wanneer het een goed moment is, dat is afhankelijk van de ernst van de situatie. Als ik nu ga, terwijl de situatie niet zo urgent is, dan is het vaccin tegen de tijd dat het wel urgent is weer uitgewerkt. Dus ik kan beter een later moment kiezen.”  

“Toen ik de uitnodiging kreeg stond de zomer voor de deur en ik ben nooit ziek in de zomer. Corona is het hevigste in de wintermaanden, dus daarom heb ik het vaccineren bewust even stopgezet. In het najaar is het meer nodig. Dan ben je weer veel binnen en minder buiten en kun je sneller besmet worden.” 
  
“Afgelopen winter, toen ik een booster kreeg, was de situatie ernstiger, de ziekenhuizen waren veel voller. In de zomer gaat het beter, is er ook minder risico en is het minder nodig om dan 'bij te vaccineren'.” 

“Ik heb het alleen uitgesteld. Ik bepaal zelf wanneer ik ga. Ik schat zelf in wanneer het echt nodig is om een volgende vaccinatie te nemen. De situatie geeft nu nog geen aanleiding. Het is nu zomer, het is echt andere situatie. Je bent veel meer buiten.” 

  • Praktische belemmeringen (moeite, tijd of bereikbaarheid) spelen bij geen van de geïnterviewden een rol in de overweging.  

Onderzoeksvraag 3 en 4: vaccinatiebereidheid in het najaar

Kwantitatieve analyses

De vraag over vaccinatiebereidheid in het najaar is op drie manieren gesteld (advies gezondheidsraad, OMT Outbreak Management Team (Outbreak Management Team) of kabinet). Steeds aan één derde van de respondenten. Eerder hebben we de percentages op de antwoorden vergeleken en die liggen heel dicht bij elkaar. Het lijkt niet uit te maken van wie het advies komt. Daarom is ervoor gekozen om één gecombineerde maat te maken zodat we een analyses naar vaccinatiebereidheid in het najaar kunnen doen voor de hele groep. Ook hier zijn de respondenten die de basisserie niet hebben afgerond buiten beschouwing gelaten om vergelijkbaar te zijn met de booster analyses (de vraag is überhaupt niet gesteld aan mensen die helemaal geen vaccinatie hebben gehad).

Groep

N

%

Opmerkingen

(waarschijnlijk) wel bereid

3.060

65,1

 

weet ik nog niet

956

20,4

 

(waarschijnlijk) niet bereid

681

14,5

 

Bereidheid vaccinatie najaar

Voor wel of geen bereidheid tot vaccinatie in het najaar is een multinomiale logistische regressie gedaan met drie uitkomst categorieën: (waarschijnlijk) wel, weet ik nog niet en (waarschijnlijk) niet. De optie (waarschijnlijk) wel is de referentie categorie. De regressie verliep in drie stappen: eerst de demografische kenmerken, vervolgens worden gezondheidskenmerken toegevoegd en tenslotte de risicoperceptie en het vertrouwen in de overheid. 

Voorspeller

Stap 1: demografie, R2 = .13

Stap 2: gezondheid, R2 = .14

Stap 3: zorgen en vertrouwen, R2 = .31

Weet ik nog niet

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

16-24 jaar1

7.2

<.001

5.2

<.001

4.3

<.001

25-39 jaar1

5.4

<.001

4.0

<.001

3.4

<.001

40-54 jaar1

3.9

<.001

3.0

<.001

2.7

<.001

55-69 jaar1

1.9

<.001

1.7

<.001

1.6

<.001

Laagopgeleid2

2.0

<.001

2.0

<.001

1.9

<.001

Middelbaar opgeleid2

1.6

<.001

1.6

<.001

1.6

<.001

Mannen3

.9

.19

.9

.15

.9

.058

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

1.1

.35

1.1

.57

Geen griepprik

 

 

1.5

<.001

1.4

.001

Recente besmetting

 

 

1.1

.62

1.1

.85

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

1.5

<.001

Vertrouwen in de overheid5

 

 

 

 

.6

<.001

Wil (waarschijnlijk) geen vaccinatie in het najaar

 

Adj OR

p

Adj OR

p

Adj OR

p

16-24 jaar1

9.4

<.001

5.9

<.001

3.7

<.001

25-39 jaar1

10.7

<.001

7.1

<.001

4.6

<.001

40-54 jaar1

6.3

<.001

4.2

<.001

3.2

<.001

55-69 jaar1

2.8

<.001

2.4

<.001

2.2

<.001

Laagopgeleid2

2.3

<.001

2.4

<.001

2.1

<.001

Middelbaar opgeleid2

1.9

<.001

1.9

<.001

1.7

<.001

Mannen3

1.0

.76

1.0

.66

.8

.076

Geen kwetsbare gezondheid

 

 

1.0

.72

1.0

.72

Geen griepprik

 

 

1.7

<.001

1.7

<.001

Recente besmetting

 

 

.7

.11

.5

.007

Zorgen over het virus4

 

 

 

 

2.6

<.001

Vertrouwen in de overheid5

 

 

 

 

.3

<.001

1 ten opzichte van 70+; 2 t.o.v. hoogopgeleid; 3 t.o.v. vrouwen; 4 hoe hoger hoe minder zorgen over het virus; 5 hoe hoger hoe groter het vertrouwen in de overheid

Grafiek. Vaccinatiebereidheid bij verschillende fictieve scenario’s (bij deelnemers die ten minste 1 coronavaccinatie hebben gehad).

