- Publicatiedatum
- 26/09/2014
Samenvatting
Het griepseizoen (influenza) 2013/2014 was erg mild, na de uitzonderlijk langdurende epidemie in het seizoen 2012/2013. Ook was het een mild seizoen wat betreft het aantal mensen dat een longontsteking (pneumonie) opliep. In 2013 waren er geen grote uitbraken van de meldingsplichtige luchtweginfectieziekten legionellose (308 meldingen), papegaaienziekte (psittacose; 51 meldingen), Q-koorts (19 meldingen) en tuberculose (848 meldingen). Deze aantallen waren in het verslagjaar vergelijkbaar of lager dan het aantal meldingen in voorgaande jaren. Dit blijkt uit de jaarlijkse surveillance luchtweginfectieziekten 2013 van het RIVM. Griep en longontsteking leiden tot veel ziekenhuisopnames en sterfte in Nederland, waardoor het RIVM ze actief volgt. In vergelijking met griep komen de meldingsplichtige luchtweginfecties in Nederlands maar weinig voor. Ze zijn meldingsplichtig, omdat tijdige maatregelen, zoals de besmettingsbron opsporen, belangrijk kunnen zijn om uitbraken of verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen. Het RIVM volgt ook potentieel gevaarlijke nieuwe luchtweginfecties die elders in de wereld voorkomen. In mei 2014 werden voor het eerst in Nederland twee patiënten gediagnostiseerd met het MERS coronavirus. In het seizoen 2013/2014 lag het aantal mensen dat met griepachtige klachten bij de huisarts kwam begin 2014 gedurende vier weken boven de grens waarmee een griepepidemie wordt geduid. Bij de patiënten met griepachtige klachten kwam naast influenzavirus vaak RSV (respiratoir syncytieel virus) en neusverkoudheid (rhinovirus) voor. Er kwamen minder mensen met een longontsteking bij de huisarts dan voorgaande seizoenen, maar het aantal longontstekingpatiënten in verpleeghuizen bleef gelijk.
Abstract
The 2013/2014 influenza season was extremely mild in the Netherlands, compared to the exceptionally long-lasting epidemic in 2012/2013. In addition, the number of pneumonia patients and overall mortality, possible complications of influenza, were low. In 2013, no major outbreaks of the notifiable respiratory infectious diseases legionellosis (308 notifications), psittacosis (51 notifications), Q-fever (19 notifications) and tuberculosis (848 notifications) occurred. These incidences are either comparable to or lower than preceding years. These are the outcomes of the annual report: 'Surveillance of respiratory infectious diseases 2013, the Netherlands', published by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM).
Influenza and pneumonia are an important cause of hospital admissions and death in the Netherlands, a reason for the RIVM to actively monitor these diseases. In comparison to influenza, notifiable respiratory infectious diseases only rarely occur. These diseases are notifiable, as timely measures like source finding, are important for preventing outbreaks and/ or ongoing transmission of the disease. The RIVM also monitors potential threats to public health from new (worldwide) respiratory infections. In May 2014, the first two cases of MERS coronavirus were diagnosed in the Netherlands.
During the 2013/2014 influenza-season, the number of patients with influenza-like illness (ILI) consulting a general practitioner, was above the threshold set for an influenza epidemic for four weeks at the beginning of 2014. In nose and throat samples of ILI-patients, RSV (respiratory syncytial virus) and rhinovirus were found in addition to the influenza virus. During the 2013/2014 influenza-season, fewer patients consulted the general practitioner for pneumonia than in previous years, however the number of pneumonia patients in nursing homes was similar.
Overig
- Grootte
- 3.71MB