Go to abstract

Samenvatting

Concentraties gedaald, op enkele plaatsen blijft sprake van overschrijdingen De monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) brengt luchtvervuilende stoffen in beeld waar de bevolking aan wordt blootgesteld. Het blijkt dat, in lijn met de resultaten van voorgaande jaren, de concentraties fijn stof en stikstofdioxide in 2013 blijven dalen. In het grootste deel van Nederland liggen de berekende concentraties fijn stof en stikstofdioxide onder de Europese grenswaarden. Desondanks blijft in enkele gebieden, voor beide stoffen, sprake van overschrijdingen. Deze overschrijdingen zijn hardnekkig: ze nemen slechts langzaam af. In gebieden met intensieve veehouderij of industrie worden de grenswaarden voor fijn stof op een beperkt aantal locaties (in 20 van de 403 gemeenten) overschreden. Hierdoor is Nederland er niet in geslaagd om in 2013 overal aan de Europese norm voor fijn stof te voldoen. Wat stikstofdioxide betreft hoeft Nederland pas in 2015 aan de grenswaarden te voldoen. Daarvoor worden eveneens nog enkele overschrijdingen berekend, vooral op binnenstedelijke wegen in de Randstad met veel verkeer. Voortgang maatregelen en projecten Het NSL benoemt de ruimtelijke-ordeningsprojecten die een negatief effect hebben op de luchtkwaliteit en zet hier maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren tegenover. Uit de gegevens van de overheden blijkt dat ruim driekwart van deze maatregelen in uitvoering of afgerond is; in 2015 moeten alle maatregelen afgerond of in uitvoering zijn. Van de ruimtelijke projecten in het NSL is ongeveer een kwart in uitvoering of afgerond. Dat het grootste deel van de projecten nog niet is afgerond kan betekenen dat eventuele emissies die gerelateerd zijn aan deze projecten pas na 2015 effect hebben op de luchtkwaliteit. Het omgekeerde kan gelden als de uitvoering van maatregelen is vertraagd. Of de vertraging van maatregelen samenhangt met vertraging van projecten is niet bekend. Onzekerheden en risico's De kwaliteit van de invoergegevens is de laatste jaren sterk verbeterd. Aandacht voor de kwaliteit van deze gegevens blijft van belang om een betrouwbaar beeld te kunnen geven van de luchtkwaliteit. De concentraties stikstofdioxide en fijn stof liggen op veel locaties dicht bij de grenswaarde. Hierdoor is het aantal overschrijdingen gevoelig voor onzekerheden in de berekeningen en kunnen geringe stijgingen van de concentraties het aantal overschrijdingen sterk beïnvloeden. Monitoring In het NSL werken de Rijksoverheid en decentrale overheden sinds 2009 samen om te zorgen dat Nederland tijdig aan de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide voldoet. Om de voortgang te volgen analyseert en rapporteert het RIVM jaarlijks de luchtkwaliteit, in samenwerking met Kenniscentrum InfoMil.

Abstract

Concentrations have decreased, but limit values are still exceeded at some locations
The National Air Quality Cooperation Programme (NSL) monitors the levels of air pollutants to which the Dutch population is exposed. Human exposure to outdoor concentrations of particulate matter (PM10) and nitrogen dioxide (NO2) continued to decline in 2013, in line with the results of previous years. The calculated concentrations for both substances are below the EU limit values in most parts of the Netherlands. However, in specific areas concentrations of both PM10 and NO2 still exceed EU limit values. These exceedances are persistent: the concentrations in these areas are declining, but only slowly.

In industrial areas and regions characterized by intensive livestock farming, the limit values for particulate matter were exceeded at a limited number of locations (in 20 of the 403 municipalities in the Netherlands). As a result, the Netherlands failed to comply with the EU limit values for particulate matter at some locations in 2013. The Netherlands has to meet the EU limit values for nitrogen dioxide by 2015. Calculated NO2 exceedances for 2015 mostly occur in the Randstad conurbation, close to locations with a high road traffic intensity.

Progress achieved through targeted measures
NSL identifies spatial planning projects with a negative impact on air quality, and proposes countermeasures aimed at improving air quality. Data provided by government authorities show that over 75% of these measures are either currently being implemented or have been completed. The goal is for this figure to rise to 100% by 2015. Approximately 25% of all spatial planning projects identified by NSL are currently being implemented or have been completed. The fact that most of these projects have not yet been completed could mean that any emissions resulting from these projects would not have an impact on air quality until after 2015. Conversely, any delays in the implementation of countermeasures would also mean that any positive impact would be delayed.

Uncertainties and risks
The quality of the underlying data has improved substantially over the past few years. However, continuing attention must be devoted to data quality in order to obtain a reliable and accurate picture of air quality. At many locations, the concentrations of both PM10 and NO2 are very close to the applicable limit values. Consequently, there will be a large increase in the number of exceedances should one or more of the working assumptions become less favourable. Small increases in concentration levels may have a significant effect on the number of exceedances.

Monitoring
Since 2009, the Dutch national government has been working together with local and regional authorities within the framework of the NSL programme to ensure that the Netherlands will meet the respective deadlines set for compliance with the EU limit values for particulate matter and nitrogen dioxide. In order to monitor progress, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) performs annual air quality analyses and reports on the results, in collaboration with the InfoMil Knowledge Centre.

Resterend

Grootte
4.41MB