In de bodem, en dus ook in bouwmaterialen die bodemstoffen bevatten, zitten van nature radioactieve stoffen uit de zogenoemde uraniumreeks en de thoriumreeks. 

De uraniumreeks bestaat uit een lange rij radioactieve stoffen (vervalreeks) die begint bij uranium-238 (U-238) en eindigt bij stabiel lood. Halverwege de uraniumreeks ontstaat het radioactieve radon-222 (Rn-222), kortweg radon genoemd. Omdat radon een edelgas is, en een halfwaardetijd heeft van bijna vier dagen, zal een deel van het radon dat in de bodem of in het bouwmateriaal ontstaat uit het moedermateriaal vrijkomen.  

Radioactief isotoop radon-220  wordt thoron genoemd

De thoriumreeks begint bij thorium-232 (Th-232) en eindigt eveneens bij stabiel lood. Halverwege de thoriumreeks ontstaat een ander radioactief isotoop van radon, namelijk radon-220 (Rn-220). Omdat Rn-220 ontstaat in de thoriumreeks, wordt deze radon variant al sinds het begin van de vorige eeuw thoron genoemd.  

Thoron kortere halfwaardetijd dan radon

Het grote verschil tussen radon en thoron is dat thoron een veel kortere halfwaardetijd heeft, van minder dan één minuut. Thoron kan daarom alleen vrijkomen uit het buitenste laagje van het moedermateriaal: thoron dat dieper in het materiaal ontstaat vervalt alweer voordat het bij het oppervlak aankomt. Net zoals radon heeft thoron radioactieve vervalproducten die niet gasvormig zijn. Deze thorondochters hechten zich dus ook aan stofdeeltjes in de lucht en geven na inademing straling af in de longen.