- Publicatiedatum
- 11-12-2024
Surveillance of zoonoses in sheep 2023
Surveillance of zoonoses in sheep 2023
Samenvatting
Dieren kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waarvan mensen ziek kunnen worden. De ziekten die hierdoor worden veroorzaakt, noemen we zoönosen. Elk jaar wordt in kaart gebracht welke ziekteverwekkers bij een diersoort in de veehouderij voorkomen. In 2023 is dat voor het eerst bij schapen onderzocht. Hiervoor is mest verzameld en zijn zogeheten neusswabs genomen van schapen op 161 Nederlandse bedrijven. Ook zijn 81 schapenhouders, hun gezinsleden en medewerkers onderzocht.
Het onderzoek richt zich op vier ziekteverwekkende bacteriën: Campylobacter, STEC (Shigatoxineproducerende E. coli-stammen), Listeria en Salmonella. Daarnaast is gekeken naar ESBL (Extended spectrum beta-lactamases)-producerende bacteriën en MRSA (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus ). Deze laatste zijn belangrijk omdat veel soorten antibiotica daar niet tegen werken.
Bij mensen kunnen de meeste van deze ziekteverwekkers diarree veroorzaken, maar bij mensen met een kwetsbare gezondheid kunnen infecties ernstiger verlopen. De ziekteverwekkers zitten meestal in de darmen van de dieren en dus ook in de mest. Het vlees kan daardoor tijdens de slacht besmet raken. Het is daarom belangrijk om schapen- of lamsvlees goed gaar te eten. Ook is handen wassen na contact met schapen belangrijk.
Campylobacter kwam het meeste voor en is bij de schapen op 86 procent van de bedrijven gevonden. Bij de veehouders en gezinsleden is deze bacterie niet gevonden. STEC-bacteriën kwamen ook vaak voor, op 52 procent van de bedrijven. Negen deelnemers droegen STEC bij zich. Dit is vaker dan bij veehouders die met andere diersoorten werken. Salmonella zijn op 45 procent van de bedrijven gevonden. Het ging hierbij meestal om Salmonella diarizonae, een type dat specifiek bij schapen lijkt voor te komen. Bij mensen wordt dit type Salmonella bijna nooit gevonden. Listeria kwam op 29 procent van de bedrijven voor bij de schapen. Salmonella en Listeria zijn niet bij de deelnemers gevonden.
ESBL-producerende bacteriën zijn op 14 procent van de bedrijven bij de schapen gevonden, maar niet bij de deelnemers. MRSA is op 5 procent van de bedrijven gevonden, en bij 6 procent van de deelnemers. Dit is vaker dan bij de hele Nederlandse bevolking. Alle deelnemers met MRSA hebben ook contact gehad met andere diersoorten dan schapen. Ze kunnen dus ook via andere dieren zijn besmet.
Het RIVM, de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en WFSR (Wageningen Food Safety Research ) (Wageningen Food Safety Research) hebben dit onderzoek gedaan.
Abstract
Animal can carry pathogens that can cause diseases in humans. Such diseases are known as zoonoses. Every year we survey which pathogens are found among one livestock species. In 2023, this was investigated in sheep for the first time. For this, manure and nose swabs were collected from sheep on 161 Dutch farms and 81 livestock farmers, family members and employees were tested.
The study focused on four pathogenic bacteria: Campylobacter, STEC, Listeria and Salmonella. In addition, the study looked at ESBL-producing bacteria and MRSA. These last bacteria are important, because they are resistant to multiple groups of antibiotics.
Most of these pathogens usually cause diarrhoea in humans, but the infections can sometimes be more severe in vulnerable populations. The pathogens are usually present in the animal’s intestines and therefore end up in the manure as well. Meat can become contaminated with manure during slaughter. It is therefore important only to eat lamb or mutton that has been thoroughly cooked and to wash hands after coming into contact with live sheep.
Campylobacter was found most frequently, in sheep at 86 per cent of the farms. This bacterium was not found in livestock farmers or family members. STEC bacteria were also found frequently, at 52 per cent of the farms. Nine participants also carried STEC. This was more often than in livestock farmers who work with other animal species. Salmonella was found at 45 per cent of the farms. In most cases, this was Salmonella diarizonae, a type that seems to be found specifically in sheep. This type of Salmonella is hardly ever found in humans. Listeria was found at 29 per cent of the farms in sheep. Salmonella and Listeria were not found in human participants.
ESBL-producing bacteria were found at 14 per cent of the farms, but not in human participants. MRSA was found at 5 per cent of the farms and in 6 per cent of the human participants. This was more often than in the general Dutch population. All human participants with MRSA had also come into contact with other animal species besides sheep. They could therefore also have been infected by other animals.
RIVM, the Netherlands Food and Consumer Product Safety Authority (NVWA) and Wageningen Food Safety Research (WFSR) carried out this study.
Uitgever
- Instituut
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM
Resterend
- Grootte
- 1143 kb