- Publicatiedatum
- 17/03/2017
Samenvatting
Er bestaan verschillende wetten, richtlijnen en besluiten die betrekking hebben op stoffen die in het binnenmilieu terecht kunnenkomen. Het RIVM heeft geïnventariseerd hoe de regelgeving over binnenmilieu in Nederland zich verhoudt tot die in andere EU-landen. Er blijkt vooral op Europees niveau regelgeving te bestaan. Daarnaast hebben enkele landen nationale regelgeving opgesteld. Deze nationale wet- en regelgeving betreft bijvoorbeeld etikettering van bouw- en decoratieproducten voor de uitstoot van vluchtige organische stoffen, monitoring van het binnenmilieu in woningen en openbare gebouwen, en nationale normen voor emissies uit bouwproducten en vloerbedekking. Vergeleken met Frankrijk, België en Duitsland is er in Nederland minder nationale regelgeving om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren. Chemische stoffen uit onder andere bouwmaterialen, wand- en vloerbedekking, elektronica, meubels, kleding, speelgoed, luchtverfrissers, schoonmaakmiddelen en tabaksproducten kunnen in de binnenlucht terechtkomen. Er is wel Europese regelgeving voor de aanwezigheid van stoffen in afzonderlijke producten en materialen en in sommige landen voor emissies uit producten en materialen. Er bestaat echter vrijwel geen specifieke regelgeving voor aanwezige concentraties van stoffen in de binnenlucht en de mate van blootstelling aan die stoffen. Daardoor ontbreekt de aandacht voor situaties waarin mensen aan stoffen vanuit meerdere bronnen staan blootgesteld. Hetzelfde geldt voor de blootstelling aan verschillende stoffen met een zelfde werkingsmechanisme. Er is niet of nauwelijks zicht op hoe hoog de concentraties van stoffen in het binnenmilieu zijn. Het binnenmilieu wordt in Nederland niet gemonitord en er is bij gebrek aan wettelijke eisen nauwelijks toezicht of handhaving. Dit onderzoek is gebaseerd op regelgeving in EU-verband en nationale regelingen in vooral Frankrijk, België, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en Scandinavische landen. Op basis van documenten en gesprekken met experts is een verkennende inventarisatie gemaakt over regelgeving in relatie tot binnenmilieu. Vanwege het verkennende karakter van het onderzoek is geen uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd.
Abstract
Various laws, guidelines, and decrees exist that apply to substances that can end up in the indoor environment. The RIVM has taken stock of how regulations pertaining to the indoor environment in the Netherlands relate to those in other EU countries. Such regulations exist primarily at European level. In addition, several countries have also established national regulations. These national laws and regulations apply, for example, to the labelling of building products and decorative products in relation to the emission of volatile organic substances, the monitoring of the indoor environment in homes and public buildings, and national standards for emissions released by building products and floor coverings. Compared to France, Belgium, and Germany, the Netherlands has fewer national regulations in place for improving the quality of the indoor environment.
Chemical substances from a wide range of materials, including building materials, surface layers applied to walls, floor coverings, electronics, furniture, clothing, toys, air fresheners, cleaning agents, and tobacco products, can end up in the air inside buildings. European regulations do exist with regard to the presence of substances in specific products and materials and, in some countries, with regard to emissions from products and materials. However, there is an almost total lack of specific regulations that apply to the concentrations of substances present in the indoor air and the level of exposure to these substances. As a result, insufficient attention is paid to situations in which people are exposed to substances from several sources. The same is true of the exposure to various substances that have the same mechanism of action. There is little or no information available on the concentrations of substances in the indoor environment. The indoor environment in the Netherlands is not being monitored, and there is hardly any supervision or enforcement activity in that regard, due to a lack of legal standards and requirements.
This study is based on EU regulations and national regulations, primarily in France, Belgium, Germany, Switzerland, Austria, Great Britain, and the Scandinavian countries. Based on relevant documents and talks with experts, an exploratory inventory has been made of regulations that apply to the indoor environment. Due to the exploratory nature of the study, no detailed review of the available literature was carried out.
Resterend
- Grootte
- 392KB