SVHC-emission policy indicators

SVHC-emission policy indicators

Go to abstract

Samenvatting

Verschillende bedrijven in Nederland stoten Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS Zeer Zorgwekkende Stoffen (Zeer Zorgwekkende Stoffen)) uit, onder andere doordat zij deze stoffen maken of gebruiken. Hierdoor komen deze stoffen in het milieu terecht. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)) maakt beleid om de uitstoot van deze ZZS te minimaliseren. Het wil daarmee bereiken dat de kans op schadelijke effecten in 2050 verwaarloosbaar is.

Het ministerie van IenW wil weten of dit beleid effect heeft. Het RIVM onderzocht daarom welke ‘maten’ (indicatoren) geschikt zijn om dat in beeld te krijgen en heeft er negen geselecteerd. Om goed inzicht te krijgen in de effecten moeten deze indicatoren in samenhang worden bekeken. Het is niet mogelijk om de effecten met één indicator in kaart te brengen.

Voorbeelden van de indicatoren zijn de hoeveelheid ZZS die naar water en lucht worden uitgestoten. Ook is het nodig de gemeten concentraties van deze stoffen in water en lucht te weten. Verder is het belangrijk in beeld te hebben hoeveel bedrijven een zogeheten vermijdings- en reductieprogramma (VRP) hebben gemaakt ten opzichte van alle bedrijven die ZZS uitstoten. Bedrijven zijn sinds een paar jaar verplicht om in zo’n VRP aan te geven hoe ze de uitstoot van ZZS verminderen.

Het RIVM ontwikkelt ook een database om de ZZS-uitstoot van Nederlandse bedrijven te kunnen verzamelen en toegankelijk te maken. Dat is nodig om de indicatoren van gegevens te voorzien; deze informatie is nu soms nog weinig beschikbaar. De verwachting is dat enkele belangrijke indicatoren op termijn beter kunnen worden onderbouwd met deze database.

ZZS zijn gevaarlijk voor mens en milieu, omdat ze bijvoorbeeld de voortplanting belemmeren, kankerverwekkend zijn of zich in de voedselketen opstapelen.

Abstract

Various companies in the Netherlands emit substances of very high concern (SVHCs; Dutch ZZS), among other things because they use or produce these substances. As a result, these substances end up in the environment. The Ministry of Infrastructure and Water Management (I&W) develops policies to minimize the emission of SVHCs. Its ultimate objective is to make the risk of harmful effects negligible by 2050.

The Ministry of I&W wants to know whether these policies are effective. RIVM has investigated which 'standards' (indicators) are suitable to assess effectiveness and has made a selection of nine. In order to obtain a thorough insight into the effects, these indicators need to be considered side by side. It is not possible to obtain an insight into the effects on the basis of one indicator alone.

One of the selected indicators is the tonnage of SVHCs emitted into water and the air. Another is the measured concentrations of these substances in water and the air. It is also important to gain an overview of the number of companies that have prepared a prevention and reduction programme (in Dutch: vermijdings- en reductieprogramma, VRP), out of all companies that emit SVHCs. For a number of years now, companies have to indicate in a VRP what they are doing to reduce their SVHC emissions.

At the same time, RIVM is developing a database to gather data on the SVHC emissions of Dutch companies and make these accessible to the public. This is necessary to ensure that sufficient data are available for the indicators. In some cases, such information is currently scarce. The expectation is that the database will be able to provide a more comprehensive substantiation for a number of key indicators in due course.

SVHCs are substances that are hazardous to people and the environment, for example because they are reprotoxic, are carcinogenic or accumulate in the food chain.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Overig

Grootte
957 kb