Kritische emissiewaarden voor bouwstoffen: technische achtergrond, duiding en reconstructie Een bijdrage aan de kennisbasis voor milieunormen voor bouwstoffen

Kritische emissiewaarden voor bouwstoffen: technische achtergrond, duiding en reconstructie Een bijdrage aan de kennisbasis voor milieunormen voor bouwstoffen

Go to abstract

Samenvatting

Nederland werkt aan een circulaire economie in 2050. Dat betekent dat er zo min mogelijk afvalstoffen zijn en zo veel mogelijk producten en materialen worden hergebruikt. Het hergebruik van bouwstoffen draagt bij aan de circulaire economie. Maar er kunnen verontreinigende stoffen, zoals metalen, in bouwstoffen zitten die er een lange tijd uit kunnen lekken. Als bouwstoffen op de bodem worden gebruikt, kan dat een negatief effect hebben op de kwaliteit van de bodem en het grondwater.

Om dit te voorkomen hebben het RIVM en ECN Energieonderzoek Centrum Nederland (Energieonderzoek Centrum Nederland) in 2007 ‘kritische emissiewaarden’ berekend. Deze waarden geven aan hoeveel van een verontreinigend metaal uit een bouwstof mag lekken. De kritische emissiewaarden zijn de basis voor de maximale emissiewaarden uit het Besluit Bodemkwaliteit. Beleidsmakers hebben de kritische emissiewaarden gebruikt om deze normen te bepalen. Ze hebben daarbij ook andere belangen, zoals haalbaarheid, meegenomen. Bouwstoffen moeten aan deze normen voldoen als ze op en in de bodem worden gebruikt en hergebruikt.

Er komen veel nieuwe chemische stoffen en bouwstoffen op de markt. Er is daardoor aandacht voor de emissiewaarden en hoe ze zijn bepaald. Om het ministerie goed over oude en nieuwe emissiewaarden te kunnen adviseren heeft het RIVM de technische achtergrond en modellering waarmee de emissiewaarden zijn afgeleid, gereconstrueerd. De werkwijze blijkt goed te zijn herleiden omdat de reconstrueerde waarden goed overeenkomen met uitkomsten van 2007.

De kritische emissiewaarden zijn gebaseerd op een standaard scenario voor het gebruik van bouwstoffen. Als het gebruik in de praktijk anders is dan het scenario, dan kunnen effecten op het milieu worden over- of onderschat. Daarom onderzocht het RIVM de invloed van verschillende scenario’s op kritische emissiewaarden en geeft het enkele suggesties voor verder onderzoek. Bijvoorbeeld om de kritische emissiewaarden per metaal te laten afhangen van de manier waarop het bouwmateriaal wordt gebruikt. Een ander idee is om aparte emissiewaarden te bepalen voor de meest gebruikte bouwstoffen. Verder kan het zinvol zijn het effect van een stof te onderzoeken over een langere periode dan de honderd jaar die nu gebruikelijk is. Sommige stoffen komen dan pas vrij.

Abstract

The Netherlands has the ambition to build a circular economy by 2050. This entails a decrease in the production of waste and an increase in the reuse of materials. Sustainable reuse of building materials is an aspect of a circular economy. However, building materials can contain contaminants such as heavy metals which can leach out over time. This can lead to the deterioration of soil and groundwater quality if building materials are applied on soils.

To prevent this, the RIVM and ECN derived critical emission limit values in 2007. These values specify the amount of a contaminant that can leach from a building material. The values formed the basis for the legal norms published in the Soil Quality Decree. The translation of critical emission limit values to legal norms was carried out by policymakers. During this process other aspects, such as the feasibility, were considered. For a building material to be applied on or in a soil, they need to meet these legal norms.

There are many new chemicals and building materials being produced and appearing on the market. This has led to an interest in the legal norms and how the critical emission limit values were derived. In order to offer meaningful advice to the ministry, the RIVM conducted this investigation into the technical background of the critical emission values and reconstructed the modelling approach used. Based on the reconstruction, it is evident that the technical background and modelling approach have been identified correctly as the critical emission limit values calculated during the reconstruction are comparable to those derived in 2007.

The critical emission limit values are based on a standard scenario for the use of building materials. If the use of building materials deviates from this standard scenario in practice, environmental impacts may be over or under estimated. The RIVM thus conducted a preliminary investigation into the influence that the building material use scenario has on the critical emission limit values. Based on this, suggestions for further investigations are presented. An example is investigating how specific characteristics of building materials and way in which building materials are used can be accounted for in critical emission limit values. Alternatively, critical emission limit values could be derived specifically for the most frequently used building materials. Finally, it may be meaningful to consider a longer time frame than the hundred years that current critical emission limit values are based on. This is because certain contaminants leach over longer periods of time.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1212 kb