- Publicatiedatum
- 06/07/2018
Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2016
Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2016
Samenvatting
In Nederland mogen agrarische bedrijven die aan specifieke randvoorwaarden voldoen, meer dierlijke mest op hun land gebruiken dan in de algemene norm van de Nitraatrichtlijn is voorgeschreven. Deze verruimde toepassing wordt derogatie genoemd. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en Wageningen Economic Research monitoren de gevolgen van deze derogatie op de waterkwaliteit op 300 bedrijven. Dat doen zij in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV). Dit rapport beschrijft de monitoringsresultaten voor derogatiebedrijven in het jaar 2016 en de trend vanaf 2006. Bedrijfsvoering In 2016 hebben derogatiebedrijven gemiddeld evenveel dierlijke mest gebruikt als in 2015, namelijk 238 kilogram stikstof per hectare. Een derogatiebedrijf mag 230 of 250 kilogram stikstof per hectare uit graasdiermest gebruiken, afhankelijk van de bodemsoort en regio. Verbeteringen in de bedrijfsvoering in de afgelopen jaren hebben er voor gezorgd dat er meer stikstof uit mest wordt gebruikt voor de aanwas en dus productie van gewassen: de indicator "stikstofbodemoverschot" is sinds 2006 met 16% gedaald wat inhoudt dat efficiëntie van het stikstofgebruik toeneemt. En hoe lager het stikstofbodemoverschot, des te minder nitraat kan uitspoelen naar het grondwater. Grondwaterkwaliteit Bij derogatiebedrijven is de uitspoeling van nitraat naar het grondwater sinds 2006 gedaald of gelijk gebleven. Sinds 2015 ligt de gemiddelde nitraatconcentratie van derogatiebedrijven in alle regio's onder de EU-norm van 50 milligram per liter. Dit geldt voor regiogemiddelden, op bedrijfsniveau wordt de nitraatnorm soms nog wel overschreden. Maar het percentage derogatiebedrijven dat aan deze norm voldoet stijgt. De hoogste nitraatconcentraties zijn in 2016 aangetroffen in de Lössregio (35 mg/l in bodemvocht) en in Zand-230 (36 mg/l). In deze regio's komen veel gronden voor, waar nitraat in mindere mate in de bodem wordt afgebroken en daardoor meer kan uitspoelen naar het grondwater.
Abstract
Dutch grassland farms that meet certain conditions may use more animal manure than the general limit of 170 kg nitrogen per hectare, as prescribed by the European Nitrates Directive. This partial exemption is referred to as 'derogation'. The National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and Wageningen Economic Research monitor the effects of this derogation on the water quality on 300 farms in the derogation monitoring network. This study shows the results for 2016 and the development from 2006 onwards.
Management
On average, derogation farms have used 238 kilograms of nitrogen from animal manure per hectare in 2016, the same amount as in 2015. The permissible amount of nitrogen from animal manure varies from 230 to 250 kilograms per hectare, depending on the soil and region.
In recent years, improvements in management resulted in more efficient use of nitrogen for crop production; the nitrogen surplus on the soil surface balance has dropped with 16 %. And lower nitrogen surpluses lead to less nitrate leaching to groundwater.
Groundwater quality
From 2006, leaching of nitrate to the groundwater has stabilized or decreased on derogation farms. Since 2015, the average nitrate concentration in groundwater on derogation farms has been below the EU-standard of 50 milligram per liter, in all regions. Individuals farms however, may still exceed the standard. Even so, the amount of farms with nitrate concentrations below 50 mg/l still increases.
In 2016, highest nitrate concentrations have been found in the Loess region (35 mg/l) and in Sand 230 (36 mg/l). In these regions there are soils for which nitrate is degraded in a lesser extent, and therefore can leach more to groundwater.
Resterend
- Grootte
- 3.77MB