- Publicatiedatum
- 16-11-2022
Overzicht van nationale grenswaarden voor stoffen die nog geen Europese grenswaarde hebben
Overzicht van nationale grenswaarden voor stoffen die nog geen Europese grenswaarde hebben
Samenvatting
Dit rapport bevat een addendum d.d. 21-06-2023 op pagina 50
Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers die met gevaarlijke stoffen werken, veilig en gezond kunnen werken. Dat betekent dat zij zo min mogelijk met gevaarlijke stoffen in contact mogen komen. Daarom moet duidelijk zijn aan welke hoeveelheid van een stof in de lucht werknemers maximaal mogen blootstaan. In Nederland moet de werkgever deze zogeheten grenswaarde voor veel stoffen bepalen.
Voor sommige stoffen, bijvoorbeeld kankerverwekkende, doet de overheid dat. Deze nationale grenswaarden gelden dan alleen voor Nederland. Voor de veiligheid van de werknemer en eenduidigheid in de regels zijn Europese grenswaarden belangrijk. Die zorgen ervoor dat werkgevers in alle landen van de Europese Unie aan dezelfde norm voor die stof moeten voldoen.
Voor veel stoffen bestaan wel nationale grenswaarden maar nog geen Europese. De manier waarop de nationale grenswaarden zijn bepaald, kan per land verschillen. Daardoor kunnen er voor één stof verschillende waarden bestaan. De vraag is nu voor welke stoffen als eerste Europese grenswaarden moeten worden bepaald. Het is handig om voor deze ‘prioritering’ en voor de hoogte van de Europese grenswaarde, nationale grenswaarden te gebruiken. Het onderzoek dat daarvoor is gedaan levert namelijk informatie op die op Europees niveau kan worden gebruikt.
Het RIVM heeft daarom een overzicht gemaakt van nationale grenswaarden van stoffen die nog geen Europese grenswaarde hebben. Op deze lijst staan ongeveer 1400 stoffen. De data zijn verzameld uit tien lidstaten die grenswaarden bepalen op basis van gezondheidseffecten van een stof (gezondheidskundige grenswaarden). Deze landen zijn: Oostenrijk, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Ierland, Polen, Spanje, Zweden en Nederland.
Het overzicht is in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW (Sociale zaken en werkgelegenheid)) gemaakt. Het RIVM gaat op basis van deze lijst in een vervolgonderzoek adviseren voor welke stoffen als eerste Europese grenswaarden moeten worden bepaald.
Abstract
This report contains an addendum d.d. 21-06-2023 on page 50
Employers have to ensure a safe and healthy workplace for employees working with hazardous substances. This means that contact with chemicals should be minimised. For this purpose, it is necessary to determine the maximum concentration of a chemical in the air at the workplace that can still be considered safe. In The Netherlands, employers have to establish these so-called occupational exposure limits.
The government establishes occupational exposure limits for some substances, for example carcinogens. These national occupational exposure limits only apply to The Netherlands. For the safety of employees and to ensure harmonised legislation, it is important that European occupational exposure limits are set. In that way, employers of all Member States of the European Union have to comply with the same standard for that particular substance.
For many substances without European occupational exposure limits, national occupational exposure limits have been set. The methods for setting occupational exposure limits may vary between countries, so several different occupational exposure limits for a single substance may exist within Europe. The question is, for which substances should a European occupational exposure limit be set first. It is useful to use national occupational exposure limits for this ‘prioritising process’. The research that has been performed for these substances provides information that can be used at the European level.
RIVM has made an overview of national occupational exposure limits for substances without a European occupational exposure limit. Around 1400 substances have been included in this list. The data have been collected from ten Member States that set occupational exposure limits based on the health effects of the substance (health-based occupational exposure limits). These countries are: Austria, Denmark, Finland, France, Germany, Ireland, Poland, Spain, Sweden and the Netherlands.
The overview was made at the request of the Ministry of Social Affairs and Employment. In a follow-up assignment, RIVM will advise for which of these substances a European occupational exposure limit should be set first.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Overig
- Grootte
- 862 kb