De Toetsgroep Probitrelaties heeft een reeks nieuwe probitrelaties afgeleid. Deze nieuwe probitrelaties kunnen leiden tot andere uitkomsten van risicoberekeningen en daarmee gevolgen hebben voor vergunningverlening en ruimtelijke ordening. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het RIVM daarom gevraagd om te onderzoeken hoe groot de veranderingen en wat de consequenties zijn van de nieuwe probitrelaties. Het RIVM heeft een plan van aanpak opgesteld om inzicht te geven in hoe het consequentieonderzoek zal worden uitgevoerd en hoe de verschillende stakeholders zullen worden betrokken bij het onderzoek.

In het plan van aanpak is onder meer beschreven op welke nieuwe probitrelaties het consequentieonderzoek zich richt, hoe het onderzoek is afgebakend, welke rol relevante stakeholders hebben bij het onderzoek en welke planning is voorzien.

Het consequentieonderzoek bestaat uit twee fasen: het technische onderzoek en de analyse van resultaten van risicoberekeningen uit het technisch onderzoek. Beide fasen bestaan uit een aantal stappen.

Fase 1: Technisch onderzoek

Het doel van het technische onderzoek is om zichtbaar te maken of en zo ja, in welke mate de nieuwe probitrelaties andere uitkomsten oplevert dan de huidige gehanteerde probitrelaties. Het technische onderzoek is in mei 2018 gestart door alle Safeti-NL gebruikers die met toxische stoffen werken waarvoor nieuwe probitrelaties zijn afgeleid uit te nodigen om rekenbestanden in te dienen. Het technische deel van het consequentieonderzoek wordt uitgevoerd door DNVGL. Zij zijn verantwoordelijk voor het converteren van de 6.54 bestanden naar een Safeti-NL 8.1 versie en het doorrekenen van de risico’s voor de huidige en nieuwe probitrelaties in Safeti-NL 8.1. Het RIVM coördineert het proces van aanlevering van rekenbestanden door bedrijven en overheden.

Fase 2: Analyse resultaten risicoberekeningen

Deze analyse wordt in de tweede helft van 2018 uitgevoerd. De analyse heeft tot doel om inzichtelijk te maken in hoeverre de nieuwe probitrelaties leiden tot andere uitkomsten voor de PR plaatsgebonden risico (plaatsgebonden risico) 10-6 contour, het groepsrisico en het invloedsgebied. Hiervoor wordt een algemene trendanalyse uitgevoerd. Daarnaast heeft de analyse tot doel om zichtbaar te maken welke gevolgen dit heeft voor de ruimtelijke inpasbaarheid van inrichtingen en buisleidingen met toxische stoffen.

Besluitvorming door het ministerie van Infrastructuur en Milieu

De verwachting is dat het onderzoek in de eerste helft van 2019 gereed zal zijn. Op basis van de resultaten uit het consequentieonderzoek neemt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een besluit over de beleidsmatige vaststelling van de nieuwe probitrelaties in de Handleidingen Bevi Besluit externe veiligheid inrichtingen (Besluit externe veiligheid inrichtingen) en Bevb Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen) en Safeti-NL.

Mocht u willen deelnemen, maar deze deadline niet halen, dan horen wij het graag.

Vragen over het plan van aanpak kunt u sturen naar de helpdesk via safeti-nl@rivm.nl