Het RIVM is bezig met een onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van PFAS door het eten van zelf gevangen vis, zelf geraapte schaal- en schelpdieren of zeegroenten uit de Westerschelde. In aanloop naar de resultaten publiceert het RIVM nu de tussentijdse onderzoeksresultaten. Het RIVM onderzocht hoeveel zelf gevangen/geraapte vis, garnalen, oesters en mosselen (zeegroenten zijn nog niet onderzocht) volwassenen maximaal kunnen eten zonder dat er effecten op de gezondheid worden verwacht. Uit dit eerste onderzoek blijkt dit maximaal één grote portie vis of twee grote porties garnalen per jaar te zijn. Er kan dus bijvoorbeeld één keer per jaar vis óf twee keer per jaar garnalen worden gegeten, en niet beide hoeveelheden binnen een jaar. Omdat hobbyvissers doorgaans liefhebbers zijn van deze producten is de berekening uitgevoerd op basis van grote porties vis en garnalen. Dit eerste onderzoek is gebaseerd op maar een klein aantal monsters en daarom geven de resultaten slechts een eerste indicatie van de hoeveelheden die nog veilig kunnen worden geconsumeerd. Later dit jaar publiceert het RIVM de conclusies en aanbevelingen op basis van het volledige onderzoek.

Mosselen en oesters

Op basis van de eerste resultaten kunnen mosselen en oesters zeer waarschijnlijk vaker worden gegeten zonder dat er effecten op de gezondheid worden verwacht: 10 tot 40 keer per jaar een grote portie mosselen of 10 tot 100 keer per jaar een grote portie oesters. Het verschil in het aantal keer dat mosselen of oesters kan worden gegeten heeft te maken met de onzekerheid over de PFAS Per- en polyfluoralkylstoffen (Per- en polyfluoralkylstoffen)-concentraties die gemeten zijn onder een bepaalde lage concentratie. 

Geen rekening gehouden met PFAS-inname via ander voedsel en drinkwater

PFAS zitten ook in andere voedselproducten en in drinkwater. Vorig jaar publiceerde het RIVM onderzoek waaruit blijkt dat mensen in Nederland via voedsel en drinkwater waarschijnlijk al meer PFAS binnen krijgen dan de gezondheidskundige grenswaarde. In het huidige onderzoek is alleen gekeken naar zelf gevangen of zelf geraapte producten uit de Westerschelde. Op garnalen uit de Westerschelde wordt echter ook commercieel gevist. Veilige consumptiehoeveelheden van garnalen door de Nederlandse consument zijn niet berekend, omdat garnalen uit de Westerschelde in het handelskanaal worden gemengd met garnalen afkomstig uit andere wateren, zoals de Waddenzee, met lagere PFAS-concentraties. Voor zo’n berekening moeten dus PFAS-concentraties in garnalen zoals te koop in de supermarkt of bij de visboer worden gebruikt.

Weinig monsters: geeft indicatie, nog geen conclusies mogelijk

Deze tussentijdse risicobeoordeling is gebaseerd op PFAS-concentraties in 1 mengmonster van bot (als representant van vis), 9 mengmonsters van garnalen, 3 mengmonsters van mosselen en 4 mengmonsters van oesters uit de Westerschelde. Deze verkenning geeft een indicatie, omdat de gegevens te beperkt zijn om er definitieve conclusies op te baseren. Wageningen University & Research (WUR Wageningen University & Research (Wageningen University & Research)) heeft daarom vorig jaar november monsters genomen van verschillende soorten vis en van schaal- en schelpdieren en lamsoor, een eetbare zeegroente, uit de Westerschelde. De WUR onderzoekt hoeveel PFAS er in deze monsters aanwezig is. Zodra deze nieuwe gegevens beschikbaar komen zal het RIVM berekenen hoeveel van deze producten mensen veilig kunnen eten. Later dit jaar worden de resultaten daarvan bekend. 

Minder PFAS

Het is de bedoeling dat er minder PFAS in de leefomgeving terechtkomen. Daarom werkt het RIVM in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat)) mee aan een Europees traject om het gebruik en de productie van PFAS aan banden te leggen. Omdat PFAS heel langzaam afbreken, zullen ze nog vele jaren in onze leefomgeving aanwezig blijven. Daarom is het belangrijk dat de overheid er ook aan werkt om de blootstelling van mensen aan deze stoffen zoveel mogelijk terug te dringen. Dit onderzoek kan daaraan bijdragen, omdat het laat zien hoeveel PFAS mensen kunnen binnenkrijgen door het eten van zelf gevangen of zelf geraapte producten uit de Westerschelde.
De kennis over PFAS en gezondheid is en blijft in ontwikkeling. Het RIVM doet nog verder onderzoek naar, onder andere, PFAS in bodem en oppervlaktewater.