Go to abstract

Samenvatting

De luchtkwaliteit in steden wordt voor een belangrijk deel bepaald door de emissies van verkeer. Om de invloed van voorgenomen emissiereducerende maatregelen te kunnen evalueren en de luchtkwaliteit in steden te kunnen voorspellen zijn de emissiefactoren van verkeer een eerste vereiste. Voor de evaluatie van het gezondheidsrisico geassocieerd met fijn stof, waarvoor verkeer als een belangrijke potentiele bron wordt gezien, worden fijn stof emissiefactoren toegepast. In het overzicht van emissie factoren van verkeer werden grote discrepanties geconstateerd tussen de voorgestelde waarden en die gebruikt werden in modelberekeningen (CAR en OPS) voortkomend uit RIM+ . De onzekerheid omtrent de emissiefactoren werd versterkt door de observaties in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit die een mogelijk overschatting van de toendertijd vorgestelde emissiefactoren aangaven. Om deze onzekerheid terug te dringen werd een beperkte meetcampagne opgezet voor de bevestiging van een van de twee momenteel voorgestelde factoren. Op 9 dagen in de winter van 1996 werd PM10 en PM2.5 gemeten parallel aan CO en NOx in verschillende straten in Amsterdam. Aan de hand van de meetresultaten werden de emissiefactoren van personen- en bestelautos (LDV) en van vrachtverkeer (HDV) bepaald relatief ten opzichte van de emissiefactoren van CO en NOx. De geschatte waarden voor PM10 waren 0.2 plus of min 0.7 g/km en 16.3 plus of min 6.9 g/km voor respectivelijk LDV en HDV. Voor PM2.5 waren de waarden: 0.13 plus of min 0.07 en 3.2 plus of min 1.1 g/km. De meteorologische condities en de mogelijke toepassing van zout voor het ijsvrij houden van de wegen of de aanwezigheid van andere bronnen hebben de metingen dusdanig verstoord dat geen bevestiging voor de voorgestelde PM10 emissiefactoren kon worden gegeven. Voor PM2.5 echter werd geconcludeerd dat de in een recent uitgevoerde literatuurstudie voorgestelde factoren werden bevestigd door de resultaten van deze studie. Het beperkt aantal metingen van deze meetcampagne en de beperkingen in de opzet laten niet toe dat met de resultaten de emissiefactoren kunnen worden vastgesteld maar bieden een mogelijkheid om de waarden binnen bepaalde onzekerheidsgrenzen te bevestigen dan wel te falsificeren. Om meer representatieve gegevens te verkrijgen dient de studie over een langere periode te worden uitgevoerd waarvoor eveneens de mogelijkheid voor een beter afgestemde combinatie van instrumenten en luchtverontreinigende componenten, inclusief organische componenten, kan worden onderzocht

Abstract

Emissions from mobile sources form a major factor in defining urban air quality. The emission factors for mobile sources function as a prerequisite in enabling the evaluation of possible abatement measures and the forecast of urban air quality. Furthermore, emission factors for mobile sources are used for evaluating the health risk associated with particulate matter for which traffic is considered a relevant source. A recent review on emission factors has shown large discrepancies for the particulate matter emission factors for mobile sources between published values and those currently used for model assessments using CAR and OPS and based on RIM+ data. The uncertainty about these factors has been further increased by an observation in the Dutch National Air Quality Monitoring Network indicating a possible overestimation of the factors. To address this uncertainty a limited monitoring campaign was designed to confirm one of the emission factors cited in the recent review. For nine days during the winter of 1996 particulate matter (PM10 and PM2.5), along with the co-pollutants CO and NOx, were measured in different streets in Amsterdam. The measurement results were used to estimate the emission factors for light duty (LDV) and heavy duty verhicles (HDV) on the basis of the co-pollutantsA emission factors. The estimated emission factors for PM10 were 0.2 plus or minus 0.7 g/km and 16.3 plus or minus 6.9 g/km for LDV and HDV, respectively, while for PM2.5 the values were more accurate: 0.13 plus or minus 0.07 and 3.2 plus or minus 1.1 g/km, respectively. The meteorological conditions and the possible presence of other sources, including the application of de-icing salt on the road, affected the PM10 measurements to such a degree that no conclusive confirmation could be found. For PM2.5, however, the results suggested to replace the currently used factors by those based on the review. The limited number of measurements from this campaign and the restrictions in the design will not allow to estimate the emission factors but do offer a tool for confirmation or falsification within certain margins. To obtain more representative data the study should be repeated during other periods of the year, using better attuned instrumentation and possibly other co-pollutants including organics

Resterend

Grootte
944KB