Emissieschatting van biociden voor koelwater. Aanpassing van het emissiescenario-document voor open recirculerende koelwatersystemen

Emissieschatting van biociden voor koelwater. Aanpassing van het emissiescenario-document voor open recirculerende koelwatersystemen

Go to abstract

Samenvatting

Onder andere de industrie en elektriciteitscentrales hebben koelwater nodig. In koeltorens wordt opgewarmd koelwater weer afgekoeld om het opnieuw te kunnen gebruiken. In koeltorens en warmtewisselaars kunnen organismen zoals bacteriën gaan groeien, waardoor de installaties slechter gaan werken. Om dat zo veel mogelijk te voorkomen, wordt het koelwater behandeld met biociden. Een biocide is een middel met een werkzame stof die ongewenste organismen doodt.

Voordat biociden in Europa op de markt mogen komen, wordt beoordeeld of ze schadelijke effecten kunnen hebben. In Nederland doet het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides)) dat. Hiervoor berekent het Ctgb hoeveel er van een werkzame stof bij een bepaald gebruik in het milieu terechtkomt. Dit gebeurt met zogeheten emissiescenario’s.

Voor het emissiescenario voor gebruik van biociden in koeltorens stelt het RIVM nu enkele aanpassingen voor. Hierdoor kan preciezer worden berekend hoeveel werkzame stof uit de koeltorens naar de lucht vervluchtigt. Met de aanpassingen kan beter worden ingeschat hoeveel werkzame stof er in het milieu terechtkomt en of dat schadelijk kan zijn. De werkzame stoffen komen in het milieu terecht via het geloosde koelwater. Ook kunnen ze naar de lucht worden uitgestoten. De uitstoot naar lucht gaat via twee routes: via druppeltjes koelwater die door de luchtstroom in de koeltoren worden meegenomen, en doordat de stoffen vanuit het koelwater naar de lucht vrijkomen (vervluchtiging).

Tot nu toe werd de vervluchtiging voor alle chemische stoffen met één waarde berekend. Door de voorgestelde aanpassingen kan dit nu per stof worden berekend. Hoeveel er van een stof vervluchtigt, is afhankelijk van bepaalde eigenschappen van die stof.

Aanleiding voor de voorstellen zijn vragen over de rekenmethode van het Ctgb en biocidenexperts van Europese lidstaten. De aanpassingen zijn met deze experts afgestemd. Het European Chemicals Agency (ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency)) moet ze nog wel in de rekenmethode verwerken, zodat alle lidstaten van de Europese Unie ermee kunnen gaan werken.

Abstract

Certain types of industry and power plants use cooling water. The heated cooling water is cooled down in cooling towers and then reused. Organisms such as bacteria and algae may grow in the cooling tower and heat exchangers and hamper the functioning of the installations. To prevent this, the cooling water is treated with biocides. A biocidal product contains one or more active ingredients that are intended to destroy undesired organisms.

Within the EU, biocidal products can be used or traded only if they have been evaluated with regard to their effects on and risks for humans, animals, and the environment. In the Netherlands, the Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides (Ctgb) evaluates biocidal products. As part of the evaluation, the Ctgb calculates the amount of active ingredient that ends up in the environment following a certain use. This is carried out by means of emission scenario documents.

RIVM proposes some changes to the emission scenario for the use of biocides in cooling towers. The proposed changes facilitate a more precise calculation of the amount of biocide that will volatilise from the cooling tower to the atmosphere. The changes will improve the estimation of how much active ingredient ends up in the environment and whether this can be harmful.

The active ingredient can end up in the environment via discharged cooling water, but it can also be emitted to air. Emission to air occurs via two routes: via droplets of cooling water that are dragged along by the air flow in the cooling tower, and via volatilisation from the cooling water into the air.

Up to now, the volatilisation was calculated based on a single value. With the proposed changes, the volatilisation can be calculated for each substance separately. The degree of volatilisation depends on certain substance properties.

The proposed changes were prompted by questions raised by the Ctgb and by biocides experts from EU Member States. The proposals have been presented to these experts. The European Chemicals Agency (ECHA) still needs to include them in the calculation method to make them available to all EU Member States.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Overig

Grootte
2699 kb