In het begin van mijn tijd als EPIET (Intervention Epidemiology Training)’er (European Programme for Intervention Epidemiology Training) in Nederland, alweer bijna twee jaar geleden, werd me altijd verteld ‘everyone learns Dutch – it’s easy!’ Dit werd gelijk gevolgd door talloze bijeenkomsten in wat wij Engelsen 'Double Dutch' noemen (iets wat onverstaanbaar is), met de opmerking 'zeg het wanneer je ons niet begrijpt…!' Hoe dan ook, in de loop van de tijd kwamen er veel interessante en uiteenlopende projecten op mijn pad. In deze bijdrage doe ik graag verslag van mijn ervaringen.
Kort nadat ik in Nederland was gearriveerd begon ik aan een onderzoek dat me de kans zou geven om ook het land beter te leren kennen. Ik heb veel verschillende steden bezocht, helaas beperkt tot de verpleeghuizen. Mijn opdracht om met wattenstaafjes de neuzen van de bewoners langs te gaan, op zoek naar MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus), vond ik een goede gelegenheid om mijn net geleerde Nederlandse woorden te oefenen. Ik voelde me erg gelukkig toen een bewoner mij vroeg of ik uit Oostenrijk kwam en nam aan dat dit betekende dat ik geen Engels accent had, wat in mijn ogen alleen maar iets goeds kon zijn. Toen ik dit aan mijn collega’s vertelde werd ik gauw uit mijn droom geholpen door hun gelach.
Het is de bedoeling om als EPIET (Intervention Epidemiology Training)’er onderzoek te doen naar uitbraken van infectieziekten. Als eerste heb ik met de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Hart voor Brabant een uitbraak van MRSA in een verpleeghuis onderzocht. Dit was een ontzettend leuke ervaring en ik heb er veel van geleerd. Hierna raakte ik betrokken bij de uitbraak van de bof onder studenten en opnieuw had ik de kans om met de GGD samen te werken, dit keer in Utrecht, Leiden en Delft. Naast werken en leren tegelijk, verwacht EPIET dat je ook ervaring opdoet in het lesgeven in de epidemiologie. Ik mocht dit in Indonesië doen op het Indonesian National Institute of Health Research and Development. Samen met andere EPIET’ers en collega’s van het RIVM verzorgden we gedurende een week een workshop over onderzoek tijdens een uitbraak. Soms kom je EPIET’ers ook tegen bij de NSPOH (Netherlands School of Public & Occupational Health) waar we helpen met het geven van cursussen.
Omdat EPIET zich richt op toegepast onderzoek ‘in het veld’, zijn er soms mogelijkheden om aan projecten buiten Europa te werken. Onlangs was ik via de WHO (World Health Organization) vijf weken in Nigeria, waar ik met een andere EPIET’er aan een studie werkte om na een vaccinatiecampagne de poliovaccinatiegraad te evalueren. We hopen dat we ons werk mogen presenteren op de volgende European Scientific Conference on Applied Infectious Disease Epidemiology (ESCAIDE) in november. Afgelopen jaar gaf ik daar een presentatie over het chlamydiascreeningsprogramma.
De twee jaar in Nederland zijn snel gegaan met de oranje hoogtepunten van Koninginnedag en natuurlijk het WK-voetbal. Ik heb het hier naar m’n zin en vind het fijn om elke dag naar mijn werk te fietsen, ook al wordt er tegen me gezegd dat ik ‘als een buitenlander fiets’. Na onsuccesvolle pogingen om op mijn fiets te blijven zitten in de tijden van ijs en sneeuw afgelopen winter, moet ik er helaas mee instemmen!
Mochten er mensen met een zwaar buitenlands accent aan een overleg deelnemen en zeggen dat ze EPIET’er zijn, dan weet u nu waar die vandaan komen. Nieuwsgierig naar EPIET? Ga naar www.epiet.org.
K. Greenland, EPIET-fellow
E-mail: katie.greenland@rivm.nl
In Nigeria bezig met onze studie