Er zijn kansrijke biobased alternatieven voor omstreden zogenoemde polair aprotische oplosmiddelen. Dat blijkt uit een rapport van Wageningen Food & Biobased Research in opdracht van het RIVM. Een veilig alternatief kan zich bijvoorbeeld aandienen voor het oplosmiddel DMAc (Dimethylacetamide). Deze stof kwam vorig jaar nog negatief in het nieuws vanwege het mogelijk veroorzaken van fertiliteitsproblemen bij vrouwelijke medewerkers van de DuPont/Chemours fabriek.
De alternatieven voor de oplosmiddelen kunnen ook duurzamer zijn. Dit komt doordat ze niet worden gemaakt uit fossiele bronnen, maar uit koolhydraatrijke biotische reststromen.
Polair aprotische oplosmiddelen worden in de chemische industrie onder andere gebruikt om bepaalde stoffen te scheiden. De oplosmiddelen waarvoor alternatieven zijn gezocht staan op de Nederlandse lijst van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS (Zeer Zorgwekkende Stoffen )). De Nederlandse overheid streeft ernaar ZZS uit de leefomgeving te weren, onder meer door het stimuleren van innovatie en substitutie.
Veiligheid en haalbaarheid
Van de mogelijke alternatieven die de WUR (Wageningen University &Research) in kaart heeft gebracht, worden er nog maar een paar commercieel toegepast. De industrie, kennisinstituten en de overheid kunnen nu de veiligheid en technische en economische haalbaarheid van de potentiele alternatieven nader in kaart brengen. Zo bekijkt het RIVM in een vervolgstudie welke eventuele toxiciteitsgegevens al beschikbaar zijn voor deze biobased alternatieven.
Het brede gebruik van de oplosmiddelen en hun diffuse toepassingen maken de afzetmarkt en productieketens complex. Het bundelen van krachten is belangrijk om een veilige én duurzame substitutie te kunnen realiseren.