Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft de Chlamydia Screening Implementatie (CSI) geëvalueerd, die tussen februari 2008 en mei 2010 jaarlijks aan ruim 300.000 jongeren in Amsterdam, Rotterdam en Zuid-Limburg is aangeboden. Het is voor het eerst in Nederland dat zo'n grote groep jongeren massaal is opgeroepen voor een jaarlijkse soa-test. Door veel mensen te testen en te behandelen wordt Chlamydia minder vaak overgedragen/verspreid. Deze proefscreening is opgezet om te onderzoeken of de screening goed uitvoerbaar is, inderdaad het aantal infecties doet afnemen en kosteneffectief is. Op basis van deze evaluatie beslist de minister van Volksgezondheid of de screening landelijk wordt ingezet. In afwachting hiervan wordt het programma nog een jaar voortgezet, ook om meer gegevens te verzamelen. Het percentage jongeren dat meedeed was bij aanvang lager dan verwacht (één op de acht genodigden) en liep jaarlijks terug. In de eerste ronde had 4,2% van de deelnemers een Chlamydia-infectie en dit daalde in het derde jaar naar 3,5%. Op basis van modellen wordt geschat dat de screening op de langere termijn, in 10 jaar tijd, slechts tot een lichte daling van Chlamydia-infecties zal leiden. Als de deelname jaarlijks blijft teruglopen, zullen er nauwelijks minder infecties zijn dan bij de bestaande soa-zorg. De screening is daarmee niet kostenbesparend. De genodigden werd schriftelijk gevraagd om via internet een testkit aan te vragen en een monster naar het lab te sturen. Het programma was technisch goed uitvoerbaar en deelnemers waren er enthousiast over. 'Hoog-risico-groepen', zoals jongeren onder de 20 jaar, van allochtone afkomst of uit hoog-risico-wijken, deden minder vaak mee, maar hadden vaker een Chlamydia-infectie. Uit vragenlijsten bleek dat degenen die niet meededen daar meestal een gegronde reden voor hadden (ze waren niet seksueel actief, hadden geen risico gelopen, of waren recent getest). Deelnemers vertoonden doorgaans in seksueel opzicht risicovoller gedrag.

Abstract

The National Institute of Public Health and the Environment (RIVM) evaluated the Chlamydia Screening Implementation (CSI), a large scale programme offering annual screening to more than 300,000 young people in Amsterdam, Rotterdam and South-Limburg. This was the first time such a large group of young people was invited to get tested for STI in the Netherlands. Testing and treating for Chlamydia at large scale aims to bring down the transmission. This trial implementation was set-up to evaluate whether the screening programme was feasible, effective to bring down the prevalence of infections and cost effective. On the basis of this evaluation, the Minister of Health will decide upon a national roll-out of screening. In anticipation of this decision, the program will continue for one year, also enabling further data collection.

The percentage of young people that participated was lower than expected from the start (one out of eight participated) and decreased in subsequent rounds. In the first round 4.2% of participants tested positive for Chlamydia and this decreased to 3.5% in the third year. Predictive modeling showed that screening for ten years will only lead to a small decline in Chlamydia prevalence. If participation rates decrease further, the prevalence will go back towards baseline levels under regular STI-care. The screening is unlikely to be cost effective.

Invitees received a letter explaining how to request a testkit via the internet and send a sample to the laboratory. The programme proved to be technically feasible and participants were enthusiastic about the set-up. 'High-risk-groups' such as young people under 20 years, of non- Dutch ethnic background or from high-risk areas, were less likely to participate, but were more likely to test positive. Questionnaire surveys showed that non-responders often had a plausible reason not to participate (not yet sexually active, not been at risk, tested recently). Participants reported more frequently higher risk sexual behaviour.

Resterend

Grootte
4.04MB