Water availability for drinking water production up to 2030: difficulties and solutions

Water availability for drinking water production up to 2030: difficulties and solutions

Go to abstract

Samenvatting

Naar verwachting zal de vraag naar drinkwater in Nederland in 2030 veel groter zijn dan in 2020. Dat komt onder andere doordat de economie dan is gegroeid, net als het aantal inwoners. Door klimaatverandering (warme zomers) is er meer drinkwater nodig maar is er minder beschikbaar. Naar verwachting moet er in 2030 circa 100 miljoen kubieke meter meer drinkwater worden gemaakt dan in 2020.

Drinkwater wordt gemaakt van oppervlakte- en grondwater. Het is nu niet zeker of er in 2030 genoeg water is voor de productie van drinkwater. Om meer drinkwater te kunnen maken, zoeken drinkwaterbedrijven nieuwe bronnen in grond- of oppervlaktewater. Volgens het RIVM gaat dat alleen lukken als alle waterpartijen (de drinkwaterbedrijven, provincies, rijksoverheid, waterschappen en gemeenten) met elkaar samenwerken.

Drinkwaterbedrijven krijgen vergunningen om bepaalde hoeveelheden oppervlakte- en grondwater te mogen gebruiken. Zij houden daarbij het liefst een bepaalde reserve aan om ook genoeg drinkwater te kunnen maken als er onverwacht meer vraag naar is, bijvoorbeeld in warme zomers.

In 2020 was er voor heel Nederland genoeg water beschikbaar voor de drinkwaterproductie (ongeveer 1,4 miljard kubieke meter). Maar per provincie zijn er soms nu al niet genoeg reserves direct beschikbaar. Dat is bijvoorbeeld zo in Gelderland, Overijssel, Groningen, en in het westelijk deel van Zuid-Holland. Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij een onverwacht grotere vraag naar drinkwater. In andere provincies hebben drinkwaterbedrijven al binnen enkele jaren extra bronnen voor drinkwater nodig om in 2030 of eerder aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Daarom moeten waterpartijen nu al beginnen met zoeken naar nieuwe winningen.

Een knelpunt is dat drinkwaterbedrijven nu al vaak de hele hoeveelheid oppervlakte- of grondwater gebruiken waarvoor ze een vergunning hebben. Ze hebben daardoor niet genoeg reserves. Ook kan door recentere afspraken met de overheid om de natuur te beschermen, vaak niet de hele hoeveelheid water worden gebruikt die in oudere vergunningen was toegestaan.

Om de tekorten tegen te gaan, is het belangrijk dat het Nederlandse watersysteem zowel droogte als langere natte perioden aankan. Bijvoorbeeld door regenwater minder snel af te voeren en grotere voorraden in de duinen en het IJsselmeer aan te leggen. Daarnaast stimuleren de waterpartijen dat mensen en bedrijven bewust en zuinig water gebruiken. Ook worden nieuwe winlocaties gezocht of bestaande vergunningen uitgebreid. Dit kunnen ook andere soorten bronnen zijn, zoals brak (grond)water.

Abstract

Dutch demand for drinking water is expected to be substantially higher in 2030 than in 2020. Reasons for this include a growing economy and expanding population. Climate change (with warm summers) will push demand for drinking water up even as availability goes down. It is estimated that 100 million m³ more drinking water will be needed in 2030 relative to 2020.

Drinking water is produced from surface water and groundwater. There is no certainty at present that the supplies of surface water and groundwater will be sufficient to meet the demand for drinking water in 2030. Drinking water companies are currently working to find new surface and groundwater sources from which to produce drinking water. According to RIVM, the success of these efforts depends on cooperation among all water stakeholders (drinking water companies, water boards and municipal, provincial and national authorities).

Drinking water companies are licensed to use fixed quantities of surface and groundwater. They also try to maintain reserves to ensure sufficient drinking water availability in the event of unexpected higher demand, as in hot summers.

In 2020, water availability was sufficient to produce drinking water for the whole of the Netherlands (approximately 1.4 billion m³). Nevertheless, there are already provinces where reserves are not always immediately available. This is the case in Gelderland, Overijssel, Groningen and the western part of South Holland. This could lead to problems if the demand for drinking water becomes higher than expected. In other provinces, drinking water companies need to find additional sources for drinking water within the next few years to continue meeting demand in or even before 2030. Stakeholders must therefore begin searching for new extraction sites now.

One difficulty is that drinking water companies are often already using all the surface or groundwater they are licensed to extract and thus have insufficient reserves. Another is that they are often unable to use the full quantity of water permitted under older licences due to more recent nature protection agreements with government.

To protect against shortages, the Netherlands needs a water system that is able to cope with both drought and prolonged wet periods. Possible solutions include reducing rainwater run-off and building up larger water reserves in the dunes and IJsselmeer. Meanwhile, water stakeholders are working to raise public and industry awareness about water use and conservation. Work is also being done to find new extraction sites and expand existing licences, for instance to include different types of sources, such as brackish groundwater.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Resterend

Grootte
1788 kb