Evaluation of the proficiency test “Pilot Light Institutes” in 2021

Evaluation of the proficiency test “Pilot Light Institutes” in 2021

Go to abstract

Samenvatting

Voor het uitvoeren van metingen tijdens een radiologisch incident kan het RIVM een beroep doen op de zogenoemde waakvlaminstituten (WVI’s). Dit zijn onafhankelijke instituten in Nederland die allen gespecialiseerd zijn in radiologische metingen. In het voorjaar van 2021 is een ringonderzoek georganiseerd als onderbouwing van de kwaliteit van de metingen. Drie verschillende monsters zijn aangemaakt met een bekende hoeveelheid radioactiviteit: een aerosolfilter, een koolpatroon en een watermonster.

De gammaspectrometrische resultaten voor het aerosolfilter voldoen over het algemeen redelijk. Het resultaat van WVI (3) voldoet niet. Het gammaspectrum zal opnieuw geanalyseerd moeten worden.

De resultaten voor 131I in het koolpatroon zijn voor vijf WVI’s goed en voor vier WVI’s redelijk. De meeste WVI’s hebben het gemiddelde gerapporteerd van de metingen van het koolpatroon met de aanzuigzijde naar de detector en andersom. Dit blijkt uit berekeningen een zeer acceptabele en praktische werkwijze te zijn. Alleen WVI (6) heeft een kalibratie voor een koolpatroon met een aangezogen 131I activiteit; de gerapporteerde 131I activiteit is goed.

De resultaten in het watermonster als afgeleide voor de monstername van een depositiebak zijn over het algemeen redelijk tot goed. Dit is een positief resultaat omdat niet alle te bepalen nucliden regulier in de gammabibliotheek voorkomen.

Abstract

During a nuclear incident RIVM may ask for laboratory assistance of so called “Pilot Light Institutes” (Dutch: WVI’s). These are independent Dutch institutes specialized in radiological measurements. RIVM organized a proficiency test in 2021 in order to substantiate the quality of the measurements Three samples were spiked with a known amount of radioactivity, an aerosol filter, a carbon cartridge and a water sample.

The gamma spectrometry results on the aerosol filter were mostly acceptable. The results of WVI (3) are outliers and the gamma spectra have to be re-examined.

The results for 131I in the carbon cartridge were good for five WVI’s and reasonable for four WVI’s. Most WVI’s reported the average of 2 carbon cartridge measurements: one with the in-flow side to the detector and one upside down. This appears a very acceptable and practical procedure, as is demonstrated by model calculations. WVI (6) has an adequate calibration for 131I drawn into a carbon cartridge; the reported activity for 131I is good.

The results for the water sample as a proxy for wet deposition, are mostly good. This is a positive result as most of the nuclides are not routinely part of the gamma library for wet deposition. The gamma library needed adjustment on a short notice.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
1206 kb