Contra-expertise on determination of radioactivity of waste water and ventilation air of Urenco Nederland B.V. : Period 2015

Contra-expertise on determination of radioactivity of waste water and ventilation air of Urenco Nederland B.V. : Period 2015

Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM controleert acht keer per jaar de metingen die de verrijkingsfabriek Urenco Nederland BV verricht in lozingen van radioactiviteit in afvalwater en ventilatielucht. Deze ‘contra-expertise’ dient als controle op de betrouwbaarheid van de analyses die Urenco zelf uitvoert. De te analyseren monsters worden verspreid over het jaar door Urenco genomen. Doorgaans komen de afvalwateranalyses overeen met de resultaten van Urenco. Uit de metingen blijkt dat de activiteitsconcentraties in afvalwater in vijf van de acht monsters betrekkelijk laag zijn; 4 - 8 kBq.m-3 voor totaalalfa en 4 - 9 kBq.m-3 voor totaal-bèta. In de overige drie monsters was er sprake van een zeer lage totaal-alfa, -bèta activiteit en gamma- activiteit. De resultaten van de RIVM en Urenco kwamen goed overeen. De radioactiviteit in ventilatielucht ligt zeer dicht bij het niveau van de hoeveelheid radon die van nature in de buitenlucht aanwezig is. Voor totaal alfa is een activiteitsconcentratie van 0,006 - 1,47 mBq.m-3 gevonden en voor totaal bèta 0,02 - 0,48 mBq.m-3. De resultaten van de meetwaarden van Urenco in ventilatielucht kwamen redelijk overeen. In buitenlucht wordt de natuurlijke totaal alfa en bèta-activiteit veroorzaakt door radon-dochters, net als de verhouding tussen de totaal alfa- en totaal bèta-activiteit. Deze natuurlijke verhouding tussen alfa en bèta activiteit wijkt sterk af van dezelfde verhouding die het gevolg zou zijn van een besmetting door uranium. Daarom is het aannemelijk dat er in 2015, tijdens de reguliere bedrijfsvoering, geen uranium in ventilatielucht is vrijgekomen. Een uitzondering is echter het koolfilterincident op 27 augustus 2015. Hierdoor is een beperkte hoeveelheid besmet koolstofpoeder naar het dak van SP5 geloosd. Het RIVM heeft op enkele plaatsen rond SP5 een bemonstering uitgevoerd. De meetresultaten van deze bemonstering zijn al in februari 2016 gerapporteerd en vallen buiten de beoordeling van de contra-expertise onder reguliere omstandigheden. RIVM heeft de contra-expertises in 2015 uitgevoerd in opdracht van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS).

Abstract

Within the framework of a monitoring programme, RIVM measures the release of radioactivity into the waste water and atmosphere of the Urenco uranium enrichment plant in Almelo. Measurements are carried out eight times per year. This form of counter-expertise is aimed at verifying and supporting the reliability of the analyses carried out by the Urenco plant. As a rule, Urenco waste water contains low levels of gross alpha and gross beta activity. RIVM determined the gross alpha and gross beta activity in eight waste water samples and 40 samples of ventilation air. The samples were taken by Urenco at time points dispersed throughout 2015.

The two different sets of measurements of gross alpha and gross beta in waste water are generally in agreement, as is also the case in 2015. Radioactivity levels in the ventilation air are very close to those levels expected due to the natural presence of radon in the outside atmosphere. For gross alpha 0.006 - 1.47 mBq.m-3 was found and for gross bèta 0.02 - 0.48 mBq.m-3. The agreement with the measurement results of Urenco was rather reasonable.

Considering the natural gross-beta activity, and the ratio gross alpha / gross beta due to natural radon daughters in outside air it is unlikely that a release of uranium occurred in 2015 during normal production. One exception in 2015 was the carbon-trap incident that occurred on August 27th. This incident resulted in a limited release of carbon dust contaminated with uraniumisotopes to the roof of the SP5 separation plant. The results of the measurements carried out on this carbon dust release are reported in February 2016 and do not belong to the scope of this counter expertise programme.

RIVM carried out this counter-expertise on behalf of the Authority for Nuclear Safety and Radiation Protection (ANVS).

Resterend

Grootte
0MB