Hoe kunnen afvalverwerkers de risico’s van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen)) in afval inschatten? Wanneer en hoe kunnen materialen met ZZS worden gerecycled en in welke gevallen kan dit niet? Hierover adviseert het RIVM in een nieuwe handreiking.

Veel initiatieven zijn gaande, zowel in beleid als in de praktijk, om afval te hergebruiken (circulaire economie). Afval kan schadelijke stoffen bevatten die niet in het milieu mogen komen. Om te voorkomen dat dat gebeurt, gelden voorschriften. Deze voorschriften maken deel uit van een nieuwe versie van het landelijke afvalbeheerplan (LAP3), dat eind 2017 is verschenen. 

Een onderdeel van het afvalbeheerplan is een risicoanalyse van de ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen) in afval, in het geval dat de stoffen niet van het afval kunnen worden gescheiden. Het RIVM geeft in een handreiking en afwegingskader adviezen hoe de risicoanalyse van de ZZS in afval uit te voeren. 

Stappenschema

De handreiking bestaat uit een stappenschema op basis waarvan een vergunninghouder kan afwegen of het afval veilig te recyclen is. Daarvoor moet de vergunninghouder eerst nagaan of de ZZS afgescheiden kunnen worden van de afvalstroom, wat de voorkeur heeft. Als dat niet kan, is een risicoanalyse nodig van het ZZS-houdende afval voor de beoogde toepassing. De uitkomst daarvan geeft uitsluitsel of de risico’s van de aanwezige ZZS aanvaardbaar zijn of niet. 

Uitgangspunt voor de risicoanalyse zijn de aspecten die volgens LAP3 dienen te worden meegewogen. Een voorbeeld is de mate waarin de ZZS uit het beoogde product vrijkomt. Als de risico’s nog onvoldoende helder zijn, biedt het stappenplan een mogelijkheid om ze nader te bepalen. Als de risico’s dan nog onaanvaardbaar blijken, kan het bevoegd gezag besluiten om geen vergunning af te geven voor de toepassing. Er zal dan naar een minder risicovolle toepassing van het ZZS-houdende afval gezocht moeten worden, waarbij de risico’s wel aanvaardbaar blijken.

Het afwegingskader geeft wat meer achtergrondinformatie over enkele aspecten uit LAP3. Daarnaast biedt het overwegingen en aanbevelingen om de risicoanalyse verder te ontwikkelen.