Go to abstract

Samenvatting

Als kinderen aan chemische stoffen worden blootgesteld, kan dat grotere risico's hebben voor hun gezondheid dan bij volwassenen. Testmethoden voor gevaren van chemische stoffen houden onvoldoende rekening met deze verschillen. Het RIVM heeft daarom enkele dierstudies uitgevoerd om een optimaal protocol op te stellen om schadelijke effecten van stoffen op jonge kinderen te kunnen vaststellen. De voorlopige conclusie is dat een blootstelling bij ratten vlak na de geboorte (tussen de 10 en 50 dagen) het meest geschikt is om de risico's in kaart te brengen. Daarnaast blijken de effecten het meest zichtbaar te zijn in de fysieke ontwikkeling en op het immuunsysteem van het kind. Het protocol is in opdracht van het ministerie van VWS opgesteld. Vermoed wordt dat neurologische aandoeningen of afwijkingen in het immuunsysteem - van ADHD tot allergieën en diabetes - veroorzaakt kunnen worden door blootstellingen aan chemische stoffen op jonge leeftijd. Fysieke en gedragsmatige verschillen: De uiteenlopende risico's zijn te verklaren vanuit fysieke en gedragsmatige verschillen tussen kinderen en volwassenen. Kinderen stoppen bijvoorbeeld veel in hun mond (speelgoed, zand), waardoor zij via deze 'route' blootgesteld kunnen worden aan giftige stoffen. Door de onvolgroeide organen bij kinderen worden stoffen bijvoorbeeld minder snel uit het lichaam verwijderd dan bij volwassenen. Ook wijkt de ontwikkeling van organen af; bij jonge kinderen zijn onder meer het immuunsysteem en de hersenen sterk in ontwikkeling, wat hen gevoeliger kan maken voor schadelijke effecten van stoffen. Vervolgstudies zijn nodig voor een beter oordeel. Het is belangrijk hierbij de gevoeligheid van het zich ontwikkelende zenuwstelsel te betrekken. Internationale inbedding: De bevindingen van dit onderzoek zijn internationaal onder meer uitgedragen in het testrichtlijnenprogramma van de OESO (Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking). In dit programma worden testrichtlijnen wereldwijd afgestemd. Daarnaast is hierover een wetenschappelijk symposium georganiseerd.

Abstract

Exposures to chemicals may have larger risks in children than in adults. Test methods for chemical hazards do not take sufficient account of these differences. Therefore, RIVM has carried out several animal studies to design an optimal protocol for the assessment of hazards of chemicals for children. The preliminary conclusion indicates that exposure between postnatal days 10 and 50 in the rat is most relevant for hazard assessment. Effects on physical and immune system development are most prominent in this period.

The protocol was designed by order of the ministry of health, welfare and sports. Neurologic diseases and immune system malfunction, ranging from ADHD to allergies and diabetes, may or may not be caused by chemical exposures early in life.

Physical and behavioural differences:
Variability in risks can be explained by physical and behavioural differences between children and adults. Children will more often put objects in their mouth (toys, sand), which may result in possible exposures to hazardous chemicals. Incomplete organ development in children may reduce excretion of chemicals from the body. In addition, incomplete development of the brain and immune system may render these tissues more susceptible to adverse effects of chemicals. Continued studies are needed for a final judgment. It is important to also consider the neural system in this research.

International perspective:
Internationally, the results of this research have been discussed in the test guidelines programme of OECD (Organisation for Economic Cooperation and Development). This programme provides worldwide consensus of test guidelines. In addition, a scientific symposium was organised on the subject.

Resterend

Grootte
534KB