- Publicatiedatum
- 2024-04-15
Emissies van broeikasgassen tussen 1990 en 2022. National Inventory Report 2024
Emissies van broeikasgassen tussen 1990 en 2022. National Inventory Report 2024
Samenvatting
In 2022 zijn in Nederland in totaal 7,6 procent minder broeikasgassen naar de lucht uitgestoten dan in 2021. Deze daling komt vooral doordat industrie, huishoudens en landbouw minder aardgas hebben verbruikt vanwege de hogere aardgasprijzen. In 2022 steeg ook het aandeel ‘onuitputtelijke’ energiebronnen, zoals zonne- en windenergie. In totaal is dit 15 procent van het energieverbruik in Nederland. In 2021 was dit 13 procent.
De totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen wordt uitgedrukt in CO2 (carbon dioxide)-equivalenten en bedroeg in 2022 158,4 miljard kilogram. De uitstoot wordt vergeleken met het basisjaar 1990. Ten opzichte van het basisjaar is de uitstoot gedaald met 30,5 procent. In 1990 was de uitstoot 228,1 miljard kilogram CO2-equivalenten. Hiermee is het zogeheten Urgenda-doel (een minimale afname van 25 procent ten opzichte van 1990) ruim gehaald.
De uitstoot van het broeikasgas CO2 is 21,6 procent lager dan die in het basisjaar. De uitstoot van de andere broeikasgassen (methaan, distikstofoxide en gefluoreerde gassen) is sinds 1990 met 55,8 procent gedaald.
Dit blijkt uit de definitieve inventarisatie van broeikasgasemissies in 2022 die het RIVM elk jaar op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK (Economische Zaken en Klimaat)) maakt. Hiermee voldoet Nederland aan de nationale rapportageverplichtingen voor 2024 van het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC), van het Akkoord van Parijs en van het Bewakingsmechanisme Broeikasgassen van de Europese Unie. De voorlopige emissiecijfers over 2022 zijn in het najaar van 2023 gepubliceerd.
In de inventarisatie staan ook analyses van ontwikkelingen in de uitstoot van broeikasgassen tussen 1990 en 2022. Ook bevat het een analyse van de belangrijkste bronnen die broeikasgassen uitstoten (‘sleutelbronnen’), net als de onzekerheid in de berekening van deze uitstoot. Daarnaast zijn de gebruikte berekeningsmethoden en databronnen beschreven. Ten slotte bevat het een overzicht van het kwaliteitssysteem en de manier waarop de Nederlandse Emissieregistratie de berekeningen controleert.
Abstract
Total greenhouse gas (GHG) emissions in the Netherlands decreased by 7.6 per cent in 2022, compared to the 2021 emissions. This decrease was mainly the result of lower natural gas consumption by industry, households, and agriculture due to higher natural gas prices. In 2022, the share of renewable energy was 15 per cent of total final energy consumption. In 2021, this share was 13 per cent.
In 2022, total GHG emissions (including indirect CO2 emissions and including emissions from the Land use, land use change and forestry sector (LULUCF)) in the Netherlands amounted to 158.4 Tg CO2-eq. This is approximately 30.5 per cent below the emissions in the base year 1990 (228.1 Tg CO2-eq). Thanks to this emission reduction, the Netherlands met the Urgenda target (by which national GHG emissions must be reduced by at least 25 per cent relative to 1990).
CO2 emissions in 2022 were 21.6 per cent below the level in the base year. The total of the emissions of methane, nitrous oxide and fluorinated gases (CH4, N2O and F-gases) was reduced by 55.8 per cent over this period.
This report documents the Netherlands’ annual submission for 2024 of its GHG emissions inventory 1990-2022 in accordance with the 2006 IPCC Guidelines for National Greenhouse Gas Inventories (IPCC, 2006) prescribed by the United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) and the Paris Agreement (PA). The report contributes to fulfilling the reporting requirements under the Governance Regulation of the Energy Union (EU 2018/1999) and implementing regulations.
This report includes explanations of observed trends in emissions, an assessment of the sources with the highest contribution to total national emissions (key sources) and a description of the uncertainty in the emissions estimates. Estimation methods, data sources and emission factors (EFs) are described for each source category, and there is also a description of the quality assurance system and the verification activities performed on the data. The report also describes changes in methodologies since the previous submission (NIR 2023), the results of recalculations and planned improvements.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM