In 2016 zijn er door de politie 80.000 E33 en E14 meldingen geregistreerd. In totaal zijn 75.000 E33 meldingen van ‘overlast door verward of overspannen persoon’ en 5.000 E14 meldingen ‘poging tot zelfdoding’ geregistreerd. Van deze meldingen zijn ruim 61.000 te herleiden tot bijna 34.000 unieke personen.
Van deze 34.000 unieke personen hadden circa 21.000 personen in 2016 een eerste E33 of E14 melding. Dit betekent dat ze in de twaalf maanden voorafgaand aan de melding in 2016 niet onder E33 en E14 geregistreerd stonden. Ruim 13.000 personen met verward gedrag waren in de twaalf maanden voorafgaand aan registratie al eerder geregistreerd (al bekende personen). Ruim 40.000 meldingen (66% van 61.000) in 2016 zijn toe te schrijven aan deze 13.000 personen; de helft van deze personen had twee of drie meldingen.
In 2016 werd er voor ruim 3.200 personen op dezelfde dag nóg een melding gedaan. Dit is een kwart van de al bekende personen in 2016. Bij nog eens een kwart van de personen met meer meldingen was het kortste interval tussen twee meldingen langer dan drie maanden tot een jaar.
In de politieregistratie gaat het over gedrag dat voor anderen aanleiding is geweest om te melden bij de politie. Echter, niet alle personen met verward gedrag komen met de politie in aanraking. De aantallen in dit onderzoek gaan alleen over het deel van de groep personen met verward gedrag met E33 en E14 meldingen binnen de politieregistratie. Voor meldingen waarbij sprake was van verward gedrag in combinatie met strafbare feiten of in combinatie met specifieke overlastsituaties gebruikt de politie andere codes en wordt ‘verward gedrag’ niet (systematisch) geregistreerd. De huidige aantallen zijn daarmee een onderschatting van het totaal aantal personen met verward gedrag in de politieregistratie.
Nadere analyse
Dit onderzoek is het eerste deel van een groter onderzoek naar personen met verward gedrag. Het geeft geen beeld van de aard en ernst van verward gedrag in het algemeen en binnen de E33/E14 meldingen in het bijzonder. In het tweede deel van het onderzoek worden meer en verschillende bronnen betrokken en zal nadere analyse en duiding van de aard en ernst plaatsvinden. Deze resultaten worden in het najaar van 2018 verwacht.
In opdracht van het Schakelteam Personen met Verward Gedrag en ZonMw (Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) is dit onderzoek uitgevoerd door een samenwerkingsverband van het RIVM, het Trimbos-instituut, de Praktijk Index, GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)-regio Utrecht en GGD West-Brabant.