Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland.

Binnenland

Clostridium difficile-PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction)-ribotype 027-uitbraak in een ziekenhuis en een verpleeghuis

In een ziekenhuis en naburig verpleeghuis in het oosten van het land speelt een Clostridium difficile-PCR-ribotype 027-uitbraak. De typering is uitgevoerd door het C. difficile-referentielaboratorium in Leiden. In een tijdsbestek van ongeveer 3 maanden is de bacterie bij 3 verpleeghuis- en 8 ziekenhuispatiënten met diarreeklachten aangetoond. De gevallen concentreren zich op vooral op 1 ziekenhuisafdeling; tenminste 1 patiënt uit het verpleeghuis heeft op deze afdeling gelegen. Hygiënemaatregelen zijn in zowel het verpleeghuis als het ziekenhuis geïmplementeerd en de patiëntenkamers zullen na een grondige reiniging een verneveling met waterstofperoxide en zilverionen ondergaan. Ook is het gebruik van antibiotica op de besmette afdelingen aangepast; het gebruik van fluorchinolonen is stopgezet en derdegeneratiecefalosporines worden waar mogelijk ontraden; deze antibiotica gelden als belangrijke risicofactoren voor C. difficile-infecties. Na het implementeren van de hygiënemaatregelen waren er nog 2 recidieven bij reeds bekende patiënten. Er zijn tot op heden (2 weken na het instellen van de hygiënemaatregelen) nog geen nieuwe gevallen onder recent opgenomen patiënten.

De laatste maanden zijn er meer meldingen van C. difficile PCR-ribotype 027-geassoccieerde uitbraken in ziekenhuizen en verpleeghuizen, met name in de regio rondom Rotterdam. Er lijkt ook een verandering van het antibioticagevoeligheidspatroon te zijn; tot 2010 waren de stammen in Nederland gevoelig voor clindamycine, maar in 2011 lijkt het vooral om clindamycineresistente stammen te gaan. MLVA Multi-Locus Variable number of tandem repeat Analysis (Multi-Locus Variable number of tandem repeat Analysis)-typering van 9 C. difficile-stammen uit deze uitbraak toonde duidelijk dat er sprake is van 1 clonaal complex (zie figuur 1). Interessant is de bevinding dat de stammen verwant zijn aan de in 2011 gevonden C. difficile-PCR-ribotype 027 in de regio van Rotterdam. De bevinding dat C. difficile-PCR-ribotype 027 ook binnen verpleeghuizen uitbraken geeft is verontrustend omdat de mogelijkheden om uitbraken daar te bestrijden anders en mogelijk moeilijker zijn dan in ziekenhuizen. Het staafdiagram (figuur 2)laat het aantal C. difficile PCR-ribotype 027-stammen zien (geel) dat vanaf 2005 tot en met februari 2011 door het referentielaboratorium in Nederland werd gevonden.

(Bron: artsen-microbiologen F. Sebens, W. van der Zwet, E. Kuijper, M. Hensgens, C. Harmanus en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Gelre-IJssel)

Leptospirose

Een werknemer van een dierenparkje met verschillende diersoorten ontwikkelde november 2010 leptospirose. De man was in de nabijheid geweest van een zilvervos die later overleed en antistoffen had tegen leptospiren en positief was in de PCR op postmortemmateriaal. Het was op dat moment onduidelijk of de man door de vos of door andere (knaag)dieren besmet was. Bij de patiënt werd na klinisch herstel een seroconversie aangetoond tegen het Leptospira serovar Ballum (test uitgevoerd door R. Hartskeerl, Koninklijk Instituut voor de Tropen). Het vossenserum toonde antistoffen tegen Leptospira-serogroep Icterohaemorrhagiae, passend bij een infectie door de vele wilde ratten op het dierenparkje. Dit betekende dat de patiënt geen gemeenschappelijke infectiebron heeft gehad met de vos. Ballum wordt voornamelijk gevonden bij muizen afkomstig uit buitenland. De patiënt houdt ook reptielen. Hij gebruikt voor hun voeding muizen die hij zelf fokt. Het is niet uitgesloten dat hij ook muizen uit het buitenland gebruikte; mogelijk zijn deze muizen de infectiebron geweest. De nVWA heeft 5 muizen meegenomen voor onderzoek door het Centraal Veterinair Instituut (CVI Central Veterinary Institute (Central Veterinary Institute)) in Lelystad. Het CVI heeft de nieren van deze 5 muizen opgestuurd naar het KIT voor diagnostiek op leptospiren. De PCR was positief bij alle muizen en past bij een infectie met Ballum. Tot nu toe werden uit 4 van de 5 muizen leptospiren gekweekt. Typering neemt nog enige tijd in beslag.

