Knowing More: A Better Start : Better and faster collaboration to improve maternity care

Knowing More: A Better Start : Better and faster collaboration to improve maternity care

Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport bevat een erratum d.d.15-11-2021 op pagina 89. In vergelijking met andere landen stierven er tien tot vijftien jaar geleden in Nederland veel meer baby's rond de geboorte. Na veel media-aandacht en nieuw beleid is de geboortezorg (verloskundigen, gynaecologen, en kraamzorg) meer gaan samenwerken. De babysterfte daalde daarna sterk. Maar die daling is gestopt en de babysterfte neemt weer toe. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het RIVM gevraagd te onderzoeken hoe dat komt en betrokkenen uit de geboortezorg bij dit onderzoek te betrekken. Ook is gevraagd om de Nederlandse cijfers te vergelijken met die van Finland, waar de babysterfte al lange tijd laag is. De recente stijging van de Nederlandse babysterfte betreft vooral baby's die te vroeg geboren worden. Wel is het grote verschil in babysterfte met Finland veel kleiner geworden, omdat de babysterfte in Nederland tot 2015 sterk daalde. Het verschil dat er nog is met Finland, komt vooral omdat er in Nederland vaker kinderen te vroeg worden geboren. Verschillende factoren vergroten de kans dat een baby rond de geboorte overlijdt. Voorbeelden zijn een vroeggeboorte en een ongezonde leefstijl van de aanstaande moeder. Enkele van deze factoren komen de laatste jaren vaker voor. Zo hebben Nederlandse vrouwen steeds vaker obesitas of overgewicht. Maar ook sociale factoren hebben invloed, zoals laaggeletterdheid, taalachterstand, en armoede. In achterstandswijken komen vroeggeboorte en babysterfte vaker voor, net als bij de toenemende groep moeders met een migratieachtergrond. De zorg moet zich aanpassen aan die risico's om babysterfte te vermijden. Volgens de geïnterviewde betrokkenen kan de geboortezorg verder verbeteren als de onderdelen meer samenwerken. Samenwerken met gemeenten, sociale zorg en de jeugdgezondheidszorg hoort daarbij. De lokale organisatie van de geboortezorg moet daarin worden ondersteund. Ook moeten patiëntengegevens sneller kunnen worden uitgewisseld. Verder zijn een goede ICT-voorziening en betere gegevens over zwangerschap en bevalling belangrijk om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Een op te richten perinataal monitoring centrum moet inzicht gaan geven in de landelijke ontwikkelingen in de geboortezorg en de gezondheid van moeder en kind. Tot slot geven de geïnterviewde betrokkenen aan dat de eigen bijdragen in de geboortezorg zou moeten worden afgeschaft.

Abstract

This report contains an erratum d.d. 15-11-2021 on page 89.

Ten to fifteen years ago, mortality under Dutch babies during and soon after birth was much higher than in other countries. After much media attention and new policies the maternity care professionals (midwives, gynecologists and postnatal care givers) improved their collaboration. A fast decline in perinatal mortality followed. That decline has ended, however, and perinatal mortality is on the rise again.

The Ministry of Health, Welfare and Sport has asked RIVM to identify the cause of this rise and thereby consult relevant maternity care organizations and experts. In addition, RIVM was requested to compare Dutch data with those from Finland, where perinatal mortality has historically been low.

Dutch perinatal mortality has recently been rising among preterm babies. The large mortality difference with Finland, however, has been greatly reduced, as Dutch mortality declined rapidly up to 2015. The current difference with Finland is mainly attributable to the fact that Dutch babies are more often born prematurely.

Various factors increase the chances of a baby dying around birth. Examples are premature births and an unhealthy lifestyle of the future mother. For a number of years, several of these factors have been on the rise. Dutch women suffer increasingly often from obesity and overweight. But social factors are also important, including illiteracy, language deficiency and poverty. In deprived suburban areas in the Netherlands, preterm births and perinatal mortality are more common. The same applies to the increasing number of mothers with a migration background. Maternity care needs to respond to these risks to avoid perinatal deaths.

According to the experts that were interviewed, Dutch maternity care can improve further if the various parts intensify their collaboration. Municipalities as well as social welfare and youth care organizations must also participate in that collaboration. Local maternity care organizations need support in this regard. Patient data must be exchanged more quickly as well. An adequate ICT infrastructure and better data on pregnancies and childbirth are needed to improve the quality of maternity care. A national perinatal monitoring unit must be installed to analyze and interpret changes and developments in perinatal care and the health of mothers and their babies. Finally, experts recommend abolishing personal contributions for certain interventions in maternity care.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
937 kb