Vier procent van de ouderen boven de 65 jaar heeft in 2016 te maken gehad met psychisch geweld in de thuissituatie. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van de gezamenlijke Gezondheidsmonitor van GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek) en RIVM. Bijna een half miljoen Nederlanders van 19 jaar en ouder, waaronder 220.000 ouderen boven de 65 jaar, namen in 2016 deel aan dit grootschalige onderzoek door een vragenlijst in te vullen. De landelijke en regionale cijfers zijn terug te vinden op Volksgezondheidenzorg.info.

In het onderzoek is onder alle 65-plussers nagevraagd of zij de afgelopen 12 maanden te maken hebben gehad met een aantal nare gebeurtenissen in de thuissituatie. 4% gaf aan afgelopen jaar in de thuissituatie te zijn beledigd, getreiterd, gekleineerd of uitgescholden (psychisch geweld). Verder gaf 0,3 procent van de ouderen aan lichamelijk geweld te hebben ondervonden. Ook gaf 0,3 procent van de ondervraagde ouderen aan dat ze slachtoffer zijn geweest van ongewenste seksuele benadering. Ruim een half procent van de ouderen gaf aan zich in de persoonlijke verzorging verwaarloosd te voelen en ruim 1 procent voelt zich financieel benadeeld.

Het is voor het eerst dat er op deze schaal onderzoek is gedaan naar de prevalentie van ouderenmishandeling in de thuissituatie. De 65-plussers kregen een serie vragen over nare gebeurtenissen die hen in de thuissituatie kunnen zijn aangedaan door gezinsleden, familieleden, (ex)partners, huisvrienden, of door personen waar men afhankelijk van is, zoals een professionele hulpverlener (bijvoorbeeld thuiszorg, arts of mantelzorger). Deze nieuwe cijfers uit de Gezondheidsmonitor 2016 geven inzicht in de huidige omvang van ouderenmishandeling in Nederland tot op regionaal niveau.