(Bron: arts-microbioloog J. Kaan, KIT, nVWA, GG&GD geneeskundige gezondheidsdienst (geneeskundige gezondheidsdienst) Utrecht)

 

Buitenland

 

Enkele gevallen van mazelen in België

In Gent is bij 3 kinderen mazelen vastgesteld. Twee kinderen met een eerste ziektedag op 1 en 2 maart zitten op 2 antroposofische scholen. Vanwege het intensieve contact tussen kinderen op school en de lage vaccinatiegraad op deze scholen (tussen 50 en 80%) is te verwachten dat er secundaire gevallen optreden. Een derde ongevaccineerd kind zit op een kinderdagverblijf met kinderen jonger dan 1 jaar. De 2 kinderen van de antroposofische scholen zijn epidemiologisch gelinkt met het kind van het kinderdagverblijf. Twee zuigelingen van het kinderdagverblijf hebben klinische verschijnselen verdacht voor mazelen. Onderzoek loopt nog. Hoewel het nog om een beperkt aantal gaat, heeft de uitbraak de potentie zich verder uit te breiden. Scholen, kinderdagverblijf en ouders zijn gewaarschuwd.

(Bron: arts infectieziektebestrijding W.Flipse, Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid)

Mazelen in Zwitserland

In het kanton Genève is in de eerste 2 maanden van dit jaar mazelen vastgesteld bij 41 patiënten. In 14 gevallen was er een link met een uitbraak van mazelen in de nabijgelegen regio Rhône-Alpes, in Frankrijk. Tussen januari en half februari 2011 zijn in dit gebied 900 patiënten met mazelen gerapporteerd. Recent zijn ook enkele gevallen van mazelen gemeld in de omgeving van Basel en Lausanne. De meeste Zwitserse patiënten waren jongeren en volwassen; ze waren niet of slechts 1 keer gevaccineerd. Het Zwitserse volksgezondheidsinstituut is een voorlichtings- en vaccinatiecampagne gestart, vooral gericht op (jong)volwassenen. Daarnaast is de leeftijd van de eerste BMR-vaccinatie bof, mazelen, rodehond (bof, mazelen, rodehond) vervroegd van 12 naar 9 maanden.

(Bron: Eurosurveillance)

 

Humane en veterinaire gevallen van Q-koorts in Duitsland

In de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Hessen (centraal-Duitsland) is gedurende afgelopen 4 maanden bij 40 patiënten en ook bij verschillende schapenhouderijen Q-koorts vastgesteld. Dit is uitzonderlijk voor de regio. Gedurende 2010 zijn er in heel Duitsland 121 uitbraken van Q-koorts geweest onder geiten en schapen. De Duitse autoriteiten hebben hygiënemaatregelen genomen rondom de schapenhouderijen en de schapen zullen gevaccineerd worden.

(Bron: Promed, ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control ))

 

Tularemie onder Duitse reizigers naar Turkije

Recent is bij 2 personen de diagnose tularemie gesteld. Het gaat om een 27-jarige vrouw en een 26-jarige man die onafhankelijk van elkaar in Yoszgat (ongeveer 200 km kilometer (kilometer) ten oosten van Ankara) waren geweest. In beide gevallen werd de diagnose serologisch en via een PCR (Francisella tularensis subsp. Holarctica -type B) bevestigd. De vrouw werd op 15 december 2010 ziek waarna ze in februari in een ziekenhuis in Berlijn werd opgenomen met ulceroglandulaire symptomen (koorts, gezwollen lymfeklieren en ulcera). De man verbleef met zijn gezin in Yoszgat tussen 24 december 2010 en 8 januari 2011. Hij werd ziek op 10 januari en werd eveneens opgenomen in het ziekenhuis in Berlijn met koorts, gezwollen lymfeklieren en tonsillitis (indicatie van de orofaryngeale vorm van tularemie). Tularemie is een bacteriële zoönose veroorzaakt door Francisella tularensis. Transmissie kan rechtstreeks plaatsvinden door besmettingsbronnen van dierlijke oorsprong of indirect via vliegen en teken of via oppervlaktewater. Tularemie is endemisch in verschillende Europese landen en komt regelmatig voor in Turkije, waarschijnlijk gerelateerd aan besmet oppervlaktewater. Door de verscheidenheid aan klinische verschijnselen en lastige laboratoriumdiagnostiek kunnen diagnoses gemakkelijk gemist worden of pas laat herkend worden.

