Pneumokokken vaccinatie in ouderen. Informatie voor de Gezondheidsraad

Pneumokokken vaccinatie in ouderen. Informatie voor de Gezondheidsraad

Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport bevat een erratum d.d. 06-06-2023 op de laatste pagina.

Pneumokokken kunnen ernstige infecties veroorzaken zoals longontsteking, bloedvergiftiging en hersenvliesontsteking. Ernstige pneumokokkenziekte komt het meeste voor bij mensen van 60 jaar en ouder, en bij mensen met bepaalde chronische ziektes. Er bestaan heel veel typen pneumokokkenbacteriën en het verschilt per land welke typen veel voorkomen. Tegen een deel van de typen bestaan vaccins.

Vanaf het najaar van 2020 worden mensen van 60 tot en met 79 jaar in Nederland uitgenodigd om zich tegen pneumokokken te laten vaccineren. Dit pneumokokkenvaccin moet elke vijf jaar worden herhaald.

Onlangs zijn twee nieuwe vaccins gemaakt en goedgekeurd voor volwassenen. Ook worden er (binnenkort) nog twee nieuw vaccins verwacht. Het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft de Gezondheidsraad daarom gevraagd te adviseren welke vaccins voor mensen van 60 jaar en ouder kunnen worden gebruikt. Daarvoor heeft het RIVM de wetenschappelijke informatie verzameld over pneumokokkenziekte en pneumokokkenvaccins. Het geeft ook een overzicht hoeveel mensen in Nederland de afgelopen jaren pneumokokkenziekte hebben gekregen en door welke type pneumokokken bacteriën zij zijn besmet.

Het hangt van meerdere factoren af hoeveel ernstig zieke mensen de vaccinatie kan voorkomen. Zo beschermen de nieuwe vaccins zeer waarschijnlijk voor meer jaren dan met het vaccin dat nu wordt gebruikt. Ook beschermen de nieuwe vaccins waarschijnlijk beter bij mensen met bepaalde chronische ziektes. Het hangt er ook van af of de typen pneumokokken waar het vaccin tegen beschermt hetzelfde zijn als de typen waar ouderen in Nederland ziek van worden.

In het verlengde daarvan is het belangrijk te kijken naar het effect van de vaccinatie van kinderen. Zij worden sinds 2006 tegen pneumokokken gevaccineerd. Voor kinderen zijn ook (nieuwe) vaccins beschikbaar die tegen meer typen beschermen. Mochten deze vaccins gebruikt gaan worden, dan worden minder mensen in de samenleving besmet met de typen pneumokokken waar die vaccins tegen beschermen. Maar ouderen en risicogroepen kunnen dan nog steeds door andere typen besmet raken. Daarom blijft vaccinatie tegen andere typen nog steeds nuttig.

Abstract

This report contains an erratum d.d. 06-06-2023 on the last page.

Pneumococci can cause severe infections, such as pneumonia, septicaemia and meningitis. Severe pneumococcal disease is most common in people aged 60 and over and in people with certain chronic diseases. There are many types of pneumococcal bacteria and the prevalence of the different types differs per country. Pneumococcal vaccines exist; these prevent against several pneumococcal bacteria types.

Since autumn 2020, individuals aged between 60 and 79 have been invited for pneumococcal vaccination in the Netherlands. The vaccination with the used pneumococcal vaccine must be repeated every five years.

Recently, two new vaccines have been developed and approved for use in adults. Furthermore, two more vaccines are expected (soon). The Dutch Ministry of Health, Welfare and Sport has asked the Health Council of the Netherlands to advise which vaccines can be used for individuals aged 60 and over. To this end, RIVM has collected scientific information about pneumococcal disease and pneumococcal vaccines. It has also collated an overview of the incidence of severe pneumococcal disease in the Netherlands in recent years and of the type of pneumococcal bacteria they have been infected with.

How many cases with pneumococcal disease can be prevented through vaccination depends on several factors. For instance, the new vaccines will most likely provide longer protection than the ones currently used. The new vaccines will likely also provide better protection against pneumococcal disease in people with certain chronic diseases. The number of cases that can be prevented through vaccination also depends on whether the pneumococcal types covered by the vaccine are the same as the types that cause older adults to become ill in the Netherlands.

In line with this, it is important to take into account the effect of childhood vaccination. Children have been vaccinated against pneumococci since 2006. There are also (new) vaccines available for children that cover more types than the one currently used in the Netherlands. If these vaccines are used, fewer individuals in society will be infected by the types of pneumococci covered by the vaccine. Older adults and other high-risk groups can still be infected by other pneumococcal types. For this reason, vaccination against those types remains useful.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
681 kb