Go to abstract

Samenvatting

De Zorgbalans geeft een beeld van de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg. Hieruit blijkt onder andere dat de toegankelijkheid van de gezondheidszorg een van de sterkste eigenschappen van de gezondheidszorg in Nederland is. De meeste eerstelijnszorgverleners zoals huisartsen, fysiotherapeuten of verloskundigen kunnen binnen een paar minuten worden bereikt. Een autorit naar een ziekenhuis duurt bijna nooit langer dan een half uur. Verder zijn wachttijden sinds 2008 voor de meeste behandelingen afgenomen. Er wacht nog wel een aanzienlijk aantal mensen op een plek in een verzorgingshuis of verpleeghuis, maar daardoor ontstaan zelden ernstige problemen. Het aantal mensen dat vanwege de kosten wel eens afziet van zorg is sinds 2010 toegenomen. Zo had 12 procent van de volwassen bevolking in 2013 wel eens afgezien van een bezoek aan een arts vanwege de kosten, tegenover 2 procent drie jaar daarvoor. Hiermee lijkt de financiƫle toegankelijkheid minder vanzelfsprekend dan voorheen; andere voorbeelden zijn medicijnen afhalen of een labonderzoek laten doen. Wat de kwaliteit van zorg betreft zijn er enkele gunstige ontwikkelingen te zien: het aantal mensen dat 30 dagen na een beroerte of hartinfarct stierf, nam af, evenals de (vermijdbare) sterfte in ziekenhuizen en het aantal ziekenhuisinfecties. Mensen met een gebroken heup worden sneller geopereerd, de vijfjaarsoverleving bij verschillende vormen van kanker steeg, en er zijn minder mensen in de langdurige zorg ondervoed. Ook internationaal scoort Nederland op veel punten bovengemiddeld. Zo worden veel minder antibiotica voorgeschreven in de eerste lijn dan in de meeste andere landen. Minder gunstig zijn het aantal sterfgevallen na een beroerte en de babysterfte. In de ouderenzorg is het tekort aan tijd en aandacht die worden besteed aan cliƫnten een veel voorkomend probleem. Meer dan de helft van de werknemers in verpleeghuizen gaf in 2013 aan dat er onvoldoende personeel is om goede kwaliteit van zorg te kunnen leveren. Verder blijkt de behandeling per zorgaanbieder sterk te kunnen verschillen. Een voorbeeld daarvan is de behandeling bij vrouwen die in een ziekenhuis bevallen van hun eerste kind zonder dat er sprake is van bijzonderheden (zoals een meerling of een stuitligging). In sommige ziekenhuizen wordt 40 procent van zulke bevallingen ingeleid, terwijl dit bij de meest ziekenhuizen in slechts 10 procent gedaan wordt. Vergelijkbare verschillen zijn waargenomen bij het uitvoeren van kunstverlossingen en keizersneden. De zorguitgaven vertonen na 2011 een opvallende trendbreuk. De uitgaven stegen tussen 2000 en 2013 gemiddeld met 5,5 procent per jaar, maar deze stijging vlakte de laatste drie jaar af. Binnen Europa hoort Nederland nog altijd tot de landen met de hoogste zorguitgaven als percentage van het Bruto Binnenlands Product, wat voornamelijk is toe te schrijven aan uitgaven aan de langdurige zorg. De Zorgbalans is nuttig voor iedereen die meer wil weten over de stand van zaken en ontwikkelingen binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Aan de basis van de Zorgbalans ligt een schat aan informatie uit ruim 65 verschillende databronnen.

Abstract

The Dutch Health Care Performance Report reports on the quality, accessibility and affordability of Dutch health care. It shows, amongst others, that accessibility is one of the strong points of health care in the Netherlands. The majority of primary care professionals, such as general practitioners, physiotherapists and midwives, can be reached by car within a few minutes. A car journey to a hospital rarely takes more than half an hour. Waiting times have been reduced since 2008 for the vast majority of treatment modalities. Still, a considerable number of people are on a waiting list for a residential home or nursing home

The number of people who occasionally forego care for financial reasons has been on the rise since 2010. Thus, 12 per cent of the adult population reported having decided against seeing a doctor in 2013 because of the anticipated costs against 2 per cent three years earlier. Financial access seems less a matter of course than it used to be; other examples are failure to undergo laboratory testing or to fill drug prescriptions.

There are some favourable trends regarding the quality of care: the number of people that died within 30 days following stroke or acute myocardial infarction declined, and so did the rates of (avoidable) hospital mortality and hospital-acquired infections. People with a hip fracture were more promptly operated on, the five-year survival rates for several types of cancer increased, and less people in long-term care were undernourished.

Internationally, the Netherlands scores also above average at various points. For example, far less antibiotics are prescribed in primary care in comparison with many other countries. Less positive are the rates for mortality following stroke and for neonatal mortality. In elderly care the lack of sufficient time and attention for clients, is a common problem. Over half of all care providers in nursing homes reported in 2013 that insufficient staff was available to enable good-quality care.

Another finding pertains to the variation in practice between health care providers. An example is the treatment of women who give birth in a hospital to their first child who are not at a special risk (like multiple births or fetus in breech presentation). Some hospitals induce labour in 40 per cent of these women, as compared to only 10 per cent in most hospitals. Comparable disparities were found with regard to assisted and Caesarean deliveries.

Dutch health care expenditures show a striking trend deviation after 2011. In the 2000-2013 period expenditures were mounting on average by 5.5% a year, but the increase slackened over the past three years. Within Europe, the Netherlands is still one of the countries with the highest health care spending as a percentage of the gross domestic product; this is attributable mainly to the costs of long-term care.

The Dutch Health Care Performance Report is useful to everyone who wants to know more about the state of affairs and trends in Dutch health care. The report draws on a wealth of information from more than 65 data sources.

Resterend

Grootte
9.69MB