(Bron: EWRS early warning response system (early warning response system), Robert Koch Instituut Duitsland)

 

Trichinellose na eten van zelfgemaakte worst in Noord-Spanje

In Huesca in de regio Aragon in Noordoost-Spanje kregen 6 mensen trichinellose na het eten van zelfgemaakte worst. Trichinellose is een parasitaire zoönose die veroorzaakt wordt door nematoden (rondwormen). Het ziektebeeld variëert van asymptomatisch tot een fulminante ziekte met hoge koorts, oedeem, myocardiid en encefalitis. De patiënten meldden zich bij een lokaal ziekenhuis, maar waren aanvankelijk niet ziek genoeg voor opname. Toen hun toestand verslechterde zijn ze alsnog opgenomen, waarna 1 man is overleden. Een man ligt nog op de intensive care, 3 anderen zijn stabiel en 1 vrouw is inmiddels ontslagen uit het ziekenhuis.

De worst was gemaakt van vlees van een stuk wild zwijn dat door één van hen was gevangen en verwerkt. Het vlees was dus niet gecontroleerd op de aanwezigheid van de worm Trichinella. Restanten van het vlees zijn voor onderzoek meegenomen door de Spaanse autoriteiten.

(Bron: Promed)

Dengue in Kroatië

Vorig jaar in oktober werd bekend dat een Duitse toerist die tussen 1 en 15 augustus in het zuiden van Kroatië met vakantie was geweest, daar zeer waarschijnlijk een dengue-infectie had opgelopen. Omdat de patiënt gedurende de hele incubatieperiode in Kroatië was, wordt deze casus beschouwd als de eerste autochtone transmissie van dengue in Kroatië. Tot dan toe waren alleen importcases van dengue in Kroatië bekend. De Croation National Institute of Public Health heeft onderzoek uitgevoerd. Ze vonden in het dorp waar de Duitse toerist was geweest nog een klinische en laboratoriumbevestigde patiënt met een infectie van dengue. Dit maakt het nog aannemelijker dat de Duitse toerist daar besmet is. Daarnaast bleken 9 van de 14 monsters van de buurtgenoten in Kroatië IgG Immunoglobulin G (Immunoglobulin G)-positief en 7 hiervan IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M)-positief voor dengue. Sommigen van hen rapporteerden grieperig te zijn geweest. Ook zijn 112 sera onderzocht van patiënten die in dezelfde periode om een andere reden medische hulp zochten. Hiervan bleken 6 monsters IgG-positief en 5 monsters IgM-positief voor dengue. De tijgermug (Aedus albopictus) heeft zich permanent gevestigd in de kustgebieden van Kroatië.

(Bron: Eurosurveillance)

Escherichia coli O157:H7-infecties in de Verenigde Staten door consumptie van hazelnoten

Zeven patiënten in 3 verschillende staten liepen een infectie met Escherichia coli O157:H7 op na consumptie van hazelnoten. Eén van de patiënten had nog een restant hazelnoten thuis, waarin een identieke

stam kon worden gevonden. De hazelnoten werden in de dop verkocht en zijn inmiddels van de markt gehaald. Hazelnoten die besmet zijn met E. coli Escherichia coli (Escherichia coli) zijn een ongewone bron voor een voedselgerelateerde uitbraak. Het is nog onduidelijk hoe de hazelnoten besmet raakten; mogelijk bij de verwerking en het schoonmaken van de noten nadat ze van de grond waren geraapt. Ook in Canada zijn enkele patiënten gemeld met een infectie na het eten van hazelnoten. De Verenigde Staten zijn na Turkije en Italië de grootste producent van hazelnoten.

(Bron: CDC Centers for Disease Control and Prevention (Centers for Disease Control and Prevention))

Rabiës in Indonesië

In Indonesië zijn in de regio Oost-Nusa Tenggara (zie kaart) 242 mensen in het ziekenhuis opgenomen met rabiës. Zij zijn in de periode januari, februari 2011 door geïnfecteerde honden gebeten. Volgens de gezondheidsautoriteiten is de laatste tijd onvoldoende aandacht aan preventie geschonken. Ook is er in de regio een tekort aan rabiësvaccin. Ook op Bali is er sprake van een rabiësprobleem. Sinds 2008 zijn al tientallen mensen overleden ten gevolge van een rabide hondenbeet.

(Bron: Promed)

Auteur

E. Fanoy, CIb Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM) (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM)), RIVM, Bilthoven

Correspondentie:

Signaleringsoverleg@rivm.nl