- Publicatiedatum
- 21-02-2022
Monitoring of use of Patiëntoverleg for contacts between general practitioners and occupational physicians
Monitoring of use of Patiëntoverleg for contacts between general practitioners and occupational physicians
Samenvatting
Huisartsen en bedrijfsartsen willen meer met elkaar samenwerken om werknemers met gezondheidsproblemen te begeleiden en te behandelen. Dit helpt om de gezondheid van werknemers te verbeteren zodat ze weer aan het werk kunnen. Maar huisartsen kunnen de bedrijfsartsen vaak moeilijk vinden en bereiken. Er is daarom in 2019 een hulpmiddel bedacht dat het voor huisartsen en bedrijfsartsen makkelijker maakt om met elkaar in contact te komen: Patiëntoverleg. Het is een beveiligde chatfunctie, ingebouwd in een bestaand digitaal zorgsysteem (ZorgDomein). De meeste huisartsen maken al gebruik van ZorgDomein om hun patiënten door te verwijzen naar bijvoorbeeld specialisten. Onder bedrijfsartsen is dit minder, ongeveer de helft is aangesloten bij Zorgdomein. Zij gebruiken het bijvoorbeeld voor CBRkeuringen. De applicatie Patiëntoverleg binnen ZorgDomein is vaak nog niet bekend, maar kan juist zorgen voor laagdrempelig contact tussen artsen.
Het RIVM heeft onderzocht of huisartsen en bedrijfsartsen Patiëntoverleg gebruiken en wat ze er van vinden. Daaruit blijkt dat de meeste ondervraagde huisartsen en bedrijfsartsen Patiëntoverleg wel zouden willen gebruiken. Ook zien ze het als een oplossing om de samenwerking te verbeteren. Toch wordt de applicatie bijna niet gebruikt en vindt het meeste contact schriftelijk of telefonisch plaats. Dat komt vooral omdat zowel huisartsen als bedrijfsartsen vaak niet weten dat Patiëntoverleg bestaat. Hoewel de privacy van de werknemers is veiliggesteld, maken sommige bedrijfsartsen zich hier zorgen over. De werknemer moet hen eerst toestemming geven voor er contact met de huisarts kan zijn.
De ondervraagde huisartsen en bedrijfsartsen stellen voor hen er regelmatig aan te herinneren dat de applicatie bestaat en welke voordelen het heeft. Dat kan bijvoorbeeld via vaktijdschriften of nascholing. Ook lijkt het tijd nodig te hebben om de applicatie een onderdeel van hun werkwijze te laten worden.
106 bedrijfsartsen en 87 huisartsen hebben de vragenlijst ingevuld. Een aantal van hen zijn ook geïnterviewd. Omdat de applicatie zo weinig is gebruikt, kan het RIVM niet adviseren over verbeteringen. Ook is niet duidelijk of de applicatie helpt om zieke werknemers beter te begeleiden.
Abstract
General practitioners and occupational physicians want to work together more frequently to support and treat employees with health problems. This helps to improve employees’ health, enabling them to return to work. However, general practitioners often experience difficulties in finding and contacting occupational physicians. To address this, a tool was created in 2019 that makes it easier for general practitioners and occupational physicians to get in touch with each other: Patiëntoverleg. It is a secure chat functionality built into an existing digital healthcare system (ZorgDomein). Most general practitioners already use ZorgDomein to refer their patients to specialists. For occupational physicians, this is to a lesser extent. About half has a ZorgDomein account, for example for driving tests. The tool Patiëntoverleg within ZorgDomein is however not generally known, but can promote contact between doctors.
RIVM conducted a survey among general practitioners and occupational physicians to explore the use of the tool Patiëntoverleg and their experiences with the tool. Most of the general practitioners and occupational physicians in the survey stated that they are willing to use it. Moreover, they believe the tool offers a means to improve collaboration. Nonetheless, they hardly ever use it, and most contact is by telephone or in writing. This is mainly because both general practitioners and occupational physicians do not know about its existence. Although the privacy of the employees is safeguarded, some occupational physicians are concerned about it. The employee must give them permission to contact the general practitioner.
The general practitioners and occupational physicians propose reminding them on a regular basis about the tool and its benefits. This can be done, for example, through professional journals or in-service training. It is also expected that more time is needed for the tool to become part of their working methods.
106 occupational physicians and 87 general practitioners completed the questionnaire. Some of them were also interviewed. Because the tool has been used so little, RIVM cannot give recommendations about improvements. It is also not clear whether the tool helps to provide better support to sick employees.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Resterend
- Grootte
- 704 kb