In een stoomsterilisator (autoclaaf) worden met behulp van stoom
instrumenten e.d. gesteriliseerd. Door te steriliseren worden met
grote zekerheid alle nog levende micro-organismen gedood. Voor een
goede sterilisatie dient pure stoom gebruikt te worden. Met name
voor holle instrumenten is het noodzakelijk dat eerst de lucht uit
de sterilisator wordt verwijderd. Stoomsterilisatoren, type B en
enkele type S zijn daarom uitgerust met een vacuümpomp en een
droogprogramma.
Temperatuur |
Tijd |
Druk |
---|---|---|
121°C |
15 minuten |
1,1 bar atmosferisch (= 2,1 bar absoluut) |
134°C |
3 minuten |
2,14 bar atmosferisch (=3,14 bar absoluut) |
In de praktijk betekent dit dat een sterilisatieproces 30 - 45
minuten duurt (inclusief vacuüm en drogen).
Omdat stoomsterilisatie een ingewikkeld proces is, dat door vele
factoren beïnvloed kan worden, zijn er naast periodiek onderhoud
verschillende controles noodzakelijk.
Minimaal jaarlijks onderhoud in combinatie met een aantal testen
waarborgt een goede werking van uw stoomsterilisator. Vraag bij uw
fabrikant na welke specifieke testen voor uw stoomsterilisator
gebruikt moeten worden en ook waar u ze kunt bestellen. Een van de
belangrijkste zaken die moeten worden meegenomen bij het periodiek
onderhoud is de kalibratie van de sensoren in uw
stoomsterilisator.
Bij een type B of S met voorvacuümsterilisator moet u dagelijks respectievelijk een Helixtest of een aangepaste Helixtest uitvoeren. De Helix of aangepaste Helixtest is vooral bedoeld om de vacuümcapaciteit te testen. Sommige sterilisatoren hebben zelf een testprogramma in hun menu zitten waarmee de gebruiker een vacuümtest kan uitvoeren.
Literatuur
WIP (Werkgroep Infectiepreventie)-richtlijn 6b, Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair
en voorwerpen, 2000.
WIP-richtlijn 3b, Reiniging, desinfectie en sterilisatie, 2002.
WIP-richtlijn 29, Infectiepreventie in de dermato-venereologie,
2002.