- Publicatiedatum
- 17-06-2020
Effects of the climate-neutral and circular procurement initiative in 2019
Effects of the climate-neutral and circular procurement initiative in 2019
Samenvatting
Met Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI) kan de overheid eraan bijdragen dat Nederland in 2050 overgaat op een klimaatneutrale en circulaire economie. Om dit te stimuleren kregen inkopers bij het rijk en decentrale overheden in 2019 de kans om in 98 pilots meer te leren over deze vormen van inkopen. Dat varieerde van concrete eisen en criteria opstellen tot intern draagvlak creëren. Deze 'impuls' werkte onder andere met subsidies om overheden te helpen bij MVI-aanbestedingen. Daarnaast zijn leernetwerken georganiseerd waarin deelnemers informatie ontvingen en uitwisselden over inkoopthema's en specifieke productgroepen. Het RIVM heeft de effecten van de pilots en de leernetwerken in 2019 in kaart gebracht. De impuls heeft eraan bijgedragen dat MVI in overheidsorganisaties is ingebed. Dat komt onder andere doordat veel deelnemers de opgedane kennis hebben verspreid binnen de organisaties. Deelnemers van de leernetwerken gaven aan veel te hebben aan de contacten die ze er hebben opgedaan. Van een kwart van de pilots zijn gegevens beschikbaar om in te schatten hoeveel broeikasgassen er in theorie minder wordt uitgestoten dankzij de pilots (5,7 kiloton CO2- equivalenten). Effecten meten is in de praktijk nog niet vanzelfsprekend. Daarnaast is er meer aandacht voor MVI nodig in de contractfase van het inkoopproces.Deze 'impuls' werkte onder andere met subsidies om overheden te helpen bij MVI-aanbestedingen. Daarnaast zijn leernetwerken georganiseerd waarin deelnemers informatie ontvingen en uitwisselden over inkoopthema's en specifieke productgroepen. Het RIVM heeft de effecten van de pilots en de leernetwerken in 2019 in kaart gebracht. Bij de impuls is ook geëxperimenteerd met mogelijkheden om bij aanbestedingen te werken met 'interne CO2-beprijzing'. Dit betekent dat de klimaatimpact wordt uitgedrukt in geld. Dit fictieve bedrag wordt bij de prijs van een product of dienst opgeteld en daarna pas vergeleken met alternatieven. Zo kan een inkoper een product of dienst kiezen op basis van de combinatie kosten én impact op klimaat. Voor deze 'schaduwprijs' is bepaald wat een ton CO2 minimaal zou moeten kosten om de werkelijke milieukosten mee te kunnen laten wegen bij inkopen (700 euro/ton). Een voorzichtige conclusie is dat schaduwbeprijzing een krachtig middel kan zijn om de uitstoot van CO2 te verminderen via aanbestedingen. Voorwaarde is wel dat met de minimale prijs voor CO2 wordt gewerkt. Aanbestedende diensten bij decentrale overheden hebben 83 keer gebruik van gemaakt van de subsidie. De rijksoverheid deed dat 15 keer. De pilots richtten zich op diverse productgroepen 'grond-, weg- en waterbouw', 'gebouwen', 'vervoer', 'energie', 'catering', 'bedrijfskleding', 'kantoorinrichting', 'ICT' en 'zorg'.
Abstract
By deploying Sustainable Public Procurement (SPP), the government can contribute to the Netherlands' transition to a climate-neutral and circular economy in 2050. In 2019, procurers employed by the state and decentralised government bodies were given the opportunity to learn more about these types of procurement in 98 pilot projects, the purpose being to promote SPP. The procurers carried out a range of activities, varying from drawing up concrete requirements and criteria to creating a support base for SPP within their respective organisations.
Among other things, this initiative used subsidies to assist government bodies with SPP tenders. Learning networks were also organised in which participants received and shared information about procurement themes and specific product groups. RIVM has listed and analysed the effects of the pilot projects and learning networks in 2019. The initiative has helped to embed SPP in organisations, partly because many of the participants have disseminated what they have learned throughout their places of work. The participants have indicated that they benefited greatly from the contacts they made in the learning networks. An estimate based on data available from a quarter of the pilot projects indicated that a theoretical abatement of greenhouse gas emissions amounting to 5.7 tonne CO2equivalent was achieved thanks to these projects. In practice, the measurement of effects does not yet always go without saying. There should also be more emphasis on SPP in the contract phase of the procurement process.
As part of the initiative some pilots experimented with 'internal CO2 pricing' in the tenders. This meant that the climate impact was expressed in monetary terms. These notional amounts were added to the prices of products or services which were subsequently compared. This method enables a procurer to select a product or service based on a combination of its cost and its impact on the climate. The minimum price of a tonne of CO2 was determined for this shadow price so that the actual environmental costs could be included in the decision-making process (700/tonne). A tentative conclusion is that shadow pricing can be a powerful means of reducing CO2 emission via tenders, provided the minimum price for CO2 is used.
Contracting authorities working for decentralised government bodies have used the subsidy 83 times. The central government has used the subsidy 15 times. The pilot projects focused on various product groups: 'civil and hydraulic engineering', 'buildings', 'transport', 'energy', 'catering', 'workwear', 'office equipment', 'ICT' and 'care'.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Overig
- Grootte
- 1457 kb