Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM heeft samen met buurtbewoners onderzocht in hoeverre bewoners uit Amsterdam-Slotermeer hun leefomgeving als gezond ervaren. Zij blijken de fysieke leefomgeving positief te waarderen, omdat deze een goede gezondheid ondersteunt. Minder positief oordelen ze over de sociale cohesie in de wijk. Meer sociale samenhang, ook tussen de verschillende culturen, vinden ze belangrijk voor hun gezondheid. Sociale contacten voorkomen dat mensen eenzaam worden en ongezond gaan leven. Daarnaast voelen veel mensen zich onveilig op straat. De bewoners zijn het meest positief over het groen in de wijk, zoals het Sloterpark en de Sloterplas. Ze zijn ook positief over het openbaar vervoer en buurtvoorzieningen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Minder tevreden zijn ze over afval op straat en de slechte kwaliteit van de woningen. Verder blijkt dat bewoners veel behoefte hebben aan voorlichting over gezonde voeding, bewegen, opvoeding en veiligheid. Ook armoede is een belangrijk thema; gezond leven is voor veel mensen te duur. Voor dit project interviewden lokale vrijwilligers hun buurtgenoten. Door deze werkwijze konden de interviewers hun lokale netwerk inzetten, evenals hun 'insiderskennis' over de wijk. Zelf hebben ze ook veel aan het project gehad. Na afloop oordeelden zij positiever over hun wijk doordat zij bewuster naar hun leefomgeving zijn gaan kijken. Daarnaast kwamen de vrijwilligers in contact met mensen buiten hun directe netwerk en deden ze meer kennis op over gezondheid. Voor hen kreeg praten over gezondheid een verbindende functie. Doordat iedereen het belangrijk vindt om gezond te zijn en het geen politiek onderwerp is, leent dit onderwerp zich om culturele verschillen te overbruggen. De bevindingen zijn een aanvulling op bestaande wetenschappelijke inzichten en kunnen worden gebruikt om beleid beter te laten aansluiten op de praktijk. Door de eenzijdige samenstelling van zowel de interviewers als de geïnterviewden aan dit project (vooral Marokkaanse vrouwen van in de veertig), is het echter moeilijk om te bepalen hoe representatief de uitkomsten zijn.

Abstract

RIVM cooperated with residents of the District Slotermeer in the city of Amsterdam, to get insight into the degree to which they experience their neighbourhood as 'healthy'. The residents feel that the physical environment in Slotermeer supports their health. However, they report a lack of social cohesion. They consider social interaction across cultures as an important requirement for health, preventing loneliness and unhealthy life styles. Moreover, many residents feel unsafe in the public space.

Residents particularly appreciate the green infrastructure provided by the Sloterpark and the Sloterplas lake. They value the public transport services, as well as community meeting facilities. Residents are dissatisfied about garbage in the streets and poor quality housing. In addition, residents expressed a need for information about healthy diet, physical exercise, child rearing and safety. Poverty was a much discussed issue; a healthy life is expensive for many residents.

This study was performed by local residents who interviewed their peers in the community. This method enabled them to tap into their local networks, and to utilize their insider's knowledge about the community. Moreover, the study had value for the local interviewers. After the project, these residents rated their neighbourhood as healthier, due to an increased awareness of all aspects of the living environment.

By engaging in the project these residents met people outside their usual networks and they gathered more knowledge about health. Most importantly, discussing 'health' enabled them to create connections between people with different cultural backgrounds. Health is a nonpolitical topic that is important to everyone. Talking about health can therefore help bridge cultural differences.

The outcomes are useful as a complement to existing scientific insights and they can be bused to better tailor local policy to community needs. However, the composition of the interviewer group as well as the interviewee group is rather homogenous, which makes it difficult to determine how representative the outcomes are.

Overig

Grootte
629KB