Milieukwaliteitsnormen voor vrij cyanide in zoet en zout oppervlaktewater. Voorstel voor milieukwaliteitsnormen volgens de beoordelingsmethodiek van de Kaderrichtlijn Water

Milieukwaliteitsnormen voor vrij cyanide in zoet en zout oppervlaktewater. Voorstel voor milieukwaliteitsnormen volgens de beoordelingsmethodiek van de Kaderrichtlijn Water

Go to abstract

Samenvatting

Cyanide is een natuurlijke stof die ook door de mens veel wordt gemaakt en gebruikt. Zo wordt de stof gebruikt bij de verwerking van ijzer, staal en olie. Ook wordt de stof veel in de mijnbouw en de energiesector gebruikt. De stof kan daarbij in het milieu terechtkomen. Cyanide komt in verschillende vormen voor. De giftigste vorm is ‘vrij cyanide’. Een hoge concentratie vrij cyanide in water kan bijvoorbeeld schadelijk zijn voor de voortplanting van planten en dieren die daarin leven.

In Nederland bestaat er al een norm voor vrij cyanide in oppervlaktewater, maar deze is verouderd. In de afgelopen jaren is de methode om de norm te bepalen verbeterd. Ook is er veel nieuwe kennis over de giftigheid van cyanide in de wetenschappelijke literatuur gepubliceerd.

Met deze inzichten heeft het RIVM opnieuw de normen voor vrij cyanide in zoet en zout oppervlaktewater bepaald. De resultaten zijn vergelijkbaar met de normen uit 2001 maar zijn nu beter onderbouwd. Zo kunnen waterbeheerders beter inschatten of de concentraties cyanide die ze meten in het oppervlaktewater schadelijk zijn voor het waterleven.

Voor planten en dieren die in zoet water leven, heeft het RIVM een veilige concentratie van vrij cyanide berekend van 0,22 microgram per liter water. Voor zeewater is er een iets lagere concentratie van 0,044 microgram per liter berekend. Kortdurend mag de concentratie vrij cyanide op lopen tot 1,7 microgram per liter voor zoet en zout water. Ook dan worden er geen effecten op het waterleven verwacht.

Meer landen en onderzoekers hebben een norm voor vrij cyanide berekend. Ze hebben dat niet overal op precies dezelfde manier gedaan. Het RIVM heeft naar deze verschillen en de uitkomsten van hun berekeningen gekeken. Hun resultaten blijken sterk overeen te komen met die van Nederland.

Vrij cyanide is moeilijk te meten. In Nederland wordt daarom ‘totaal’ cyanide gemeten, waar vrij cyanide een onderdeel van is. Het RIVM adviseert te kijken naar de mogelijkheden om wel vrij cyanide te meten.

Abstract

Cyanide exists as both a naturally-occurring substance and a man-made version. It sees frequent use in the processing of iron, steel and oil. Cyanide is also commonly used in the mining and energy industries. As a result, it sometimes ends up in the environment. Different forms of cyanide exist. The most toxic form is ‘free cyanide’. A high concentration of free cyanide in water can be toxic for the reproduction of aquatic plants and animals.

Although standards for free cyanide in surface water already exist in the Netherlands, they are outdated. This is because the method used to determine the standards has improved in recent years. In addition, a great deal of new knowledge about the toxicity of cyanide has been published in scientific literature.

Using these insights, RIVM has derived new standards for free cyanide in fresh and marine water. While the results are similar to the 2001 standards, they are now better supported. Water managers measure the concentrations of cyanide in surface water. This new standard will make it easier for them to judge whether the concentrations they find are harmful to aquatic life.

For freshwater, RIVM has determined that a concentration of 0.22 micrograms of free cyanide per litre of water is safe for aquatic plants and animals. For marine water, a slightly lower concentration of 0.044 micrograms per litre has been determined as safe. The concentration of free cyanide can fluctuate. The exposure to free cyanide for short amounts of time at a level of up to 1.7 micrograms per litre are not expected to affect aquatic life in either fresh or marine water.

Other countries and researchers have determined their own standards for free cyanide, using a variety of different methods. RIVM has examined these methodological differences and the ensuing results. The other parties’ results are very similar to those reached in the Netherlands.

Free cyanide is difficult to measure. For this reason, water managers in the Netherlands measure the total concentration of cyanide. Free cyanide accounts for part of this total. RIVM recommends exploring the possibilities for measuring free cyanide on its own.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
909 kb