Samenvatting

Het RIVM controleert achtmaal per jaar de metingen van de uit bedrijf genomen kernenergiecentrale Dodewaard. Het gaat hierbij om lozingen van radioactiviteit in ventilatielucht. De contra-expertise onderbouwt de betrouwbaarheid van de analyses die de kernenergiecentrale uitvoert. Doorgaans komen de analyses overeen, zo ook in de periode 2012. RIVM en de kernenergiecentrale vonden geen gamma-stralers in ventilatielucht. De kernenergiecentrale is sinds 1997 buiten bedrijf en is in juli 2005 in de fase Veilige Insluiting overgegaan. Het voornemen is om de kernenergiecentrale over veertig jaar, als de radioactiviteit sterk is afgenomen, te ontmantelen. RIVM heeft in de periode 2012 acht monsters van ventilatielucht geanalyseerd op gamma activiteit, die verspreid over het jaar zijn genomen. Tevens is er in monsters van ventilatielucht de activiteit van 3H bepaald. Er is door RIVM geen gamma-activiteit, en slechts een zeer geringe 3H activiteit aangetroffen. Hoogstwaarschijnlijk zijn deze minieme 3H sporen afkomstig uit de poriƫn van het gebouw zelf. Er is geen afvalwater geloosd in de periode 2012. Opdrachtgever is de Kernfysische Dienst van de Inspectie Leefomgeving en Transport van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.

Resterend

Grootte
331KB