Interviews

Voorwaarden voor herhaalprik

  • Het overgrote deel van de geïnterviewden die nog twijfelen over een vervolgvaccinatie benoemt wél bereid te zijn deze te nemen ‘als de situatie verergert’. Hiermee bedoelen ze met name dat een (nieuwe) variant ernstiger/ ziekmakender is en het aantal besmettingen stijgt. Voor een paar geïnterviewden doet die situatie zich voor als het aantal ziekenhuis- en IC intensive care (intensive care)-opnames stijgt, voor een aantal alleen als het aantal IC-opnames stijgt. 

“Ik zie nu de noodzaak niet in van een vierde vaccinatie. Ik ben niet tegen een vierde prik, maar ik wacht liever tot de situatie weer heftiger wordt.”

  • Een paar geïnterviewden noemen dat ze alleen bereid zijn een vervolgprik te nemen als er een nieuw/ander vaccin komt, bijvoorbeeld omdat ‘het oude vaccin’ niet werkt (toch corona gekregen), omdat een nieuw vaccin aangepast aan de Omikron-variant betere bescherming biedt of omdat er minder bijwerkingen zijn. 
  • Vrijwel alle geïnterviewden geven aan dat ze – als de situatie verergert – bereid zijn om een vervolgprik te nemen uit eigen bescherming. Een aantal noemen hierbij ook bescherming van anderen. 

Informatiebehoefte

Geïnterviewden die nog twijfelen over het nemen van een booster/ herhaalprik geven aan dat ze de volgende informatie nodig hebben om een keuze te kunnen maken:

  • Informatie die gaat over ‘de ernst van de situatie’/ die aangeeft dat de situatie verergert, waarmee wordt bedoeld dat het aantal besmettingen toeneemt, dat er nieuwe varianten komen of dat de druk op de zorg toeneemt.

“Ik wil horen dat de besmettingen toenemen en situatie erger wordt en varianten ernstiger zijn. Ook wil ik eerst horen dat druk op de zorg toeneemt. Dan kan ik zelf beslissen of dat 'het moment' is.” 

  • Een paar geïnterviewden geven aan dat ze informatie nodig hebben over de werkingsduur van een vaccin en over de beschermingsgraad ervan.
  • Genoemde informatie wil men vooral via het nieuws horen, of lezen op een overheidswebsite (RIVM/ Rijksoverheid). De informatie moet volgens de meeste geïnterviewden afkomstig zijn van het RIVM.

“Vooral via het nieuws. Dat ik de ernst ga inzien van de situatie, dat trekt mij over de streep. Dus dan moet op het nieuws de urgentie weer duidelijk worden.” 

Verbeterpunten vaccinatiecampagne

  • De meest genoemde verbeterpunten zijn praktisch van aard. Deze variëren van samen met je partner/gezin een afspraak kunnen maken/ naar priklocatie kunnen gaan, coronavaccinatie tegelijkertijd met de griepprik laten plaatsvinden en vaccinatie in je eigen woonplaats kunnen halen.  
  • Een paar geïnterviewden noemen dat ze informatie over het vaccin willen met betrekking tot de beschermingsgraad en werkingsduur en over de bijwerkingen. Ook noemen een paar geïnterviewden dat ze keuze willen in het merk vaccin.
  • Eén geïnterviewde noemde verbeterpunten voor de uitnodigingsbrief. Zo zou de brief in meerdere talen gestuurd moeten worden zodat ook mensen met een migratieachtergrond weten wat ze moeten doen. Ook zou de leesbaarheid van de brief verbeterd kunnen worden door de informatie puntsgewijs aan te bieden en bepaalde informatie meer in het oog te laten springen.

Inhoud van omgeving en artsen/experts

  • Vrijwel alle geïnterviewden geven aan dat wat hun omgeving kiest niet van invloed is op hun keuze wel/geen vervolgprik te nemen. Ze geven aan dat ze dit zelf wel bepalen. Een enkeling geeft aan dat ze het met hun omgeving bespreken en de voor hen steekhoudende argumenten meenemen in hun eigen afweging.
  • Voor iets meer dan de helft speelt wat artsen/experts zeggen geen rol, bijvoorbeeld omdat er veel tegenstrijdige berichten zijn en experts elkaar tegenspreken of ze echt hun eigen keuze maken. Degenen voor wie artsen/experts wel een rol spelen, geven aan een arts of expert te vertrouwen als deze zegt dat het nemen van een vaccin belangrijk is of dat artsen/experts meer weten dan zijzelf.